Van bijna ramp tot blockbusters

Herwig Van Hove

De Toscaanse wijnen die nu op de markt komen, variëren van ronduit goed tot rampzalig slecht. 2002 was een catastrofaal nat en koud jaar voor ‘Chianti Classico’. De ‘Vino Nobile’ 2001 en de ‘Brunello di Montalcino’ 1999 brengen het er goed van af. 2003 belooft iets heel aparts te worden.

Invoerders : Het Italiaans Instituut voor Buitenlandse Handel (ICE, Vrijheidsplein 12, 1000 Brussel, 02 229 14 30, info@icebrux.be) heeft een lijst klaar van alle invoerders en hun wijnen op de Belgische markt. Vragen naar Martine Godefroid. Later komt er een boekje van, dat automatisch wordt nagestuurd.

Info over Montepulciano : www.consorziovinonobile.it. en voor de wijnroute in Montepulciano : www.stradavinonobile.it. Montalcino :www.consorziobrunellodimontalcino.it Chianti : www.chianticlassico.com

Chianti Classico op de markt met 2002

De Italiaanse wijnwereld wordt niet alleen geplaagd door de Europese Commissie (zie kader ‘Namen noemen’), ook de markt ligt niet gunstig. Wijn wordt nu overal ter wereld beschouwd als een luxegoed, als ‘bron van genoegen’ en niet meer, zoals in de jaren zestig, als onderdeel van de dagelijkse voeding. De wereldconsumptie is over dezelfde periode (1961-1990) gedaald van 7,3 tot 3 liter per persoon. In Europa zijn de wijngaardoppervlakten gedurende die periode gedaald met 15 procent. Maar in Australië zijn ze gestegen met wel 150 procent en de prijzen zijn in verhouding gedaald. “De Europese wijnwereld vreest de oneerlijke concurrentie van de Nieuwe Wereld, oneerlijk omdat de productievoorwaarden er veel losser en lakser zijn dan bij ons”, aldus de woordvoerder van het Consorzio del Marchio Storico, Chianti Classico.

Maar er zijn ook ‘eigen’ pro- blemen : het millésime dat nu in rekken ligt, is het rampzaligste ooit. Vorig jaar schreven we het al : 2002 was uitzonderlijk koud en nat.”

Het consortium is echter een volwassen organisatie die een heel millé-sime niet zomaar opgeeft. Het gaat alles samen om 8500 hectare wijngaard in het Classico-gebied (dat op zich wel 70.000 hectare groot is). De hectarerendementen zijn beperkt tot 52 hectoliter, het aandeel van witte druiven in de mix is afgebouwd (tot nul in 2005) en de wijn moet voor minstens 80 procent (100 procent mag ook) gemaakt zijn van sangiovese-druiven. Er mag tot 20 procent andere druiven worden toegevoegd : cabernet, merlot, canaiolo, colorino en malvasia nera zijn de meest courante, maar vooral merlot zit in de lift.

De scherpe controle door het consortium en de technische ondersteuning van de leden heeft de rampzalige oogst van 2002 zeker op een bepaald, redelijk niveau gebracht.

Dertien behoorlijke wijnen

We proeven blind een veertigtal wijnen van dit catastrofaal natte jaar en onthouden dertien behoorlijke.

Badia a Coltibuono : matig rode kleur met een evolutietoets, maar een fijne neus met mooi hout erdoorheen en een evenwichtige, brave smaak. Goed in het millésime. Coltibuono is aan een opgang bezig.

Casaloste : heel goede, sombere kleur en een persistente fijne neus. Smaak met wat beet.

Castello d’Albola : goede frisse kleur met spanning en een neus die aan merlot doet denken. De smaak is modern geknoopt met lengte en evenwicht.

Castello di Fonterutoli : goede, sombere kleur en mooi vers hout in de neus. Evenwichtige malse smaak (merlot ?) met vulling.

Castello di Querceto : redelijke kleur met een evolutietoets en een puntige neus van sangiovese met een evenwichtige smaak.

Castello di Verrazzano : goede, sombere kleur met een neus van vanille van het hout, maar zeer smakelijk in de mond.

Cecchi : heel goede, sombere, frisse kleur en een ruime, brede en zachte neus. Soepele, maar toch goed gestructureerde smaak.

Fontodi : redelijke kleur met een frisse nuance en een brede neus van goed oud hout. De smaak is getekend door rijpheid en door goede structuurtannines.

Le Corti : heel goede, sombere, diepe kleur en een ruime neus met een toets van overrijpheid. De smaak zet goed aan en is gevuld, ook goede structuurtannines.

Querciabella : heel goede, sombere en diepe kleur en een diepe neus met gezond hout. De smaak is stevig met structuur en lengte.

San Fabiano Calcinaia : heel goede kleur met een sombere diepte en een ruime neus met structuur. Ook de smaak is goed gestructureerd met lengte.

Tenuta di Bibbiano : heel goede, haast inktachtige kleur en een stevige brede neus, mooi door hout gedragen. De smaak is soepel maar ook gestructureerd.

Villa Mangiacane : goede kleur, een brede neus en een ruime soepele en lange smaak.

De meest uit regenschade voortkomende fouten zijn dunheid, schraalheid, tekort aan lengte en ijlheid : Castagnoli, Castellare di Castellina, Grevepesa, Castello di Lucignano, Castello di Tornano, Vicchiomaggio, Fattoria di Montemaggio, Il Colombaio di Cencio, Il Poggiolino, La Marcellina, Massanera, San Felice (is zijn kwaliteit van verleden jaar verloren), San Leonino en Villa Casale.

Men zegt dikwijls : “Met wijn moet men kunnen wachten.” Dat is waar, soms ook tot het volgende jaar.

Blockbusters

2003 was dan weer extreem warm en droog, in niets te vergelijken met 2002. Het millésime 2003 zal de geschiedenis ingaan als dat van de ‘lange, hete zomer zonder regen’. In de drie cruciale maanden juni, juli en augustus steeg het kwik dikwijls boven de 35°C en op 25 augustus regende het een povere 10 millimeter.

Op veel plaatsen, vooral voor de jong aangeplante wijnstokken die nog niet diep geworteld zitten, was het van het goede te veel. In zulke omstandigheden gaat de plant over in een soort alarmfase, uit zelfbehoud : blaren worden geel en vallen af, de druiven rijpen nog wel wat hun sap betreft, maar de fenologische componenten ontbreken, omdat die van de vegetatieactiviteit moeten komen. Kleur en bitterheid blijven achter bij de geweldige alcoholniveaus van meer dan 14 volumeprocent, kortom : monsters. Om dat geweld enigszins te milderen moet er getrieerd worden aan de ingang van de gistingskuip. Sorteerders hoeven niet te speuren naar rot of groen, maar naar overrijp en rozijnachtig. Burton Anderson, de Amerikaan die al meer dan dertig jaar in de streek is geïntegreerd, windt er geen doekjes om : “De wijnen van 2003 zijn ware blockbusters.”

Men heeft, vertelt men in de wandelgangen, bijna overal tot vijf procent water toegevoegd om de alcohol wat te milderen en verder tot vijftien procent van de oogst van 2003 verwisseld met die van 2002 : beide worden er veel beter van. Technologische ongelukjes van stilvallende gistingsprocessen en moeilijk op gang komende malolactische gisting werden door adviseurs van het consortium bijgestuurd. Deze wijnen komen ten vroegste in oktober 2004 op de markt : er kan dus nog aan gewerkt worden en de houtlagering moet zijn werk nog doen.

De extreme condities van het millésime hebben natuurlijk het oogstvolume aangetast : er werd tot vijftien procent minder geoogst dan in 2002. België neemt al sinds vele jaren een twee procent af van de Gallo Nero-wijn, wat toch een 350.000 flessen vertegenwoordigt.

Voorproefje 2003

Gedurende de jaarlijkse primeurproeverij in Chianti krijgen we ook een voorproefje van de 2003. Door de technische commissie van het consortium werden uit een vijftigtal flessen, een dertiental wijnen uitgekozen om hun kwaliteit en hun terroirkarakter. Ze worden ons anoniem voorgesteld.

De proeverij valt geweldig mee : volle, sombere, bijna inktachtige kleur en een gevulde smaak die men inderdaad kan ‘bijten’, met rijpe structuurtannines en in de meeste gevallen voldoende fruit om het tanninegeweld te dekken. De neus in is dit stadium nog gesloten en dikwijls wat onzuiver door lactische resten of toetsen van réduit. Opvallend zijn in dit stadium soms herkenbare présences van cabernet en merlot.

De wijnen zijn ‘enorm’, met wat reserve, want de houtlagering moet nog beginnen, ze zijn eigenlijk van het Amarone-type. Alles wijst erop dat ze het hout heel goed gaan verwerken, het wordt dus hoogstwaarschijnlijk een groot jaar, als de selectie goed is.

Aan sommige aanwezige eigenaars vragen we zelf een staal van hun 2003 : Badia a Coltibuono, Carpineto, Castello d’Albola, Castello di Verrazzano en San Felice. We proeven een soortgelijk rijk gevuld type.

Vino Nobile op de markt met 2001

Het jaar 2001 was in alle opzichten gewoon goed en niets speciaals : wat vriesschade in april, matige temperaturen in juli en augustus, wat regen en koelte in september en goed zonnig oogstweer vanaf 10 oktober. De late plukkers hebben het dus kunnen maken. Het is deze Nobile 2001 die nu wordt vrijgegeven, want de Vino Nobile hoeft bij wet ‘slechts’ twee jaar te verouderen, gerekend vanaf 1 januari na de oogst. De Riserva-types moeten een jaartje langer verouderen : ze zijn duurder en voor onze smaak niet zo interessant.

Wel belangrijk zijn de opkomende wijngaardselecties : sommige goed gelegen percelen worden apart gevinifieerd en ook apart gebotteld met de wijngaardnaam op het etiket. Met dergelijke selectie wordt de kwaliteit van het geheel niet aangetast. Met de riserva-procedure echter, waarbij het ‘beste’ uit het geheel aan een langere veroudering wordt onderworpen, gaat de gemiddelde kwaliteit van het geheel wel naar omlaag.

In het glas

We proeven blind meer dan 40 wijnen en vinden er een twintigtal ronduit goede.

Avignonesi : bordeauxachtig evenwicht. Boscarelli : goed evenwichtig samengebonden. Canneto : merlotachtige zachtheid. Fattoria del Cerro : grote kleur en ondersteund door hout. Fattoria di Palazzo Vecchio : gevuld en volkomen evenwichtig. Il Conventino : bordeauxneus en ondersteund door hout. La Braccesca : inktkleur, neus van zwarte bessen en smakelijke lengte. La Calonica : inktkleur, maar fijn en elegant. Le Casalte : oké, maar iets te veel vers hout. Lodola Nuova : bordeauxachtige neus, maar sappig en evenwichtig. Nottola : wat alcoholisch in de neus nu, maar smakelijk evenwichtig. Poliziano : heel zacht en sappig. Romeo : modern, aangenaam, fris en geknoopt. Tenimenti Angelini Tenuta Tre Rose : aangenaam en stevig. Tenuta di Gracciano della Seta : neus van zwarte bessen en aangenaam geknoopt. Tenuta Valdipiatta : goede lengte. Fassati ‘Gersemi’ : stug evenwicht. Fattoria del Cerro ‘Antica Chiusina’ : diep fruit en tanninerijk, ook hun Riserva 2000 is groot. Tenementi Angelini ‘Simposio’ : aangenaam geknoopt. Tenuta Valdipiatta ‘Vigna d’Alfiero’ : fijn en geknoopte lengte.

Voorproefje 2003

Ook het Consorzio del Vino Nobile di Montepulciano, met tachtig procent van alle lokale wijnboeren in zijn ledenbestand, heeft de volle verantwoordelijkheid voor alles wat onder de naam Nobile op de markt komt. Vroeger werden er al veel wijnen geproefd en beoordeeld, nu komt er ook een kwaliteitscontrole op de wijngaarden en -bedrijven bovenop, zelfs bij de niet-leden. Van de 222 leden bottelen er 57 hun wijn zelf, 34 stellen hun producten ook aan de pers voor.

Hoe zit het nu met de 2003 in Montepulciano ? Een enoloog van het consortium, Lorenzo Landi, legt uit dat het gemiddelde van de hoogste dagtemperaturen in de maanden juni, juli en augustus zeer hoog lag (33 tot 35°C) maar dat de gemiddelde minimumtemperaturen praktisch normaal waren (15 tot 17°C). “Daaruit blijkt”, merkt Landi fijntjes op, “dat de rijping met deze koele nachten erg evenwichtig verlopen kan zijn.” Daarenboven was de regenval met 200 millimeter vrij normaal, ook al bleef de zomer droog. Jonge aanplant met ondiepe wortels heeft niet gedragen. De oudere wijngaarden, en dan vooral die met watervasthoudende klei in de bodem, hebben van de droogte haast geen schade ondervonden. De wijnen ervan zijn rijk van kleur en vertonen hoge alcoholwaarden, maar ze zijn ook friszuur.

Lorenzo Landi laat er vijf proeven : een stugge Bindella, somber en vol zwart rijp fruit ; een volkomen gesloten en inktzwarte Fassati met rijpheid in de diepte ; een zeer smakelijke, dieppurperen La Braccesca, die echter wat wegvalt op het einde ; een alcoholische, diepgedrongen inktzwarte Romeo en een normaal gekleurde, fijne en zachte Salcheto.

Deze wijnen zijn in dit stadium ronduit indrukwekkend (alleen La Braccesca heeft een traditie van erg goede wijn) en maken van de Nobile 2003 in elk geval een wijn om naar uit te kijken, zeker als de selecties voldoende streng zijn. Proeven blijft de boodschap.

Brunello di Montalcino op de markt met 1999

Het Brunello-gebied, veertig kilometer ten zuiden van Siena, is 250 vierkante kilometer groot en is begrensd door de valleien van de Orcia, de Asso en de Ombrone. De streek is ruraal : men leeft er van het land, 45 procent van het gebied is nog altijd overdekt met woeste bossen vol everzwijnen waar ze ter plekke lekkere stoofpotten van maken. Negen procent is ingenomen door olijfbomen en acht procent door wijngaarden. De rest is rots- en hooiland. Van de wijngaarden werkt maar tweederde voor de fameuze brunellowijn. Het gebied is heuvelachtig met een tumultueuze voorgeschiedenis, wat de meest diverse oriëntaties en bodemtypes moet verklaren : kalk, rotsgesteente, chist, klei en leem, en veel aangeslibde, vruchtbare grond die onbruikbaar is voor de wijnbouw. Het klimaat is er mediterraan, met regen enkel in de herfst en in de lente : gemiddeld 700 millimeter per jaar (Brussel 2500 mm) en veel zon in de zomer.

In het glas

Klimatologisch was 1999 gewoon goed : droge, maar niet te warme zomer en wat heilzame regen eind augustus. Bovendien een vroeg jaar, wat altijd gunstig is.

We proeven blind 130 brunello’s van 1999. We vermelden alleen de beste. De minimale kenmerken zijn : goede kleurconcentratie en een stevige neus met diep fruit na opschudden, al dan niet door hout ondersteund, en een geknoopte lange structuurvolle smaak

Santa Lucia (stevig), Sesti (smakelijk), Siro Pacenti (mooie verse eik), Tenuta Caparzo (elegant), Tenuta di Sesta (haast inkt), Tenuta La Fuga, Tenuta Vitanza (heel mooi zacht traditioneel), Tenute Silvio Nardi (smakelijk fris), Tornesi (stevig), Uccelliera (zacht, traditioneel), Valdicava (mooi traditioneel oud hout), Vasco Sassetti, Verbena (streng traditioneel), Villa a Tolli (suave, van de beste), Villa Le Prata (inktkleur), Agostina Pieri (traditioneel perfect, van de beste), Altesino (wat streng einde), Anfora D’Oro (streng traditioneel), Banfi (groot, de beste Banfi ooit), Caprili (smakelijk en toch stevig), Casanova di Neri (iets stug), Casanova di Neri ‘Terra Nuova’ (mooi vers hout), Castello di Camigliano, Collemattoni, Donatella Cinelli Colombini (suave), Donatella Cinelli Colombini ‘Prime Donne’ (suave en toch heel krachtig), Fanti (inktkleur en getemde eik), Corelli-Le Potazzine (iets streng in fine), Il Forteto (heel fijn en zacht), Il Palazzone, La Gerla, La Lecciaia, La Palazzetta (stevig), La Poderina (iets ruw), La Togata, Le Presi, Il Poggiolo ‘Beato’ (mooi traditioneel), Pian delle Vigne, Poggio San Polo.

Vooruitzichten 2003

In het oververhitte jaar 2003 zijn de druiven op de zuidelijk georiënteerde hellingen verdroogd en in het beste geval zoet, maar fenolisch onrijp. Enkel de noordelijk gerichte wijngaarden hebben goed en in de meeste gevallen zeer goed gegeven.

Men mag dus verwachten dat de ruime helft van de oogst 2003 goed tot excellent zal zijn, zoals haast overal in Toscane. De brunello 2003 komt pas in 2008 op de markt.

Een voorproeverij van 24 stalen van de 2003 levert dertien wijnen op die men zou moeten afwijzen wegens plat en dun alcoholisch, misschien zijn ze nog goed voor rosso ? Acht zijn wel ronduit goed : La Poderina (suave, rijpe diepte), La Gerla (stevig en onderbouwd), Castello di Camigliano (alles perfect), Caprili (geknoopte structuur), Banfi (gedrongen diep rijp), Argiano (breed smakelijk), Altesino (diep rijpe inkt), Siro Pacenti (smakelijk evenwichtig).

Uniek

De bevoegdheden van het brunello-consortium zijn door het decreet van 7 november 2003 fors uitgebreid. Het is nu verantwoordelijk voor de kwaliteit van begin tot einde van alles wat in Montalcino als wijn geteeld en gemaakt wordt. Zo komt het dat de enige wijnbouwer die vanuit zijn ivoren toren altijd op het consortium heeft neergekeken, nu toch lid is geworden : Franco Biondi Santi van Tenuta Il Greppo, de maker van de duurste wijn van Italië (minstens 200 euro per fles). Il Greppo is de plaats waar aan het einde van de negentiende eeuw de brunello werd ‘uitgevonden’. Het consortium groepeert nu, uniek in Italië, alle producenten van de appellation.

“Uitgevonden”, zegt de geschiedschrijving, “ontwikkeld” is een beter woord. Toen Ferruccio Biondi Santi, veteraan van de Garibaldi-troepen na de overwinning bij Bezzecca in 1866 naar zijn landgoed in Montalcino terugkeerde, stortte hij zich op de wijnbouw, en wel met één enkele druivensoort : de sangiovese. Hij liet bovendien de wijn vele jaren op grote eiken houten vaten liggen en constateerde dat het goed was : er kwam een fijne en doordringende wijn van. De brunello was geboren, verschillend van alle andere wijnen. De naam verwijst naar de donkerbruine kleur van de rijpe druiven. De wettelijk vastgelegde lange rijpingstijd van vijf jaar op fles en vat gaat dus terug tot de periode van Ferruccio.

Herwig Van Hove

Met wijn moet men kunnen wachten. Soms zelfs tot de volgende oogst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content