TONY VAN GULCK Met een tas is het als met een man
Hij ziet ze graag speels, verrassend en modieus. Boo! roepen de tassen van Tony Van Gulck. En daarom heeft hij ze ook zo genoemd, maar hij ziet met lede ogen aan hoe achteloos vrouwen ermee omgaan.
Zijn nieuwe bureau heeft de vorm van een schip. Eén en al hout, metaal en ronde patrijspoorten. Om de illusie echt te maken, cirkelt er een vijvertje rond het kantoor. Heel het gesprek lang blijven we in de ban van de boot. Uitdrukkingen als: veel werk voor de boeg, koers uitzetten en aan het roer staan, dringen zich op. “We raken maar niet van die boot af, nu ja, ik wil best kapitein op zee zijn, als het maar niet van de Titanic is”, zegt Tony Van Gulck.
Verdrinken lijkt er voor Van Gulck niet in te zitten, tenzij in een teveel aan werk. Het bedrijf Peekaboo werd in ’95 gestart, de tassencollectie kreeg de naam Boo!. Het merk heeft nu zo’n 250 Belgische verkooppunten. “Ik wist niet dat er zoveel winkels waren”, zegt Van Gulck. “Ik sta er steeds weer van te kijken als we de bestellingen versturen. Neem nu Temse. Hoeveel mensen zouden daar wonen? Het aantal stuks dat die verzetten, daar kan ik niet bij.”
Ook aan het buitenland wordt geleverd. Er zijn agenten of invoerders in Nederland, Duitsland, Zwitserland, Italië en Scandinavië. En er is losse verkoop naar Frankrijk, Engeland, Israël, Canada, Amerika en Singapore. Van Gulck staat er zelf nog van te kijken als hij het rijtje afgaat. “Als ze me drie jaar geleden hadden verteld dat ik nu zo ver zou staan, dan had ik het nooit geloofd.”
Voor Boo! zat u bij Laurent David. In de woelige periode dat Xavier Kegels is weggegaan en vóór de overname van de Kipling-groep.
Tony Van Gulck: Dat was een avontuur. Ik heb daar ontzettend veel geleerd en ben het bedrijf dankbaar voor die kans, maar het was een turbulente periode. Ik kwam in een stuurloze situatie terecht. Xavier was in ’86 opgestapt en dat vertrek was moeilijk te verwerken.
Zelf zou hij graag op zijn graf zien staan: hij leerde zijn volk tassen dragen, en dat is eigenlijk ook wel zo.
Ere wie ere toekomt. Laurent David, Kipling, Hedgren. Xavier Kegels heeft gewoonweg een nieuw marktsegment gecreëerd. Hij heeft fashion en ritme geïntroduceerd in een sector die dat helemaal niet aandurfde. Hij is een grote meneer in de tassenwereld, zoveel is zeker.
Het was dan ook erg duidelijk dat er bij Laurent David iets moest gebeuren. Men had ondertussen beslist dat de secretaresse het ontwerpen dan maar op zich moest nemen, en dat kan gewoon niet. Ik heb de zaak anderhalve maand bekeken en ben dan met mijn ideeën naar het management gestapt. Er moest op korte termijn iets veranderen. Vooral omdat Xavier op dat moment Kipling uitbracht, wat insloeg als een bom.
En plots werd u tot directeur gebombardeerd en kon u beginnen herstructureren.
Ik was 27 toen ik die functie aangeboden kreeg. Van de ene dag op de andere was het van: je bent nu directeur, los het maar op.
Weet je, Laurent David was opgericht door mensen die eigenlijk in de maritieme sector zaten, door een trading company. Ze hadden een volledig ander idee over de structuur en organisatie van een bedrijf. Om je een voorbeeld te geven: er werkten drie maal zoveel mensen in de boekhouding als in de verkoop. Om de sfeer te schetsen: men had het lumineuze idee gehad om de goederen in consignatie te geven. De winkelier bestelde dus naar hartelust en moest pas betalen op het moment dat de tassen verkocht waren. Dat was een enorme investering. Zo’n systeem vroeg ook om een vorm van controle. Dus moesten tellers de winkels langs om een inventaris te maken. Enfin, gekkenwerk. Een compleet misgroeide structuur.
Er werkten vijftig mensen en ik ben geëindigd met twintig. Nachtmerries heb ik daaraan overgehouden, dat wil ik nooit meer meemaken. Mensen met twintig jaar dienst die je moet ontslaan, daar ben je ziek van. Als ik zo lang een eenmansbedrijf ben gebleven – ik doe alles zelf: van ontwerpen tot verkoop, factureren en containers uitladen – dan is het omdat ik die situatie niet wil herhalen. Als ik personeel aanneem, wil ik er zeker van zijn dat ik hen een goede toekomst kan bieden.
Nu, dat klinkt allemaal zo somber. Uiteindelijk hebben we ook fijn gewerkt bij Laurent David en bovendien nog hele mooie collecties gemaakt. De ploeg die overbleef, bestond uit fantastische mensen die zich wonderwel vol enthousiasme bleven inzetten voor het merk.
Maar u ging er wel weg, bij de Kipling-overname.
Toen werd de zaak te groot voor mij, te veel business en cijfers. Mijn persoonlijkheid botste met die van de nieuwe firma, laat ik het daarbij houden.
Wist u onmiddellijk dat u zelf een tassencollectie wilde beginnen?
Ik had zoiets van: ik zie wel waar ik terechtkom, dat zal wel op z’n pootjes vallen; maar ik wilde eerst wat vakantie, een maandje nietsdoen. Daar was ik amper een week mee bezig toen de telefoons en faxen kwamen. Van fabrikanten in het Verre Oosten; mensen met wie ik nauw had samengewerkt. Er volgde een aanbod: we sturen je een vliegtuigticket, laat ons samen iets nieuws beginnen want wat we hebben opgebouwd, kunnen we niet zomaar laten vallen. Dat was een heel fijn gevoel, ja.
Dan ben ik beginnen nadenken, heb ik krachtlijnen op papier gezet en uiteindelijk ben ik tot het Boo!-concept gekomen. Eén zaak heb ik altijd vooropgesteld: ik wil compleet breken met het verleden. Ik wil geen enkel raakvlak met Laurent David, ik wil het allemaal anders. Ik moet in de spiegel kijken en kunnen zeggen: I did it my way. Tot op vandaag de dag heb ik er eigenlijk wat moeite mee als mensen reageren: Tony Van Gulck, da’s die van Laurent David vroeger. Dan zeg ik: nee, da’s die van Boo! De rest is gedaan, voorbij.
Laten we het dan snel over iets anders hebben. Uw positionering is bijzonder en tegelijkertijd het ei van Columbus: modieuze, maar betaalbare tassen.
Toen ik wat rondkeek, op zoek naar inspiratie, viel het me op dat de grote successen van de laatste jaren stuk voor stuk modieus waren: Prada, Gucci, Fendi, de Lady Di van Dior. Er was dus duidelijk een belangstelling voor fashion-accessoires. Maar die designerspullen kosten ontzettend veel. Als ik betaalbaarheid met een modieuze vormgeving kan combineren, dan moet ik klanten hebben, dacht ik.
Hoe ligt de verhouding tussen mode en basics in uw gamma?
Veertig procent van de verkoop is fashion, de rest gaat naar het basisgamma. Dat is geen slechte verhouding.
We proberen uit te pakken met verrassende en speelse dingen, vooral wat kleuren en materialen betreft. Ik vind het gangbare aanbod zo somber.
Zelf koop ik ook altijd zwart en bruin, hoogstens iets wits voor in de zomer.
Tja, zo zijn de meeste vrouwen. Maar de Boo!-vrouw niet hoor. Enkele seizoenen geleden hadden we boodschappentassen in onder andere pastelgroen. En dat verkoopt, jawel. Het is een lang gevecht geweest, maar nu staan we bekend voor die kleuren, en de klanten verwachten een uitgebreid palet van ons.
Zijn er bepaalde modellen in het gamma die klassiekers geworden zijn?
Elk seizoen verandert zestig procent van de collectie, maar onze rugzak – het is eigenlijk meer een kegelvormige tas op je rug – moeten we steeds weer bijmaken. Dat is echt een blijver.
Was Boo! een onmiddellijk succes?
Het is vrij snel gegaan. Na de allereerste levering was er een klant die onmiddellijk belde. Hij had er diezelfde namiddag al twintig verkocht en wilde bijbestellen. Toen hebben we een vreugdedansje gemaakt.
Had u dat verwacht?
Ik had van bij het begin wel een vermoeden dat we goed zaten. Er zijn een aantal spannende momenten als je een bedrijf opstart en één daarvan is als de eerste stalen aankomen. Toen we die bekeken, vielen bij mij de twijfels weg. Ik dacht: dit ziet er goed uit, dit moet lukken.
Hoe zou u de Boo!-stijl omschrijven?
Ik hoop dat onze producten mooi zijn, smaakvol. We brengen materialen en kleuren op een onverwachte manier samen, maar het geheel moet elegantie uitstralen. Het zijn ook altijd gestructureerde tassen, geen rommelzakken, er zit een duidelijke vorm in. Dat is waarschijnlijk omdat ik de tas van mijn vrouw altijd moet omkieperen om er iets in te vinden; een euvel waaraan ik trouwens nog niks heb kunnen veranderen.
Mijn persagente gebruikt Boo! en zij vertelt me dat ze er altijd commentaar op krijgt. Niet negatief, maar zo van: tiens, da’s speciaal, waar heb je dat gehaald? Onze ontwerpen laten niemand onberoerd, ze gaan nooit onopgemerkt voorbij. Boo! maakt iets los, lokt iets uit. Dat merk ik ook in de winkel. De eerste weken als de nieuwe collectie geleverd is, staat de telefoon niet stil. Mensen vinden het nodig om er iets over te zeggen, ze hebben er blijkbaar onmiddellijk een emotionele band mee.
De verhouding tussen een vrouw en haar tas is dan ook erg intiem. Zo’n tas is onze vaste compagnon.
En toch willen jullie er geen geld aan uitgeven en gaan jullie er verschrikkelijk nonchalant mee om. Die tas moet maar alles verdragen, wordt in de auto gesmeten, moet elke dag weer dienstdoen. Vrouwen hebben weinig respect voor hun tas. Nu is het moment aangebroken voor mij om te zeggen: het is met een tas net als met een man.
In de zin van: hij laat niemand onberoerd, lokt reactie uit, andere vrouwen willen weten waar ik hem gehaald heb?
Ja, stel je voor. Tiens, da’s een speciale die man, van wie is die? ( luide lach) Nee, ik bedoel dat een tas iets heel vanzelfsprekends is en toch ondergewaardeerd wordt. Zonder haar tas is een vrouw verloren, radeloos. Maar zolang ze hem nog heeft, gaat ze er zeer achteloos mee om.
Er zit een grond van waarheid in uw bewering. Ik geef achtduizend frank uit aan een paar schoenen, maar ben niet bereid dat te betalen voor een tas. Terwijl ik die tas veel intensiever gebruik.
Tassen hebben heel lang onderaan de ladder gestaan. Eerst komen kleding, lingerie, schoenen en kousen en uiteindelijk de tas. Er is slechts één ding dat minder betekent en dat is de herensok. Want dat krijgen wij dan cadeau als mevrouw een tas heeft gekocht. “Schatje, ik heb voor u ook iets meegebracht.”
Maar de plaats van de tas evolueert. Vrouwen beginnen het belang in te zien van het juiste model om een outfit af te maken. Het is de kers op de slagroom, maar de kers is essentieel.
Lene Kemps / Foto’s: Tom Niemans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier