PETER BOUCKAERT
Peter Bouckaert (47) is hoofd filmproductie bij Eyeworks. Zijn jongste productie is Dode Hoek, een Vlaamse thriller van de Franstalige regisseur Nabil Ben Yadir (Les Barons) die nu in de bioscoopzalen te zien is.De Zaak Alzheimer was een kantelpunt. Voordien moest je bij wijze van spreken mensen de bioscoop insleuren voor een Vlaamse film. De Zaak Alzheimer bewees dat we met buitenlandse films kunnen concurreren. Van dag één was ik bij de start van die sleutelfilm betrokken. Het was de eerste filmproductie waarbij ik betrokken was toen ik bij MMG, het productiehuis van Erwin Provoost, aan de slag ging. Erwin kende mij van het Filmfestival van Gent, waar ik tien jaar werkte. “Creëer jezelf een job”, zei hij, want er was geen vacature.
Wij ontwikkelen eigenlijk constant prototypes. Zelfs een succesvolle tv-reeks moet zich elk seizoen opnieuw bewijzen. Je neemt non-stop risico’s. Zolang de financiering niet rond is, heerst er onzekerheid. De situatie bij MMG was precair. Kon een geplande film niet doorgaan, dan zaten we met een continuïteitsprobleem. Toen MMG verkocht werd aan Eyeworks, een snelgroeiende Nederlandse groep die nog geen fictiepoot had, ben ik met open vizier mee in dat avontuur gestapt. Sindsdien kunnen we een minder goed jaar makkelijker overleven, al blijft het telkens een uitdaging.
Een filmproducent is als een kok. Je zoekt de juiste ingrediënten bij elkaar. Je hebt een visie van wat je op het bord wil toveren en je stuurt je brigade aan om die te realiseren. Als wat uiteindelijk op het witte doek verschijnt overeenkomt met mijn initiële visie, kan ik alle overwonnen problemen opzijschuiven. Aan Marina heb ik zeven jaar moeten trekken en sleuren. Niemand geloofde erin. Een verhaal over Italiaanse migratie in de jaren vijftig : wie lag daar nu wakker van ?
Cynisme zit niet in mijn DNA. Jezelf interessant maken ten koste van iemand anders : dat is me te gemakkelijk. De donkerste film die we gemaakt hebben, is De Behandeling. Die draait om een rechercheur die gevangen zit in een jeugdtrauma. Op het einde van de film slaagt hij erin die donkere bladzijde om te slaan, zodat hij verder kan met zijn leven. Bioscoopgangers mogen nooit zonder hoop de zaal verlaten.
De ongeremdheid van je jeugd kan je ook nog op het einde van je leven voelen. Omdat niets dan nog moet. Ik ben opgegroeid in het restaurant van mijn grootmoeder in Izegem. Mijn grootvader was vroeg gestorven. Mijn oma was al twintig jaar weduwe toen mijn ouders vonden dat ze na al dat harde labeur weleens een busreis verdiende. Tien dagen later kwam ze met blozende wangen terug. Ze had een leuke man leren kennen. Ze hebben samen nog 25 mooie jaren kunnen beleven. Ik herinner me dat ik als 14-jarige eens bij hen binnensprong. Ik stapte de keuken in, waar ze stonden te tongzoenen. Als twee betrapte pubers liepen ze rood aan. Ik vond dat zo’n schoon beeld !
Tijd is ons kostbaarste bezit. We weten niet hoeveel tijd ons is gegund. Hoe je dat schaarse goed investeert, is dus belangrijk. Als iemand met je praat of samenwerkt, wil dat in feite zeggen dat hij tijd in je wil investeren. Daarom probeer ik ondanks mijn drukke agenda even tijd vrij te maken als een filmstudent me om advies vraagt. Omdat een film maken véél tijd opslokt, wil je dat mensen er iets aan hebben. Tot Altijd heeft vele mensen aangezet om over de dood na te denken, ook mijn eigen ouders. Eind 2012 werd terminale kanker vastgesteld bij mijn vader ; hij had nog tien maanden te leven. In plaats van met Nic Balthazar naar het filmfestival van Palm Springs in de VS te reizen, waar Tot Altijd geselecteerd was, heb ik een week met mijn pa doorgebracht. Eerst alles doorgepraat en geregeld, daarna van elkaar en van wijn en lekker eten genoten.
Even alles stilleggen, geeft energie. In 2012 stond ik op de rand van een burn-out. Ik ben er toen, na overleg met mijn team, een maand tussenuit geweest. Geen sociale media, geen mails, geen gsm. Tijdens die sabbatmaand had ik eindelijk de tijd om met de kinderen te ontbijten, om te fitnessen, te koken en te lezen. Veel embryonale ideeën zijn toen ontkiemd. Helaas hebben wij zoveel lopende projecten dat ik me niet vaak zo’n snippermaand kan permitteren. Ik heb een grote verantwoordelijkheid tegenover anderen : ik zet films in gang en mag de betrokkenen onderweg niet in de steek laten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier