De nieuwste parfums zijn anders: ze bestaan niet meer uit een kop, een hart en een staart maar uit simultane akkoorden. Lineaire geuren zijn toegankelijk, eenvoudig en snel te beoordelen. Maar bestaan ze echt?

Mensen hebben het altijd moeilijk gevonden om geuren adequaat te beschrijven, want geuren roepen automatisch emoties op, wat in de linkerhersenhelft gebeurt. Iets beschrijven is een rationele activiteit, die plaatsvindt in de rechterhemisfeer.

De Londense parfumeur Rimmel deed op het einde van de 19de eeuw een eerste poging om parfums te beschrijven, wat resulteerde in een classificatie van 18 groepen. Charles Piesse zocht het in de richting van de muziek: de noten in een parfum moeten voor hem eenzelfde harmonie vertonen als die in een muziekakkoord. De link met muziek is gebleven: we spreken nog altijd over parfums in termen van noten, tonen en akkoorden.

In de jaren ’20 berekende William Poucher de vluchtigheidsgraad van parfumbestanddelen op een schaal van 100. Dit was de aanzet tot de klassieke structuur: een piramide van drie lagen die elk een ontwikkelingsfase van de geur illustreren.

De kop geeft een eerste indruk en bevat snel vervliegende, frisse noten, zoals citrusvruchten of lavendel. Van zodra die verdampen, bloeit het hart open. Deze ingrediënten bepalen het karakter van de geur, dat vaak bloemig is, maar ook fruitig en zelfs kruidig kan zijn. Deze geuren domineren enkele uren, waarna de basisnoten het overnemen: duurzame, zwaardere stoffen die het parfum binden en fixeren. Mossen, harsen, houtsoorten, kruiden, wortels en dierlijke ingrediënten komen hier het meest voor. Het piramidemodel liet toe om parfums op een meer structurele manier op te bouwen.

Dit axioma werd onlangs gebroken door een nieuwe generatie: de lineaire parfums. Deze zouden geen kop, hart en staart hebben, maar bestaan uit enkele akkoorden die zich simultaan ontwikkelen. Dit type parfum ontplooit zich meteen en zou constant hetzelfde blijven ruiken. Enkele van de nieuwe parfums die zich zo profileren zijn Intuition van Estée Lauder, Sensations van Jil Sander, Blu van Bulgari en Flower van Kenzo.

Deze bevatten allemaal geurnoten die we niet in de natuur terugvinden. Een mooi voorbeeld is Sensations, een parfum dat is opgebouwd rond vier akkoorden: netelbloemen om frisheid op te roepen, cereal milk voor een romige, comfortabele indruk, iridescent skin dat doet denken aan de zacht-zoete geur van een warme huid, en een complex van lichte houtsoorten voor warmte en sensualiteit. De vier akkoorden smelten samen tot een harmonieuze geur.

Flower heeft drie akkoorden, Chanel spreekt over de zes facetten van Allure en Blu wordt gekenmerkt door het contrast tussen de koude en warme kant van gember. Nochtans zijn lineaire parfums al veel vroeger opgedoken. Een van de eerste was Giorgio Beverly Hills in 1981: een Amerikaanse typische eighties-chic-geur, die een mondiaal succes werd. Ook Annick Goutal zou er met L’Heure Exquise en Grand Amour enkele op haar palmares hebben staan. Andere voorbeelden zijn XS pour Elle van Paco Rabanne (’94), Ocean Dream (’96) en Versace’s Blonde (’96).

Het voordeel van een lineaire geur is dat je hem onmiddellijk kan beoordelen: what you smell is what you get. Voor een traditioneel parfum moet je de tijd nemen: evolueert het op een harmonieuze manier van aanzet naar hart? Staat ook de geur van de basisnoten je aan? Mengt het parfum zich op aangename wijze met je lichaamsgeur? Je komt vaak bedrogen uit als je een parfum koopt dat zalig ruikt bij een vriendin: bij jou is het effect heel anders. Met een lineaire geur zou dat veel minder het geval zijn. Het zijn vaak eenvoudiger composities.

Lineaire geuren zijn er ook op gericht om zoveel mogelijk mensen aan te spreken. Dat speelt in de kaart van de merken, die streven naar een internationale bestseller: hetzelfde parfum moet zowel in de Verenigde Staten als in Europa en Azië aantrekkelijk zijn.

Parfumeur Hugo Collumbien heeft bedenkingen bij de lineaire trend: “In een parfum zitten een honderdtal verschillende ingrediënten. Elk parfum bevat altijd noten die vluchtiger zijn dan andere. Je kan dus niet om die klassieke structuur heen.” De parfumeur is formeel: hij daagt me zelfs uit om zo’n geur op te sturen, zodat hij met een olfactorische analyse kan bewijzen dat er wel degelijk een piramidestructuur in te vinden is. “De marketing wil met iets origineels voor de dag komen, om de parfums beter te doen verkopen”, zegt Collumbien. “Maar echt originele geuren maakt men niet, want die verkopen niet. Mensen willen graag iets vertrouwds.”

Sofie Albrecht / Tekening Kristina Ruell

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content