Tweede jeugd voor een fenomeen
Er wordt nogal wat gepalaverd over het vastrijdend verkeer. Sommige weggebruikers hebben uitgemaakt dat een gemotoriseerde tweewieler een stuk van het probleem kan oplossen. De meest blitse jongens/heren en meisjes/dames grijpen naar de scooter, of naar de vele varianten op het oerontwerp.
Pierre Darge
De oorspronkelijke Vespa werd kort na de Tweede Wereldoorlog door de briljante luchtvaartingenieur Corradino D’Ascanio en industrieel-vliegtuigbouwer Enrico Piaggio op de markt gegooid, waarvan ze vermoedden dat die rijp was voor gemotoriseerd vervoer. De allereerste wesp (vespa in het Italiaans) had een 98cc-motor, een bolronde achterpartij en een makkelijke opstap doordat de benzinetank niet tussen stuur en zadel stak. Dat leek niet alleen elegant, dat was het in de praktijk ook voor dames met een rok. Het succes liet niet op zich wachten, en al snel verscheen ook Lambretta ten tonele. Beide merken veroverden in geen tijd die Italiaanse harten, terwijl Duitse en Franse fabrikanten snel met eigen bedenksels volgden. Toen de goedkope kleine Italiaanse auto tien jaar later productierijp was, ging de scootertrend wat liggen en verdween Lambretta zelfs helemaal van de markt. Op het eind van de jaren tachtig reed de auto zichzelf vast, en dat gaf de scooters een nieuw elan, met zoals gebruikelijk Italië voorop. In eigen land ging het vanaf 1990, toen er 4770 van werden verkocht, weer bergop. De verkoop steeg elk jaar, en vorig jaar werden er zo’n 13.000 eenheden gesleten. Voor 1997 verwacht men een verkoop van zo’n 17.000 stuks. Opmerkelijk is wel dat de Italianen een deel van hun overwicht moesten prijsgeven aan de Japanners en de Fransen. Op de Belgische scootermarkt namen Peugeot en Piaggio vorig jaar elk 20 % voor hun rekening, daarna volgen MBK (inmiddels een Yamaha-dochter) met 17 %, Honda met 14 %, Yamaha met 11 %, Aprilia met 7 % en PGO uit Taiwan met 6 %. De overige vijf procent werd onder verschillende merken verdeeld.
Het nieuwe succes van de scooter is niet toevallig. De praktische voordelen zijn overweldigend : een scooter mag dan een behoorlijke investering betekenen (reken op 60 à 90.000 frank voor een 50 cm3), eens aangeschaft blijven kosten voor onderhoud en benzine, taksen en verzekering bijzonder laag. Dankzij zijn kleine wielen en zijn laag zwaartepunt manoeuvreert hij als geen ander door het drukke verkeer. Voeg daarbij dat handige marketingjongens de tweewieler in aantrekkelijke verpakkingen wisten te steken, en het fenomeen was klaar voor de revival. In Italië rijdt zowat iedereen met de scooter, en in Nanni Moretti’s film Caro Diario bleef de regisseur zelfs zo’n twintig minuten lang in beeld terwijl hij met de scooter Rome verkende. Geen stad telt meer scooterrijders dan de Italiaanse hoofdstad, waar de scooterista net een trapje hoger staan dan de motorini met hun bescheiden bromfietsjes. In Rome en in Milaan rijden beroemde managers onbeschroomd met de scooter naar het werk, helemaal opgekleed, perfect gekapt en zéér zelfbewust zoals Italiaanse heren nu eenmaal zijn. Het mooie weer helpt natuurlijk, maar meer nog de elegantie van de rijders die hun tweewielers perfect verzorgen en zorgvuldig kiezen. Maar ook buiten Italië willen bekenden en minder bekenden graag op een scooter gezien worden. Oasis-bassist Paul McGuigan bezit een heuse collectie, Linda Evangelista gebruikt de scooter graag om van de ene show naar de andere te rijden, en de Canadese schoendesigner Patrick Cox tekende een kleine serie met een met pythonleder bekleed zitje en in zwart-witkleuren.
Bij ons zit het weer een beetje tegen om het verschijnsel volop te laten bloeien, en ook de wetgever ligt een beetje dwars : de berijder van een scooter, ook al heeft hij maar een piepkleine 50 cm3-motor ter beschikking, moet een helm dragen als zijn tweewieler sneller dan 25 km/uur kan. Een beetje een kneuterige opstelling als je bedenkt dat fietsers op dreef die snelheid ruimschoots overschrijden. In Italië, waar scooteren met de helm op als uncool wordt ervaren, is de keuze van een hoofddeksel vrij als je ouder bent dan 18. Anderzijds laat de wet hier te lande 16-jarigen toe op de scooter te klimmen (zonder rijbewijs voor een scooter die op 25 km/uur is begrensd, met rijbewijs voor de scooters die 40 km/uur halen). Dat laatste heeft het fenomeen extra snel de hoogte ingestuwd, en meer dan zestig procent van de scooterrijders in België zijn tieners. Aardig is dat ook diegenen die scooters als uitermate vrouwelijk meenden te moeten beschouwen, door de ontwerpers van de nieuwe scooters op hun plaats werden gezet. Een paar jaar geleden bedacht men bij MBK de wat virielere dubbele koplampen en dikke wielen, de zogenaamde BW’s (voor big wheels), en dat bleek vooral bij de jongens een instantsucces. De MBK Booster is het typevoorbeeld van die trend, al een paar jaar de absolute nummer één, en sindsdien qua vormgeving door menig merk nageaapt.
Intussen zijn er bijna evenveel soorten scooters als klanten, en vooral de Italiaanse merken Aprilia en Italjet laten zich in de strijd om de meest originele scooter niet onbetuigd. Maar ook de Japanners houden de markt in het oog en kijken uit naar diversificatie. Bij Yamaha onderscheidt men al vier doelgroepen. Naast de wat anonieme standaard denkt men aan het segment fun (voor vrijheid en wat ruwheid), het segment comfort (voor wie supercomfort en prestige wil), en de supersport, die bedoeld is voor de klant die snel en mannelijk voor de dag wil komen en waarbij de lijn niet zelden verwijst naar de potente racemotoren uit het Grand Prix- of Superbikecircuit. Yamaha/MBK, dat vorig jaar wereldwijd anderhalf miljoen scooters produceerde, bracht net de AeroX op de markt, met een high specification, volgens de fabrikant ontworpen om class leading accelerations toe te laten, en gebouwd rond een vooruitstrevend U-vormig chassis. Bloemrijke taal voor een 50cc’er, die qua vermogen uiteraard beperkt is. De AeroX krijgt twee schijfremmen mee, waterkoeling, een slangvormige uitlaat zoals we die uit de racerij kennen, lichtmetalen 13-duimswielen, en brede laagprofielbanden. Kenners herkennen meteen de verwijzingen naar de Thunderace- en Thundercat-motoren uit de hoogste divisies. In optie kan men de AeroX uitrusten met een toerenteller, en dat is toch echt wel louter cosmetisch op een scooter zonder versnellingen.
In het segment van de comfortabele scooter werd een paar jaar geleden een verlengde scooter gelanceerd… door de Japanners. De Honda Spazio wilde zowat de zeer comfortabele scooter voor twee zijn, kreeg een viertakt 250 cm3-motor mee, maar naar ons gevoelen een weinig harmonieus uiterlijk, een mossel noch vis combinatie. Toch bleek er vraag te zijn naar dit type scooterrijden, en tegenwoordig heeft ook Yamaha met zijn Majesty op het verschijnsel ingepikt.
Wie de nieuwste generaties van dichtbij bekijkt, merkt dat veel ingrepen louter visueel zijn, gesteund op prettig contrasterende kleuren en wat nepopties. Maar er zijn ook echte uitschieters bij, en vooral de Italianen blinken uit in creatieve vondsten. De man achter de leukste projecten is Leopoldo Tartarini, een 63 jaar jonge designer die in de jaren zeventig de Ducati van wellustige rondingen voorzag, en kort daarop de opplooibare Italjet Pack 2 ontwierp die zelfs een plaatsje verwierf in de collectie van het New Yorkse Museum of Modern Art. Tartarini is ook de man achter de Italjet Velocifero (zeg maar snelle duivel in het Italiaans), die sinds twee jaar de Milanese design-scène beheerst en nu ook naar de Verenigde Staten wordt geëxporteerd. Opmerkelijk is dat Tartarini eigenlijk een zeer eclectische tweewieler ontwierp. Hij leende onderdelen bij 13 verschillende scootermodellen, zette die een beetje naar zijn hand, en smeedde ze samen tot een nostalgisch geheel. Aan het eindresultaat voegde hij dubbele koplampen op het stuur toe en twee achterlichten, en hij opwaardeerde het kleine dashboardje met imitatiewortelhout. Voeg daar tweekleurencombinaties in pasteltinten aan toe, en je krijgt een geheel dat vele nostalgische harten sneller liet kloppen, zodat de prijs (89.900 frank) geen onoverkomelijke hindernis bleek.
Gedurfder is dan weer de Dragster van Italjet. Die komt straks naar ons land en doet met zijn buisvormig chassis denken aan de Ducati Monstro, één van de koningen van de weg. Alleen zullen de liefhebbers van de klassieke scooter de vormgeving misschien wat te gedurfd vinden.
Een heel prettig programma is bij Aprilia te zien, dat zijn interesse voor design al een paar jaar geleden benadrukte door een van zijn motoren te laten ontwerpen door Philippe Starck. De Moto’ 6.5 werd uiteindelijk zowel door motor- als door designliefhebbers gekocht, en in die laatste categorie kennen we er zelfs een paar die de tweewieler gewoon als object in hun huis hebben gestald. In de scooterbranche pakt Aprilia uit met de slogan the sense of wonder. Die slaat zowel op de wat braaf afgelijnde Amico, die maar 69.990 frank kost, als op de Rally 50, die er wat stoerder uitziet en een terreinstuur meekreeg en onderaan een beschermplaat, als was hij klaar om het veld mee in te duiken. Een duidelijke verwijzing naar het terreinracen, een van de fanatieke hobby’s van Aprilia-oprichter Ivano Beggio, die zowel aan het wereldkampioenschap Enduro als aan de Farao-rally en aan Parijs-Dakar deelnam.
De nieuwste Aprilia-telg is de SR 50 Stealth, die net als het beroemde vliegtuig waarnaar het genoemd is, volgestouwd is met technologie : twee schijfremmen, waterkoeling, dubbele koplampen en vele elementen die naar de racerij verwijzen. In optie kan achteraan een aanpasbare schokdemper worden gemonteerd.
Wie dacht dat de ontwerpers van scooters aan het eind van hun Latijn waren, vergeet de unieke inspanning van BMW-technici, die vijf jaar geleden op het salon van Keulen de C1 presenteerden. De Beierse autoconstructeur is sinds jaren zeer begaan met het verkeersprobleem, en wil automobilisten aanmoedigen in sommige omstandigheden op motoren over te schakelen. Omwille van de veiligheid vond men in München echter dat men tegelijkertijd de bescherming van de rijder moest herbekijken. Voor het project werd designer Peter Naumann in huis gehaald, die samen met structuurspecialist Bernd Nurtsch in een paar weken tijd tot een verbazend eindresultaat kwam. De C1 bleek een zeer eigenzinnige scooter, gebouwd rond een buizenchassis dat niet alleen boven het hoofd van de rijder doorloopt, maar elke frontale botsing tot 30 km/uur geheel probleemloos kan opvangen. Om ook de rijder in zo’n situatie afdoende te beschermen, werd een speciale, schelpvormige stoel in kunststof ontworpen die tot achter het hoofd van de rijder doorloopt en waaraan twee bretelvormige veiligheidsgordels zijn vastgemaakt. Het ontwerp wijst ook in de richting van een dak, en over zo’n oplossing wordt in het natte noorden al langer nagedacht.
Bij Piaggio zelf bedacht men een paar jaar geleden een ander buitenbeentje, de P104. Het gaat om een eenzitter met vier wielen, een glazen dak, een hoge stoel en geen portieren. Hydraulische gasschokdempers vooraan en een De Dion-as achteraan verwijzen naar de autowereld, de vormgeving en het stuur naar de scooter. Een opmerkelijke vondst zit op het dashboard : een kleurenscherm, waarop alles wat zich achter de P104 afspeelt wordt geprojecteerd. Dat kan, omdat het prototype geen achteruitkijkspiegels heeft maar wel een achteruitkijkende camera.
(V.l.n.r.) Tikje nostalgische chique : het Velocifero-dashboard in imitatiehout ; blitse verschijning : de Honda SFX ; absolute topper : de populaire MBK Booster ; eclectisch en ontwapenend onschuldig : de Italjets Velocifero.
Zo elegant als een superbike : de uitlaat van de Yamaha AeroX (boven).
Een scooter voor de volgende eeuw : de C1 van BMW (onder).
Zo mooi als een racer : het voorwiel van de Aprilia SR 50.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier