Toerbroeders
De ene, Rick de Leeuw, heet een wilde rocker te zijn. De andere, Jan Hautekiet, een keurige en gereserveerde heer. Wie had ooit gedacht dat die twee nog wapenbroeders zouden worden, laat staan boezemvrienden ?
JAN HAUTEKIET
“Een storm. Een vuurwerk. Dat is Rick. Als hij je pad kruist, kun je hem niet niet gezien of gehoord hebben. Ideeën blijven uit hem stromen. Het stopt nooit. Daarin kunnen we elkaar vinden. Met Rick in zee gaan vraagt veel energie, maar je krijgt er ook veel voor terug. Onze optredens zijn altijd intens. Na afloop voel je dezelfde gezonde vermoeidheid als na sport.”
“Ik zal Rick in zijn Tröckener Kecks-periode ongetwijfeld geïnterviewd hebben op een of ander festival, maar de eerste ontmoeting die me echt is bijgebleven, was toen we samen bij het project Spelers & Drinkers betrokken waren, een hommage aan Johan Verminnen. Na het laatste concert van die tournee had hij een briefje voor me achtergelaten. Er stond te lezen hoe fantastisch hij de ervaring had gevonden en hoe hard hij het zou missen. Een stoere kerel die zo zijn gevoelens toont : dat heb ik zelden meegemaakt. In tegenstelling tot sommige andere Nederlanders is zijn woordenstroom nooit gratuit. Hij heeft een heel scherpe blik. Hij probeert met bedachtzaamheid en goesting de dingen juist te formuleren. Daarom geniet ik van zijn gezelschap.”
“In 2002 vroeg een vriend van me of ik met een zanger een privéconcert wou geven. Hij suggereerde om Rick te polsen. Ik betwijfelde of ik hem kon overhalen : hij was net met de Kecks gestopt en had eigenlijk geen zin om weer op een podium te staan. Na wat bedenktijd zei hij tot mijn verbazing toch ‘ja’. Dat eerste optreden was nog aarzelend. Pas toen we een jaar later samen een reeks concerten gaven, kregen we in de mot dat we iets konden opbouwen.”
“Met de Kecks had ik weinig affiniteit. Dat was mijn wereld niet. Ik moet bekennen dat ik de popmuziek in achteruitversnelling leer kennen. Wie vijftien jaar geleden had durven suggereren dat ik ooit nog iets samen zou doen met Rick, had ik gek verklaard. Hoe raar kan het lopen. Dat ik, met mijn tamelijk cerebrale smaak, net met die gast nu op een podium sta. Dat verschil is precies ons geheim. We zijn heel complementair. Ik kom uit de hoek van de jazz, Steely Dan en moeilijke symfonische rock : noem het muzikantengefriemel. Rick daarentegen komt uit de punk en de poëzie. Daartussen ligt een groot te ontginnen terrein. Ik heb bij hem een gevoel van enorme vrijheid. De huidige voorstelling hebben we meer dan honderd keer gespeeld, maar we houden het fris. We experimenteren constant met de vorm. We laten alles open, zodat het nog kan evolueren. Met Patrick Riguelle, mijn andere compagnon de route, zie ik me niet twee jaar na elkaar met dezelfde show toeren. Met Patrick gaat het in korte golven, met Rick is het een trage tsunami.”
“We wurgen elkaar niet. Er is niets bij van moeten. Het is vooral heel veel willen. Onze samenwerking is organisch gegroeid. Omdat het toeval ons samen bracht, was het een coup de foudre. Rick is een van mijn beste vrienden, zonder dat we elkaars deur platlopen. Die vriendschappen, waarin niets moet en alles kan, zijn het stevigst. We hebben ieder ons eigen leven. Al hoeven we niet onze zak met zorgen uit te kappen over de tafel, daar ben ik trouwens te discreet voor, toch kan ik alles kwijt. We kunnen heel hard zijn tegen elkaar. We zijn allebei soepel genoeg om opmerkingen van de ander te aanvaarden. We zeggen wat gezegd moet worden.”
RICK DE LEEUW
“Jan is begenadigd. Als radiomaker, als pianist, als vriend. Ik ken niemand die de dingen die hij schijnbaar achteloos kan, in dezelfde mate van perfectie beheerst. Hij heeft ook een groot hart. Hij bezit de gave met veel mensen te kunnen omgaan. Er zit een logica in zijn handelen, waardoor je makkelijk mee stapt in zijn verhaal. Sinds Spelers & Drinkers logeer ik af en toe bij hem. Intussen heb ik zowat mijn eigen kamer in Chateau Hautekiet. Daar voel ik me thuis.”
“Toen ik zeven jaar geleden stopte met Tröckener Kecks was ik ervan overtuigd dat ik nooit meer op een podium zou staan. Ik zag het als een afgesloten hoofdstuk en verplichtte mezelf iets heel anders te gaan doen. Jan, gewiekst onderhandelaar, heeft me toch opnieuw naar het podium weten te lokken. Ik denk dat ik honderd keer ‘nee’ heb gezegd en toch stond ik daar ineens weer. Hij vroeg of ik met hem wou optreden. Ik vertelde hem dat ik geen zin had om op een feestje liedjes van de Kecks te zingen. ‘Dan zing je toch andermans liedjes’, opperde hij. ‘Ik doe liever mijn eigen ding’, antwoordde ik. ‘Ik schrijf gedichten en verhalen.’ Waarop Jan zei : ‘Je kan die tussendoor voorlezen.’ Voor hij ophing, hoorde ik nog net de datum van optreden. Met zachte hand leidde hij naar dit avontuur.”
“Met Jan is het uiteraard heel anders dan met een rockband. Ik ben blij dat hij het geduld heeft gehad om mij die verrijking te gunnen. Jan is zo’n snelle geest. Hij geeft zijn vele activiteiten een eigen plek en kan snel van het ene naar het andere overschakelen. Je voelt dat hij nooit met zijn gedachten elders zit. Stel je voor dat hij de reorganisatie van de VRT mee op het po- dium zou nemen ! Onze show is voor honderd procent gebaseerd op vertrouwen. Als dat er niet is, stort alles in. Als iemand van ons valt, weten we dat de ander hem opvangt. Voor mij als performer is dat een unieke ervaring. Dit met twee doen, is als bergbeklimmen : je bent van elkaar afhankelijk.”
“Onderweg naar Brussel, vanuit Friesland, waar je voor 23 mensen bent opgetreden omdat het samenviel met het WK Schaatsen. Daar wordt een duo gesmeed of gebroken. In ons geval : gesmeed. Jan moest voor dat optreden een halve dag vrij nemen en bijna 500 kilometer rijden : meer dan 20 kilometer per toeschouwer. En toch deed hij dat met véél plezier. Uiteraard vond hij dat de moeite waard. Is een optreden in een uitverkochte zaal per definitie beter ? Dat is een ingesteldheid die ik enorm waardeer in Jan. Want zo bouw je iets op. En reken maar dat met die attitude de volgende keer in Drachten de zaal wél vol zal zitten.”
“We hebben een ongebreideld enthousiasme dat eigenlijk niet meer bij onze leeftijd hoort. Elke avond staan we weer te trappelen van ongeduld om op te mogen. Op dit moment ken ik niemand met wie ik dit liever zou doen dan met Jan. Het beeld van de gereserveerde en stoïcijnse Jan Hautekiet die altijd alles onder controle heeft, wordt ontkracht als hij achter zijn piano zit. Er komt dan een bruisende vulkaan van emoties los. Alles wat hij in zich heeft, geeft hij. Dat kan hij nu veel méér dan enkele jaren geleden. Wellicht durft hij zich meer bloot te geven door dat vertrouwen. Het is een genot om telkens weer die jonge hond in Jan te zien dartelen.”
De voorstelling ‘Het Leven Is Nog Nooit Zo Mooi Geweest’ toert nog tot 11 april door ons land. Info : www.hautekietdeleeuw.be
Door Peter Van Dyck – Foto’s Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier