RIJDEN

DUITS DEGELIJK

Het was een tijdje geleden dat we nog met een Audi onderweg waren. En zie, van bij de eerste kilometers met de eind vorig jaar gelanceerde A4 wisten we het al : Audi heeft zich na een jarenlange, konkrete en volgehouden inspanning opgewerkt tot een konstrukteur die het niveau van de traditionele Duitse topmerken haalt. De Audi A4 die uiterlijk alleen maar wat eleganter lijkt dan de 80 die hij opvolgt, laat alvast een gevoelig betere luchtweerstand zien (cx 0.29 i.p.v. 0.33). Hij is 3 mm korter dan zijn voorganger, 38 mm breder en 9 mm hoger. Konkreet namen de elleboogbreedte en de interieurbreedte op schouderhoogte toe en werd de kofferruimte 10 liter groter (nu : 440 liter).

Interessant is de vijfkleppentechniek (drie inlaat- en twee uitlaatkleppen), die de vermogensontplooiing sneller laat verlopen en bij de 1.8 turbo (die we reden) ertoe leidt dat het maximumkoppel van 210 Nm al bij 1750 toeren/minuut wordt bereikt en dan konstant aangehouden wordt tot 4600 toeren/minuut. Dit alles bevordert het soepel rijden, terwijl de turbo waar nodig zorgt voor extra pit.

Die spitsmekaniek werd ingebouwd in een wagen waarvan het interieur in zwart vlekkeloos is afgewerkt. Je hoeft geen specialist te zijn om te zien dat het getuigt van bedachtzaamheid en zin voor het zo vaak misbruikte woord ergonometrie. Het interieur oogt door en door Duits, en dat moet als een kompliment geïnterpreteerd worden : duidelijk, overzichtelijk en zonder franje. Zoals de designprodukten van Dieter Rams. De kwaliteit van portieren en stuurwiel straalt een onopvallende maar geruststellende stevigheid uit, die bijvoorbeeld bij vele Japanners ontbreekt. Alles is solide zonder zwaar te zijn, degelijk maar niet vervelend.

BESCHAAFDE TURBO

De turbomotor, die al te vaak wordt vereenzelvigd met krachtpatserij of met een nauwelijks te kontroleren opbouw van krachten (zoals bij de Lancia Delta HPE die we net voordien reden), heeft hier een karakter dat nog het best te omschrijven is als beschaafde kracht. In de praktijk zorgt de keuze voor een lineair opgaande turbodruk voor een voorspelbaar gedrag. De wagen flitst niet wild vooruit, hij versnelt nadrukkelijk, maar blijft daarbij perfekt beheersbaar. Zoals hij al zijn werk op een nauwelijks merkbare, schijnbaar moeiteloze manier ten uitvoer brengt, wars van alle hoogstandjes. Echte Duitsers houden niet van verrassingen en de improvizaties die daarvan het gevolg zijn.

De stoelen zitten uitstekend èn stevig, terwijl ook de schouders behoorlijk op hun plaats worden gehouden. De ophanging is omwille van het potentieel aan de harde kant en kleine oneffenheden in de weg worden vaak zeer duidelijk gevoeld, maar de wegligging is zonder meer uitstekend. De knieruimte achterin valt wat tegen, maar daartegenover staat een erg ruime bagagekoffer.

Onbegrijpelijk is de situatie die bij nacht op het dashboard heerst, met ingeschakeld licht : dan lichten alle meters en wijzers rood op en valt geen onderscheid meer te maken tussen de toelaatbare toerentallen op de toerenteller en de rode zone, noch tussen de aanvaardbare temperatuur van de koelvloeistof en de kritieke zone.

De Audi A4 in deze 1.8-turboversie is een drivers car, maar niet voor een jonge gek die zich nog moet laten opmerken door wielspin of morsen met rubber. Hij versnelt in 8,3 sekonden naar de 100 km/uur, haalt een top van 222 km/uur, maar stelt zich bij redelijk gebruik ook tevreden met 7,7 liter brandstof per 100 km.

Standaard krijgt hij het nieuwe ABS-systeem met elektronische remkrachtverdeling èn een airbag voor de rijder mee. In optie kan daar een EDS antislipsysteem aan toegevoegd worden. En natuurlijk erven alle Audi A4’s het volledig gegalvanizeerde koetswerk en de unieke tien jaar waarborg tegen doorroestschade aan het koetswerk. Al die kwaliteiten moeten worden betaald en daarom verrast het prijskaartje van méér dan een miljoen op het eerste gezicht.

PIERRE DARGE

Audi A4/1.8 turbo : degelijkheid troef.