Thuis in de nachtclub
Een donkere sfeer, een erg bonte verzameling objecten, en vrienden die hier elke week cocktails komen drinken. Deze Luikse loft is een beetje zoals de stad zelf : eigenzinnig, verrassend en vol leven.
De naam Vurige Stad dankt Luik onder meer aan haar kolossale industriële verleden : de staal-, glas- en wapenindustrie hebben hier hun niet altijd even fraaie sporen nagelaten. In die mate zelfs dat men weleens vergeet dat deze plek ook historisch en cultureel van belang is. Karel de Grote werd hier geboren, en de stad is begiftigd met een aantal parken, tuinen en belangrijke monumenten, waaronder het prins-bisschoppelijk paleis, de kathedraal, de collegiale kerken van Sint-Jacob, Sint-Martinus en Sint-Bartholomeus. Frans van taal en hart – veertien juli, de Franse nationale feestdag, wordt er gevierd als een Luiks feest – heeft de stad altijd opengestaan voor de Romaanse en Germaanse culturen. Het is goed leven in dit ‘kleine Frankrijk aan de Maas’.
Vanaf de citadel zie je hoe de Maas zich in tweeën splitst in het hart van de stad en zo een eilandje vormt, om zich daarna weer samen te voegen tot één grote rivier. Vele industriële en historische gebouwen aan de oevers hebben intussen een herbestemming gekregen. Zoals dit kazernecomplex uit de negentiende eeuw. Het staat op de plek waar in 1231 een klein klooster werd gesticht, dat tijdens de Franse Revolutie compleet werd verwoest. Rond 1810 werd het heropgebouwd om een kleine dertig jaar later omgevormd te worden tot kazerne. Dat het de thuisbasis was van de Luikse génie militaire, is nog te zien aan de Grand Manège, een zaal van 1700 vierkante meter groot met een immense houten overspanning van maar liefst 27 meter. Sedert enkele jaren bieden de gebouwen onder meer onderdak aan de gerenommeerde kunstacademie en architectenopleiding Institut Saint Luc.
Ook particulieren voelden zich aangetrokken tot de bijzondere locatie. In 2002 kocht architect Henri Simonis hier een van de vroegere paardenstallen en verbouwde die tot een loft. Vanaf de kade duiken we het binnenterrein in van de voormalige kazerne, waar we in de hoek de toegang tot de loft ontwaren die bewoond wordt door Henri en zijn vrouw Anne Françoise. Via de entree en een zwart-wit gestreept serviceblok, de verbinding tussen bureau- en woongedeelte, arriveren we in de living : een kolossale open ruimte, vrij donker van sfeer maar met veel karakter. Een paar interieurelementen springen meteen in het oog : de open haard van beton en Cortenstaal, de zwarte stalen kolommen die de hoogte en diepte van deze ruimte nog eens benadrukken, de witte keukencounter die samen met de halfhoge wand voor het slaapgedeelte toch voor enige afscheiding zorgt.
De leefruimte meet twintig bij tien meter en is vier meter hoog, en daarbij komt nog een bureaugedeelte van acht meter bij acht. Henri Simonis : “Toen we dit kochten was het gedeelte dat we als woonruimte wilden gebruiken acht meter hoog. Door middel van een betonvloer hebben we hierboven een tweede loft gecreëerd die we doorverkochten. Een vier meter hoge ruimte heeft nog net een menselijke schaal, een living van acht meter zou daarentegen te hoog worden. De totale verbouwing is met een zeer klein budget gedaan en het geld is besteed aan het meest essentiële wat de ruimte nodig had. Een loft heeft daarnaast eigenlijk niet veel meer nodig.” Het fenomeen kwam overgewaaid uit hip en trendy New York van eind jaren zeventig. Voormalige fabrieks- en opslagruimten en ateliers werden aangepast als woonruimte, voornamelijk door kunstenaars, en zo ontstond een alternatieve manier van wonen : grote ruimten die naar eigen wens ingedeeld kunnen worden, met een aangepaste verwarming, nieuw sanitair en elektrische installaties, maar vooral de bereidheid om open te wonen.
“Anne Françoise en ik hebben een grote collectie van gadgets, speelgoed, posters, opgezette dieren en dergelijke”, vervolgt Simonis. “Die moest een belangrijke plaats krijgen. In de jaren tachtig speelde ik in een punkrockband en ben toen veel beginnen kopen op tweedehandsmarkten en tijdens buitenlandse trips. Er zit geen concept achter de verzameling, deze objecten zijn echt mijn leven opgetast in rekken. Ik zou mijn loft kunnen verlaten, maar niet mijn spullen of platen.” Die grote platenverzameling is opgesteld in een hoek achter een zwart glanzend blok. Hier bevindt zich een echte dj-hoek met geluidsinstallatie, mengpaneel en enkele platenspelers. “Onze loft is natuurlijk ook bedoeld voor fun, we ontvangen regelmatig onze goede vrienden uit Luik. De centrale ligging in het centrum is ideaal daarvoor en het multifunctionele concept van de loft laat zoiets toe. Eens per week serveren wij hier cocktails in ‘Sim’s Private Club’…”
Door Marc Heldens I Foto’s Verne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier