Mensen die er nog niet geweest zijn, stellen zich Portugal gemakshalve voor als de veranda van Spanje, balancerend op de rand van het Europese continent en met een onbelemmerd zicht op een grote plas Atlantisch blauw. Portugal, zo redeneren ze, dat is Spanje met nog meer azulejo’s, van die blauwbeschilderde keramische tegels, en doe mij maar een porto in plaats van sherry. En saudade, natuurlijk, het hoofdingrediënt van de fado, een van fatalisme zwangere zangstijl, waarin zelfs een simpele boodschap als “voor mij een klein grijs gesneden” betekenisvol en smartelijk zou klinken.

Vraag de modale Portugees naar de betekenis van saudade en vooral de jongeren beginnen ongemakkelijk in hun stoel te schuiven en met hun ogen te rollen, ongeveer als een Belg die gevraagd wordt BHV uit de doeken te doen. “Saudade, daar doen wij niet aan mee, dat is folklore voor oudjes”, vertrouwde een jongmens mij toe, toen ik een paar jaar geleden in een restaurant in Lissabon boven een schotel porco à alentejana (varkenshaas met schelpen) het onderwerp aansneed. Beroepshalve, maar dat hij onpeilbare zwarte ogen had was mooi meegenomen.

Artiesten weten er wel weg mee, natuurlijk. ‘ Longink’, zo vertaalde fadozangeres Mariza saudade naar een aandoenlijk Engels tijdens haar huiveringwekkend mooie optreden onlangs op Gent Jazz (zie ook interview pagina 14). Heimwee, weemoed, verlangen, het heeft er allemaal mee te maken, maar in se is saudade onvertaalbaar. Wat niet wegneemt dat het bestaat, hoezeer sceptische jonkies ook mogen tegenstribbelen. Dat ik het godbetert zelf aan den lijve ondervonden heb.

Dat zat zo. De zoon van een goede vriendin was een jaar wezen erasmussen in Porto en had daar, zoals dat al gaat, een Portugees lief aan overgehouden. En omdat het menens bleek, verzamelde zich op een druilerige vrijdag in februari een bont gezelschap in Zaventem om in het zuiden bruiloft te gaan vieren. Vrienden van de trouwers in alle kleuren van het etnische spectrum, ouders, groot- en stiefouders, ex-stiefouders, verwanten echt en aangetrouwd, leden en sympathisanten van een veelvuldig samengestelde familie die zoals het in een beschaafd en breeddenkend milieu betaamt allemaal vreedzaam co-existeren.

We vertrokken in de winter en kwamen aan in de lente. “O sol. O sol”, kreten een paar Portugezen die samen met ons uit het vliegtuig stapten; eentje knielde neer en kuste de tarmac. Het was het begin van een wonderlijke week, alsof we met een teletijdmachine uit de grimmige rpulteerd waren, waar het altijd mooi weer was, de mensen vriendelijk en de gevulde krab en vinho verde spotgoedkoop. Strikt genomen was er in Torreira niets te zien, op een breed wit verlaten strand en een lagune met vrolijk beschilderde vissersbootjes na. Een badplaatsje van de tweede garnituur buiten het seizoen, zou dat een definitie van saudade kunnen zijn ? Waar je met je ogen dicht tegen het sterke licht achteroverleunt tegen de muur vvel de zon opslorpt ?

En toen werd er getrouwd, in het avondlicht dat de lagune oranje kleurde en iedereen mooier maakte. De bruidegom, dat aardige blonde kereltje van weleer, nu keurig getrimd en elegant in pak en inderhaast opgeduikelde zwarte lakschoenen, de bruid rank en zelfverzekerd in haar lange lila jurk. Ouders en stiefouders, verenigd in tersluikse tranen en terechte trots. Was het de overdosis lentezon, de bubbels, de bitterzoete herinneringen aan oude en minder oude liefdes ? “De deuren van mijn ziel zijn open, zie hoe ze danst”, zingt Mariza in Fado Curvo. Mens, ik weet er alles van.

lind a.asselbergs@knack.be

Linda Asselbergs

Een badplaatsje van de tweede garnituur buiten het seizoen, zou dat een definitie van saudade kunnen zijn ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content