Tegengewicht
Een uitnodiging voor een Facebookgroep met mijn postcode ? Natuurlijk sluit ik me aan. Hupla, klik. Handig toch om te weten wat er te gebeuren staat in de buurt waar ik pas ben komen wonen. Toch is het ook wel wat vreemd. Zou ik niet beter op café gaan in plaats van online in mijn wijk rond te hangen ? Absurd toch ? In het maartnummer van de Britse editie van het mannenmaandblad Esquire analyseert schrijver Joshua Ferris treffend de impact van technologie op ons leven : “Als we uit de metro stappen, stoppen we vijf minuten om te checken of we al onze bezittingen wel bij ons hebben. Niet de fysieke, maar de updates, sms’jes of e-mails die binnengekomen zijn terwijl we onder de grond zaten. Ondertussen merken we de buitenwereld niet op : het kind in de buggy, de hond in gevaar, de meisjes in zomerjurkjes. Want wat betekenen nu al die meisjes in zomerjurkjes ten opzichte van de mogelijkheid dat dat ene meisje een berichtje gestuurd kan hebben ?”
Het laveren tussen de digitale en de echte wereld out there, het is niet evident. Maar het opent wél perspectieven voor interieurinrichters. Op een lezing zei trendwatcher Herman Konings : “Enerzijds gaan we resoluut voor nieuwe consumententechnologie en virtuele sociale netwerken. Maar anderzijds kiezen we ook voor alles wat écht is en helemaal niets met die technologie te maken heeft : knikkers bijvoorbeeld. Of open haarden. De verkoop van hardhouten vloeren is opvallend gestegen het afgelopen jaar.” Enkele weken later, bij de opening van het VitraHaus (zie p. 40), hoorden we toparchitect Jacques de Meuron net hetzelfde zeggen : “Architectuur is een tegengewicht voor de virtuele wereld die meer en meer impact krijgt. Een gebouw kun je aanraken, ruiken, voelen.” Te veel virtueel doet ons snakken naar aanraakbare gebouwen en interieurs, naar natuurlijke materialen als steen, hout en leder (zie bijvoorbeeld interieur p. 98), of naar muurbekleding gemaakt van schors van een Afrikaanse boom of van superzacht geplooide suède. (zie p. 28)
De digitale overdosis is misschien de reden waarom ik de jongste tijd zo graag wandel ? Soms kilometers lang. Het is de ideale manier om vanuit mijn nieuwe buurt de hele stad beter op te nemen : haar straten en steegjes, haar winkels en geheime adressen. En haar bewoners. Dingen die ik op geen enkele andere manier kan zien, horen, ruiken of proeven. Ook voormalig Talking Heads-zanger David Byrne verkent graag steden. Hij doet dat op de vouwfiets. Sinds de jaren tachtig al neemt hij die mee op tournee. Hij schreef pas Bicycle Diaries, dat nu vertaald is : een verslag over ontmoetingen en hun gevolgen in Berlijn, New York, Istanbul of Londen. “Steden zijn fysieke manifestaties van onze diepste overtuigingen en onze veelal onbewuste gedachten”, schrijft hij ter inleiding. “Onze waarden en verlangens zijn er soms akelig en ontstellend simpel uit af te lezen. Door dit alles heen fietsen is alsof je de collectieve zenuwbanen van een of ander enorm wereldwijd brein doorkruist.”
Met wandelen is het net zo : al stappend geloof ik de stad beter te begrijpen en bovendien maak ik er compleet deel van uit. In tijden van te veel to-dolijstjes en een overvolle mailbox geeft het me het gevoel het leven helemaal zélf in handen te hebben. Bovendien geeft het energie. Logisch, vindt Pierre de Meuron. “Mensen zijn levende wezens, voetgangers, we hebben behoefte aan beweging. De interactie tussen mens en stad moet absoluut gestimuleerd worden”, vindt hij. Zijn architectenbureau kan daar heel wat in betekenen. “De uitdaging ligt erin om alles weer meer in de stad te organiseren, om ons te concentreren op het centrum. De jongere generaties van nu – twintigers, dertigers, veertigers – hebben daar behoefte aan. Dat is nieuw en dat is goed.” (p. 40)
Of is er nog een grotere digitale revolutie nodig om die jongste generatie meer te doen wandelen, joggen (zie p. 140) of fietsen door de stad ?
Op de fiets, David Byrne, uitgeverij De Bezige Bij/ Thomas Rap, ISBN 978-90-6005-995-1, boekbespreking op www.focusknack.be
leen.creve@knack.be
Leen Creve, Redacteur Wonen
“Al stappend geloof ik de stad beter te begrijpen en bovendien maak ik er compleet deel van uit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier