PODIUM

TAPTOE IN EN OM HET GRAVENSTEEN

Tijdens de komende Gentse Feesten herneemt Teater Taptoe van 17 tot en met 22 juli zijn suksesproduktie “Tim of Tiene… en negen maanden”. De voorstellingen worden gespeeld in de Ridderzaal van het Gravensteen, voor de gelegenheid tot een knus teatertje omgevormd. De Slovaakse schrijfster Katarina Aulitisova kwam met haar partner Lubomir Piktor haar stuk bij Taptoe regisseren, daarin bijgestaan door “ontdekker”, vertaler en bewerker Freek Neirynck. Het stuk gaat over een aktrice die er zich plots van bewust wordt dat ze zwanger is en wellicht niet meer zal kunnen optreden, tenzij ze het verhaal van haar zwangerschap en haar verhouding tot het kindje in haar buik (gesymbolizeerd door een hoedendoos) speelt. Mede dank zij aktrice Tania Kloek (gekend van BRTN- en VTM-reeksen) die de middelen van het figurenteater op een fantastische en fantazierijke manier weet te gebruiken, groeit dit stuk uit tot een unieke, geestige belevenis.

Later op het seizoen wordt “Tim of Tiene… en negen maanden” nog hernomen, maar dan met Mirjam Van Lindt.

Eveneens voor de Gentse Feesten haalt Taptoe drie topprodukties uit het internationale circuit van het figurenteater naar Gent.

In de zaal Henri Maeren van het Europees Figurenteatercentrum (Trommelstraat 1) speelt het Bulgaars gezelschap Teatro Credo van 16 tot 22 juli (20 u.30) “Le manteau” (naar Gogol), een toonaangevend stuk dat echter niet geschikt is voor een publiek onder de 12 jaar. De voorstelling wordt in het Frans gespeeld.

In première voor België speelt de Franse solo-artiest Jean-Marc Noirot-Cosson van 17 tot 19 juli (telkens om 14 u.30) “Kroac drôle doizô”, een verhaal zonder woorden waarbij de akteur als een steltenloper optreedt, maar dan gekleed en geschminkt als een kraai. Dit vogelpersonage meet bijna 3 meter en heeft een vleugelslag van nagenoeg 4 meter. De akteur torst tijdens zijn act 63 kg pluimen. De voorstellingen zijn gratis te zien in het poortgebouw van het Gravenkasteel.

Eveneens gebaseerd op de steltenloperstechniek en ook een première voor België, is de straatanimatie “Un homme et une femme (pas comme les autres)” van de Compagnie d’ailleurs. Twee akteurs spelen een burgerlijk koppel en brengen met hun vreemde blikken het publiek onder zich in verwarring. Ze dringen telefooncellen binnen, staan bij de haltes van bus of tram, lezen de laatste nieuwtjes uit de krant of spelen in op argeloze voorbijgangers.

Zowel bij “Kroac drôle doizô” als bij “Un homme et une femme… ” zal Taptoe een paar eigen personages toevoegen, die aangepast gekostumeerd de acts omkaderen.

Voor “Tim of Tiene… ” en “Le manteau” kan gereserveerd worden bij Free Time, Kammerstraat 19 in Gent.

– Reserv. : (09) 233.77.88 (FreeTime)

ROGER ARTEEL

BEZEMSTEEL

Heel veel turnakrobatiek, een tikkeltje Pina Bausch en een flinke dosis La La la Human Steps : dat zijn de basisingrediënten van de biezondere show waarmee het trio Que-Cir-Que deze zomer door Europa trekt.

Que-Cir-Que wordt gevormd door Emanuelle Jacqueline, Jean-Paul Lefeuvre en Hyacinthe Reisch, een vrouw en twee mannen die hun opleiding genoten aan het Franse Centre National des Arts du Cirque, een circusschool die in 1986 werd opgericht door de toenmalige minister van Kultuur Jack Lang. Het circus dat dit drietal brengt zou je een soort oer-circus kunnen noemen. Van de glamour van halfnaakte trapezisten, van de glitter van paillettenkostuums, van tetterende orkestjes, van vallende klowns, van gedresseerde dieren is hier niks te zien. De leden van Que-Cir-Que benutten alleen hun soepele en gespierde lichamen, ieder op zijn eigen manier.

Emanuelle is een forsgebouwde, panterachtige, donkerhuidige schoonheid, gehuld in zwarte tule en kant. Ze kan kronkelen als een slang, grands écarts maken als een ballerina, aan elastieken bungelen als een gehypnotizeerde jojo en stalen blikken gooien als een ongenaakbare prinses.

Hyacinthe ziet er met zijn rossig haar, slordig tresje en roestbruine slobberbroek uit als een vervaarlijke punker, een straatvechter met een Jerommekes-borstkas. Hij tilt mensen op alsof ze van papier zijn, maakt achterwaartse salto’s en botsende bokkesprongen en gaat als een razende tekeer in en met een reusachtig buizenrad.

De dromer, de fantast, de droogkomieke Tati van het gezelschap is Jean-Paul. Alleen gekleed in een wit onderbroekje drentelt hij als een magere maar ongelovige bidsprinkhaan over de planken. Zijn hoge wenkbrauwen en zijn scheve mond vormen een grimas waarin gevoelens als onbegrepenheid, sluwheid, verbazing en dartelheid vechten om de bovenhand. Het ene moment danst hij een poëtisch en vernuftig duet met een bezemsteel, het volgende wordt hij ondersteboven aan een paal gehangen door Hyacinthe. Even later fietst hij achterwaarts rondjes op een gekke fiets of wordt hij in een tapijt gerold door weer die sakkerse Hyancinthe.

Het circus van Que-Cir-Que speelt zich weliswaar af in een fraaie en intieme circustent, maar door de voortreffelijke kombinatie van hogeschool-akrobatiek, sensuele danspartijen, verrassende krachtpatserijen en sobere en raadselachtige anekdotiek, is het op de eerste plaats subtiel bewegingsteater. Dat bovendien wordt begeleid door een geluidsband waarop flarden jazz, wereldmuziek, streepjes Tom Waits en Lester Bowie een droomachtige klankenstroom vormen. Het publiek krijgt alle kans om alle details van dichtbij te bekijken : de eerste rij toeschouwers zit met de neus op het podium, de laatste rij zit nauwelijks vijf meter verwijderd van de eerste. Dat betekent dat het tentje van Que-Cir-Que klein en gezellig is en dat je best snel kaarten aanschaft voor deze originele, grappige, betoverende brok modern circusteater.

Te zien aan het Noorderterras op de Scheldekaai (ter hoogte van Brouwersvliet) van 7 t/m 11, van 14 t/m 18 en van 20 t/m 23 juli, telkens om 20 u.30.

– Info : (03) 233.71.60.

EDWARD VAN HEER

Que-Cir-Que : betoverende brok modern circusteater.