Traditioneel onderwijs of methodeschool ?

Op een traditionele school leren kinderen tenminste wat discipline is. Ze vinden er meer structuur dan in die chaotische methodescholen. Ja ja, maar die chaos is ook leuk. Methodescholen maken je kind creatief en zelfredzaam, en dat is tegenwoordig zo belangrijk. Een school kiezen : waarom is dat toch zo verdomd moeilijk ?

Bernard heeft met zijn drie dochters (Lara, Eva, Jente) van zowel traditioneel als ervaringsgericht onderwijs geproefd en kan de twee bijgevolg met elkaar vergelijken. Veertien jaar geleden stonden hij en zijn vrouw voor het eerst voor een schoolkeuze. De oudste, Lara, moest naar de kleuterschool. Gemakshalve opteerden ze voor een parkschool van het stedelijk onderwijs in de buurt. De eerste jaren verliepen rimpelloos. “Ook het eerste studiejaar was een meevaller, met een heel geëngageerde juf”, vertelt Bernard. “Helaas gaf zij een vals beeld van de school. In het tweede jaar lag de nadruk op het presteren. Wie niet kon volgen, zou moeten dubbelen : die mentaliteit. De juf kregen we pas op het oudercontact te spreken. ‘God, Lara heeft het moeilijk’, waren de eerste woorden die ze tegen ons zei. Een dreun was dat. In plaats van dat ze zou vertellen hoe onze dochter zich gedroeg in de klas, kregen we meteen in de maag gesplitst dat ze een groot probleem had met rekenen.”

Voor pa en ma het signaal om in versneld tempo op zoek te gaan naar een alternatief. Eerst ging het richting een katholieke school, iets verderop in hun woonplaats Deurne. Dat bleek ook al snel een beproeving. Bernard : “De ouders mochten niet voorbij de schoolpoort. Ik kan me volgend zielig beeld zo weer voor de geest halen : Lara die na schooltijd helemaal achteraan in de rij staat te wachten, met haar fietsje. Eerst moesten de kindjes die te voet waren naar buiten. Na een maand zijn we daar letterlijk gaan lopen.”

Inspraak

Na de slechte ervaringen met het klassieke onderwijs was het tijd om een methodeschool te proberen. Zeppelin, een ervaringsgericht schooltje in Mortsel, charmeerde Bernard en zijn vrouw. “Al waren we nu langer onderweg, het pedagogische totaalproject dat we er aantroffen, compenseerde dat ruimschoots. Er was aandacht voor de zelfontwikkeling van de kinderen. Ze leerden er zich uiten. Elke dag begon met ‘de kring’, waarbij elk kind kwijt kon wat hij wou. Ze werden aangemoedigd om naar elkaar luisteren en in discussie te gaan.”

Werd Bernard voordien angstvallig buiten de schoolmuren gehouden, hier voelde hij zich heel erg betrokken. Een tijdlang was hij zelfs lid van de werkgroep personeel. “Uiteraard is het positiever dat ouders mee de klas in mogen zodat ze rustig afscheid kunnen nemen van hun kind. Toch kan ik me inbeelden dat je daar als leerkracht mee om moet kunnen. Ouders begeven zich op jouw terrein, ze zien je aan het werk. Dat kan confronterend zijn.”

“Mijn broer, die directeur is van een traditionele middelbare school in Brugge, vindt participatie van ouders onzin. Ik ben het helemaal niet met hem eens, maar soms had ik bij de discussies op de algemene vergadering, waar de ouders ook hun zegje konden doen, wel het gevoel dat ze altijd opnieuw het warme water wilden uitvinden.”

Leerplezier

Wat Bernard vooral bitter stemde, was dat hij ook op die methodeschool te horen kreeg dat de cijfers die Lara behaalde alarmerend waren. “Als zelfs zo’n kleine school geen alternatief kan bieden en leerlingen met een achterstand niet kan bijsturen, dan vind ik dat een pijnlijke vaststelling. Het mag toch geen elitaire school worden ?” Dankzij motoriekoefeningen en bijlessen wiskunde in het laatste studiejaar wist Lara toch nog een vrij vlot parcours af te leggen.

Toen het secundair voor de deur stond, besloot Lara naar Pius X te gaan, een grote katholieke school. Haar jongere zussen Eva en Jente zouden een totaal andere keuze maken : Groenhout, een jonge, ervaringsgerichte school. Bernard : “Pius X behoort tot de katholieke zuil, maar dat merk je nauwelijks. Lara volgt er woordkunst / drama, een erg veelzijdige richting. Groenhout is veel kleiner, organiseert meer extra muros-activiteiten, maar heeft één grote beperking : het biedt maar vier leerjaren aan.”

“Al heeft woordkunst / drama de naam een lichtere richting te zijn, de leerlingen schrikken toch wel van het volume opdrachten dat ze krijgen. Lara moet heel hard werken. Ze heeft meer lesuren dan Eva, die Latijn volgt. Wellicht biedt een traditionele school meer leerstof dan een methodeschool. Voor mij is dat echter niet het belangrijkste criterium. Je werkattitude, de mate waarin je voor jezelf opkomt : dat bepaalt veel méér het latere succes. En als ik de gruwelverhalen van anderen hoor, dan weegt de wetenschap dat al mijn kinderen met plezier naar school gaan nog het meest van al door.”

De didacticus : “Leerlingen uit methodescholen doen het zeker niet slechter.”

Peter Van Petegem is als professor in de vakgebieden onderwijskunde en didactiek verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Als verantwoordelijke van de onderzoekseenheid EduBROn buigt hij zich onder meer over het effectiviteitsonderzoek en de kwaliteitsbewaking van scholen. Als onderzoeker én als vader van drie heeft hij een goed beeld van de verschillende onderwijsvormen.

Naast het traditionele onderwijs heb je steiner-, freinet-, jenaplan-, montessori-, dalton- en ervaringsgerichte scholen. Hoe zie je als ouder door de bomen nog het bos ?

Ik kan me voorstellen dat het voor de buitenwereld niet altijd even duidelijk is wat de eigenheid van elke school is, terwijl ouders toch wel recht hebben op die informatie. De scholen moeten daarin tegemoetkomen, maar ook de overheid heeft hier een verantwoordelijkheid. Zoals in andere landen zouden de inspectieverslagen in een voor ouders bevattelijke taal gedeeltelijk openbaar gemaakt moeten worden.

Hoe achterhaal je de filosofie van de scholen zolang dat niet het geval is ?

Als ouders écht geïnteresseerd zijn, gaan ze actief op zoek naar die informatie. Vooral wie voor methodescholen kiest, doet dat heel bewust. Die vragen ook een actieve participatie van de ouders. Als je bijvoorbeeld je kind naar een freinetschool laat gaan, moet je dat met hart en ziel doen. Anders kun je het nodige engagement nooit opbrengen.

Intussen springen ook traditionele scholen op de leermethoden die de alternatieve scholen introduceerden. Een marketingtruc ?

Kwatongen beweren dat, maar zelf zou ik het zo niet willen stellen. Je hoort weleens de kritiek dat sommige scholen die het freinetconcept overnamen niet doorleefd genoeg zijn. Die methoden zijn ook niet beschermd. Gelijk welke school mag pretenderen ervaringsgericht te werken.

Het is duidelijk dat de methodescholen een niche aanboorden. Waarom trekken ze een steeds groter publiek aan ?

Omdat die ouders hun gading niet vinden in het reguliere onderwijs. Initiatieven van groepen gelijkgestemde ouders, samengebracht door een levenshouding en onvrede met het traditionele onderwijs, krijgen een kans om erkend en gefinancierd te worden. De vrijheid van onderwijs is een hoog goed in Vlaanderen. Dat mensen al enkele decennia voor methodescholen kiezen, is een bewijs dat ze iets te betekenen hebben. Anders waren ze al lang doodgebloed.

Bieden die jonge, nog zoekende vrije initiatieven genoeg stabiliteit ?

De oprichtende ouders moeten er met man en macht hun schouders onder zetten, willen ze een kans op slagen hebben. De betrokkenheid die daaruit voortvloeit, is een grotere garantie dan de leeftijd van de school. Ik ken immers scholen die al tientallen jaren bestaan, maar door verkeerde beslissin-gen getekend blijven door onzekerheid.

Bij sommige mensen leeft de vrees dat kinderen uit methodescholen het bij het voortstuderen lastig krijgen. Terecht ?

Methodescholen krijgen evengoed de inspectie over de vloer om erop toe te zien dat de eindtermen gehaald worden. Bij een onderzoek dat ik deed in het hoger kunstonderwijs stelde ik vast dat studenten die uit methodescholen kwamen het zeker niet slechter deden. Ze waren anders gevormd, dat wel. Ze zijn getraind in competenties, betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin, en laat dat net principes zijn die in het hoger onderwijs vandaag sterk aan de orde zijn.

Het verhaal van meer dan tien jaar geleden in de getuigenis hierboven – ouders die braafjes aan de schoolpoort moeten wachten op hun kinderen -, kun je dat vandaag nog altijd tegenkomen ?

Zeker. De mate waarin de ouders welkom zijn in de klassen varieert heel erg. Je hebt in alle netten scholen met een heel open cultuur en je hebt er waar, ondanks het formele bestaan van een ouderraad, de directie of het schoolbestuur de besluitvorming stevig in eigen handen houdt.

Wat raadt u ouders die voor een schoolkeuze staan nu precies aan ?

Dat ze zich informeren bij andere ouders en oud-leerlingen. Bezoek ook de scholen en liefst niet enkel op een open dag. Hou vooral rekening met de persoonlijkheid van je kind want dé ultieme school bestaat niet.

Onze conclusie :

Het onderwijs in Vlaanderen is zo divers dat de schoolkeuze er enkel moeilijker op wordt. Maar dat betekent ook dat, als je genoeg tijd investeert in de zoektocht, de kans bijzonder groot is dat je een school op het spoor komt waar je kind zich goed in zijn vel voelt. De tegenstellingen tussen het traditioneel onderwijs en de methodescholen zijn ook lang niet meer zo zwart-wit. Ook in sommige stedelijke en katholieke scholen komt de persoonlijkheid van het kind steeds meer centraal te staan.

Door Peter Van Dyck Illustratie Sebastiaan Van Doninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content