Ueli Steck

BERGBEKLIMMER

Je wijst gauw anderen met de vinger in een teamsport. Dat stelde ik vast toen ik als kind ijshockey speelde. Toen ik twaalf was, mocht ik met een vriend van mijn vader gaan klimmen. Dat was een openbaring. Als je in deze sport faalt, kan je het enkel jezelf verwijten. Het is tussen jou en de berg.

Van klimmen mijn beroep maken leek onmogelijk, dus ging ik aan de slag als timmerman. Geregeld nam ik ontslag om er een halfjaar op uit te trekken. Mijn vader kon dat niet begrijpen : dat dééd je niet. Mijn pa is smid. Een typisch Zwitsers hardwerkend man. Vier weken vakantie vond hij ruim voldoende. Maar sinds ik van bergbeklimmen kan leven, is hij daar trots op.

Nee, ik ben niét gek. Ik heb geen zin om te verongelukken. Voor ik aan een expeditie begin, moet ik honderd procent zeker weten dat ik zal slagen. Mijn voorbereiding is even precies als een Zwitsers horloge. Elk detail telt. Ik breng alle risico’s in kaart. Voor elk mogelijk probleem moet ik een oplossing hebben. Ik wéét waar ik aan begin. Buitenstaanders vinden het misschien extreem, maar voor mij is het op dat moment volstrekt logisch.

De natuur is veel sterker. Zelfs al ben je perfect voorbereid, als de klimatologische omstandigheden onstabiel zijn, kan je beter je expeditie uitstellen. Het juiste moment afwachten is cruciaal. Er gebeuren veel ongelukken omdat mensen toch per se willen klimmen, weer of geen weer.

Mensen beseffen niet hoe ik getraind heb om via de noordwand de top van de Eiger, een klim van 1800 meter, in een recordtijd van 2 uur en 47 minuten te bereiken. Onder begeleiding van een professionele coach, crosscountryskiër Simon Trachsel, volg ik een strikt trainingsschema zoals elke topsporter.

Mijn training is een combinatie van klimmen en lopen. Die twee werken elkaar tegen. Je moet het juiste evenwicht vinden. Periodes met de klemtoon op lopen, voor het opbouwen van de conditie, moet ik afwisselen met periodes waarin ik vooral klim, om spieren te kweken.

Als mijn lichaam perfect getraind is, heeft dit ook mentaal zijn effect. Weten dat ik scherp sta, verhoogt mijn zelfvertrouwen. Meditatie zegt me niks. Hoe ik me voel na een uur hardlopen, dát heeft mijn hoofd nodig.

Mijn vrouw en ik hoeven nooit te discussiëren over vakanties. We gaan altijd de bergen in. Vooral klimmen is heel leuk om samen te doen. Ieder volgt zijn eigen route – die van mij uiteraard moeilijker – maar toch zijn we samen op stap. Het is heel fijn dat we die passie voor bergbeklimmen delen.

Naar een normale levensstijl kan ik nooit meer terug. Weer timmerman worden, met vaste werkuren, is uitgesloten. Ik heb uitdagingen nodig. Vanaf het moment dat ik niet langer mijn grenzen in het professionele klimmen kan verleggen, zal ik die elders moeten zoeken. Klimmers hebben het vaak moeilijk om te aanvaarden dat het beter is om ermee te stoppen. Mijn trainer is daar heel nuchter in. Hij zegt : “Nu is klimmen het allerbelangrijkste, maar je levert slechts een dikke tien jaar topprestaties : dat is slechts een fractie van je leven.”

De in Emmental geboren Zwitser Ueli Steck (34) is een van ’s werelds beste soloklimmers. Hij geeft overal lezingen over zijn expedities. Deze zomer kwam hij spreken in Bozar, op uitnodiging van de Klim -en Bergsportfederatie. Info : www.klimenbergsportfederatie.be

DOOR PETER VAN DYCK – FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content