Stad boven water
Zelden keek een stad zo uit naar een evenement als Zaragoza. Expo 2008 moet de vijfde grootste metropool van Spanje weer op de kaart zetten. En zeggen dat haar toeristische troeven voor het grijpen liggen.
Dat Zaragoza wind in de zeilen heeft, kan u moeilijk ontgaan. Na aankomst in de nieuwe luchthaven, waarvan al voorspeld wordt dat ze snel te klein zal zijn, leidt de weg langs een ketting van infrastructuurwerken, bouwwerven en net opgeleverde woonwijken. Nergens in Spanje groeit het inwonersaantal immers zo sterk. Ook rond het multifunctionele trein- en busstation Zaragoza-Delicias en in het stadscentrum zijn een kraan of stelling snel gevonden, en de middenstand en vastgoedsector re-noveren mee.
“We hebben moeilijke jaren achter de rug”, zucht de taxichauffeur. “Het is alsof het bestuur meteen alles wilde realiseren waar het twintig jaar lang over praatte.” Maar zijn blik in de achteruitkijkspiegel verraadt de trots én de hoge verwachtingen van zijn bijna 700.000 stadsgenoten. Dertigduizend van hen hebben zich aangemeld als vrijwilliger om de internationale tentoonstelling mee in goede banen te leiden. Om voor mankracht te zorgen en slaapplaatsen in studentenkamers (er zijn maar 7600 hotelbedden), eindigt het academiejaar zelfs enkele weken eerder. Wie u ook aanspreekt, de expo is hét gespreksonderwerp. Van de reclameborden tot de expokoekjes bij de bakker en de expomenu’s in de restaurants : Zaragoza is expogek.
Bommen in de kerk
Al is er ook scepticisme : de studenten vrezen voor de huur- en eetprijzen, anderen voor de levenskwaliteit en de geroemde hartelijkheid. “Vele mensen wonen hier uit overtuiging”, zegt journaliste Natalia AsÃn. “Zaragoza biedt nu eenmaal veel voordelen ten opzichte van Madrid en Barcelona.” De krantenjournaliste van de Heraldo de Aragón maakt een reportage over de buitenlandse journalisten die de hoofdstad van de autonome regio Aragón bezoeken. Het perscentrum van Expo 2008 leverde duizenden accreditaties af. Een nieuwigheid voor een stad waarvan de grootste troef – haar strategische ligging in de driehoek Madrid-Barcelona-Bilbao, vlak bij de skipistes in de Pyreneeën – ook een nadeel is. Met zulke buren kijken toeristen immers al gauw de andere kant op.
Ten onrechte, want dit handels-, diensten- en logistiek centrum bulkt van de toeristische troeven. De meeste daarvan bevinden zich in de oude stad of Casco, met nog steeds de rechthoekige vorm van de oorspronkelijke Romeinse nederzetting. Van ‘Caesaraugusta’ blijven het in 1972 ontdekte amfitheater, het forum en de publieke baden over, die alle musea werden. Van recentere datum zijn de stenen brug uit de vijftiende eeuw, de renaissancepaleizen en een dozijn kerken in barokstijl. De trekpleister is echter de BasÃlica de Nuestra Señora del Pilar, een imposante kathedraal uit 1681. Het uitzicht in de noordwestelijke toren, tachtig meter boven de Plaza del Pilar, past in de categorie onvergetelijk.
Hetzelfde geldt voor de devotie van de gelovigen op de kerkvloer. Volgens de overlevering liet de Maagd Maria in het jaar 40 op deze plek immers een zuil ( pilar) uit Jeruzalem achter. De stad, die jaarlijks rond 12 oktober het religieuze Festival del Pilar houdt, is dan ook het centrum van de Mariaverering in Spanje. Overigens vielen er tijdens de Spaanse burgeroorlog drie bommen door het dak, die op miraculeuze wijze niet ontploften. De gaten zijn intact, net als de explosieven aan de muur. Minder anekdotisch zijn de fresco’s van Francisco de Goya. Binnenkort wordt die met een door Herzog & de Meuron ontworpen museum bedacht. Tot dan hangt zijn werk in het Museo Camón Aznar in de Calle Espoz y Mina. De toegang is gratis, net als in het Museo de Tapices op de Plaza de la Seo, met wandtapijten uit Brussel en Doornik.
Tapas en espadrilles
Ook het AljaferÃa (drie euro, info : www.cortesaragon.es) ten westen van de oude stad loont de moeite. Het islamitische paleis werd in de elfde eeuw opgetrokken door de Arabieren, die de plak zwaaiden in Zaragoza sinds 714. Later bouwden de koningen van Aragón nieuwe vertrekken boven op het oorspronkelijke paleis. In de mudejarstijl, die na de reconquista moslim- en christelijke invloeden combineerde en die ook de La Seokathedraal en torens in de oude stad kenmerkt. Het tot fort omgebouwde paleis is nu als Werelderfgoed erkend door de Unesco en is de zetel van het regionale parlement.
Geen bezoek kan echter zonder een wandeling in de ‘Tubo’, een web van stegen en pleintjes achter de Plaza de España. Hier kunt u beschermde streekproducten als de Teruelham en de Somontanowijn ontdekken. Andere specialiteiten zijn onder meer ternasco (jong geroosterd lamsvlees) en ajoarriero met kabeljauw, look en ei. Al houdt u het misschien wel bij tapas. Aangemoedigd door diverse culinaire wedstrijden sloven de lokale tapasbars zich uit. Inspecteer de eetgelegenheden en de rijkelijk gedecoreerde eetwaren op de toog, ze nopen tot een maagvergroting.
Laat niemand u echter wijsmaken dat het in Zaragoza nooit regent. In de winter staat er bovendien een gure wind. De grauwe stad aan de toch al bruine Ebro charmeert dan niet meteen. Betere winkelwijken als die rond de Plaza de los Sitios liggen wel binnen handbereik, net als megalomane shoppingcentra als Grancasa aan de overzijde. Ook de markten op zondagochtend zijn een aanrader, met op de Plaza de San Bruno vooral juwelen en antiek. Hét souvenir vonden we echter bij Casa Alfaro in de oude stad (Calle San Lorenzo 47, info : +34 976 398 321) : espadrilles op maat. Neem eender welke lap stof mee, het atelier maakt er voor ruim twintig euro schoeisel van, indien gewenst met de nodige versiering. Shoppen is alvast één zaak waarin Zaragoza niets te leren heeft van wereldsteden als Wijnegem.
Duurzame toekomst
Expo 2008 heeft water en duurzame ontwikkeling als thema. Als oase in een voortdurend door droogte bedreigd gebied, is de stad immers een kenniscentrum voor watermanagement en de thuishaven van het nieuwe secretariaat voor water van de Verenigde Naties. De stad zelf keerde de Ebro, de snelst stromende rivier van Spanje, echter lang de rug toe. Nu wordt de band aangehaald, met nieuwe promenades, een kunstparcours en een watertaxi op zonne-energie. Een heen- en terugreis tussen de expo en de oude stad kost veertien euro (info : www.turismoebrofluvial.es). Al even milieuvriendelijk is de kabelbaan tussen de expo en het trein- en busstation (negen euro voor een heen- en terugreis). Ze is een kilometer lang en vijftig meter hoog, met uitzicht op futuristische bouwsels als het 260 meter lange brugpaviljoen van Zaha Hadid. Het is zowel een brug als een expositieruimte, met funderingen tot 72,5 meter diep.
Aan de expo, die plaatsvindt op een voormalig weiland achter een meander in de Ebro, nemen behalve internationale organisaties en ngo’s ruim negentig landen deel. Ook België toont er zijn inspanningen rond duurzame ontwikkeling. De zowel thematisch als geografisch ingedeelde expo benadert water echter zowel als bron van leven als van vernieling en conflict. Hoogtechnologische interactieve elementen maken een en ander erg realistisch, al beklijft vooral de architectuur. Zo is de 76 meter hoge ‘watertoren’ een glasconstructie in de vorm van een druppel, terwijl het rivieraquarium 300 diersoorten herbergt in 50 watertanks. Het Spaanse paviljoen is dan weer omgeven door kleipilaren die een microklimaat genereren, zonnepanelen en recyclagesystemen voor regenwater. Kleinere paviljoenen werden opgetrokken uit klei en stro of… zout !
Het ganse project, kostprijs 1 miljard euro, hanteerde strenge normen inzake materiaalkeuze en water- en energieverbruik. Net als de merchandising rond Fluvi, de ijsblauwe expomascotte. Zo zijn er pennen van gerecycleerde cd’s en biologisch afbreekbare draagtasjes van aardappelzetmeel. Het brugpaviljoen, de watertoren en het aquarium worden bovendien permanente attracties, terwijl andere ruimtes straks kantoren worden. Het zeven meter boven de grond opgetrokken paviljoen van Aragón, geïnspireerd op de gevlochten manden uit de regio, zal de onderwijsadministratie herbergen. En het nieuwe waterpark naast de expo, in totaal 120 hectare groot, voorziet Zaragoza voortaan van sportfaciliteiten, een botanische tuin en stranden. ‘Ons eigen Central Park’, doopten de stadsbewoners het al. De schaalvergroting begint te wennen.
Tekst en foto’s Wim Denolf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier