Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Vandaag rijden we niet zelf. We slenteren. Over de heilige grond van Le Mans, waar de Britten zo aan verslaafd zijn, en waarover de Japanners zoveel dromen koesteren. Omdat de 24 uren van Le Mans the toughest race in the world is, en de Japanners van uitdagingen houden. Van alle Japanse autoconstructeurs won alleen Mazda in Le Mans, nu zes jaar geleden, en daar spreken ze in het land van de rijzende zon nog elke dag van. Dit jaar flakkerde de droom weer op, nu bij Nissan. Daar vond men dat het, na een zwarte periode en acht mislukte pogingen om de etmaalrace te winnen, tijd was om de wereld te verbazen. Back for a revenge zoals het in de publiciteitsfilm heette. In augustus van vorig jaar werd beslist om een project van minstens twee jaar op te starten, 7 maanden later reed de eerste Nissan R390 GTI over de piste, nog een maand later tijdens de prekwalificaties voor de 24 uren had de Britse formule 1-rijder en ITV-commentator Martin Brundle minder dan 4 minuten nodig om het bijna 14 km lange circuit af te leggen. Daarmee was Nissan de snelste, en was het bovendien de eerste keer in de geschiedenis dat een GT-auto sneller was dan een prototype. Dat was een wonder dat de verwachtingen al te vroegtijdig de hoogte injoeg.

Die uitzonderlijke prestatie was niet alleen de verdienste van de technici bij Nissan. De Japanners waren zo vooruitziend geweest om Tom Walkinshaw onder de arm te nemen, een specialist van de moeilijke projecten. Walkinshaw, die over een legertje specialisten beschikt om de klussen te klaren die doorsnee-ingenieurs boven het hoofd groeien, hielp eerder Jaguar aan een overwinning in Le Mans. Ook de Joest-Porsche die dit jaar won, is nog een ontwerp dat hij mee tot stand hielp brengen. TWR bouwt auto’s voor Aston Martin, helpt straks Volvo bij het tot stand komen van de coupé-versie van de 70-reeks, naast zovele andere, min of meer geheime klussen.

In Le Mans mogen we 12 minuten rond een tafeltje schuiven met Walkinshaw. De Schot is een homme pressé die woensdag in Le Mans was voor de trainingen, daarna naar Canada vloog om de voorbereiding van zijn Arrows formule 1-team mee te maken, en zaterdagmiddag om één uur weer in Le Mans zit, waar hostessen een uur voordien het minste papier van het kunstgras hebben geplukt. Walkinshaw dirigeert er een ploeg van 60 man die hand in hand werkt met 60 Nissan-technici. Niet dat hij dat als een klus ervaart : thuis in Engeland staat hij aan het hoofd van zo’n 2300 mensen die zijn verschillende projecten in goede banen leiden.

? Flying is never pleasant,? zegt Walkinshaw terwijl hij de jetlag uit de ogen wrijft, ?maar na twee decennia hier ken ik onderhand het klappen van de zweep wel. Al vergt deze wagen weer een totaal andere aanpak dan een formule 1-team. Daar zitten we in hoofdzaak met een motorprobleem.? En later, ? I like organising, I’m lucky to have an analytic mind. Al blijft het allerbelangrijkste de voorbereiding, tijdens de wedstrijd kunnen we enkel de vleugel wat bijstellen en de banden in de gaten houden. De rest is op voorhand bepaald, als je daaraan begint te sleutelen, verlies je meteen je gezicht. Want dat betekent dat je niet in je eigen afstelling gelooft.?

Iedereen vraagt zich af wat het werk van Walkinshaw zo uitzonderlijk maakt, en de Schot zelf haalt bij die vraag de schouders op. ?Samen met een groep managers analyseren we het voorgelegde probleem, we overleggen samen, and we deliver a decision. Meer is het niet. Stress ? Scottish are very good under pressure.? Dankuwel meneer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content