Tijdgenoten

Na acht jaar met Het Gevolg te hebben meegevaren, waagde regisseur Arlette Van Overvelt (30) de grote sprong met een eigen jeugdtheatergezelschap: luxemburg.

Waarom de naam luxemburg? Ik vind het in de eerste plaats gewoon een heel schoon woord. Ik wou ook iets dat kinderen makkelijk konden onthouden, zonder in clichés te vervallen. Luxemburg is een klein landje. Een beetje louche ook. Mensen komen er tanken of gaan er langs de bank, maar niemand blijft er. Iedereen is er op doorreis. Dat vond ik wel een goede metafoor voor het toneel. Bij ons wipt het publiek ook maar even binnen. Daarnaast ben ik ook van mening dat theater je leven luxueus kan maken.

De taal die ik bij Het Gevolg vond, diep ik nu verder uit. De drie producties die we al gebracht hebben, zijn heel representatief voor wat we met luxemburg willen doen. Ze vertegenwoordigen de drie pijlers waarop we steunen: “Muzet Superet” is heel muzikaal, de monoloog “Mijn Vader” is puur teksttheater en bij “Nina En Thomas” ligt de klemtoon op het visuele. Welk stuk we ook brengen, we proberen altijd het jonge publiek au sérieux te nemen. Ik wil niets uit de weg gaan. Je kan volgens mij àlle thema’s aansnijden, zolang de taal waarin je het brengt maar verstaanbaar is voor kinderen. “Nina En Thomas” gaat bijvoorbeeld over alleen achterblijven en leren op eigen benen staan. Dat is ook iets wat volwassenen bezighoudt. Ik wil wàrme voorstellingen maken. Niets is taboe, maar ik wil wél de kinderen met een goed gevoel naar buiten laten gaan. Ik hou niet van nihilisme. De vormgeving is bij luxemburg altijd heel eenvoudig. Ik schrap al het overbodige, tot alleen de essentie overblijft.

We hebben Josse De Pauw een schrijfopdracht gegeven voor volgend seizoen. “Zetelkat” zal het stuk heten. Ik was al heel lang fan van hem, maar wist ook dat hij in het verleden boude uitspraken had gedaan over jeugdtheater. Dat hij het niet nodig vond om speciaal iets voor jongeren te maken. Maar omdat z’n teksten altijd poëtisch en toch heel toegankelijk zijn, vond ik hem geknipt voor de job. Zijn taal is simpel en tegelijk heel rijk aan schakeringen. Ik had het hem nooit zelf durven vragen maar de dramaturge met wie ik samenwerk, Griet Op de Beeck, kende Josse een beetje en benaderde hem indertijd voor de bewerking van “Nina En Thomas”. We stuurden hem het kinderboek. Met spijt in het hart liet hij weten dat hij graag had meegewerkt, maar er helaas op dat moment geen tijd voor had. Omdat hij zo positief reageerde, hebben we dan toch een keer op café afgesproken. En toen bleek dat hij graag iets voor ons wilde schrijven. Ik had de indruk dat hij, door zelf een kind te hebben, veranderd was. Het is ook knap om te zien dat hij, hoewel hij meer ervaring heeft en een pak ouder is, openstaat voor onze commentaren. Het is een feit dat heel wat regisseurs en acteurs op jeugdtheater neerkijken. Dat merkte ik al toen ik op het Ritsc school liep. Geen enkele docent praatte erover. Ik had er bijgevolg geen benul van dat er iets als een kinderproductie bestond. Toen ik in het derde jaar zat, had ik helemaal geen voeling met de avondvoorstellingen waarnaar ik ging kijken. Het was me té droge kost. Ik miste muziek en beweging. Ik begon me zelfs af te vragen of ik in die toneelopleiding wel op m’n plaats zat. Toevallig zag ik toen “Maria Viers Lokaal” van het toenmalige Oud Huis Stekelbees. Meteen wist ik: dit wil ik doen! Dat was volledig nieuw voor mij. Ik ging steeds meer naar jongerenproducties kijken en voelde mij daar veel beter bij. Maar misschien marginaliseert het jeugdtheater zich wel door te veel in z’n schulp te kruipen. Daarom wil ik gerust projecten aangaan met de grote broers van het avondtheater.

“Mijn vader” speelt van 12/9 tot en met 18/10 in heel Vlaanderen. “Muzet Superet” start op 19/9 in CC Leuven en loopt tot eind juni ’99 in Vlaanderen en Nederland. Info Tel. (03) 272.59.97.

Dit is de laatste aflevering van “Tijdgenoten”.

PIET DIERENS / FOTO HYPNOVISUALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content