Olympisch groen

Wandelpad langs water en groene hoekjes : bezoekers kunnen hier een overvloed aan informatie opdoen over ecologisch tuinieren. © ODA (OLYMPIC DELIVERY AUTHORITY)

Niet alleen een aantal schitterende gebouwen, maar ook een groot stuk ecologisch doordacht groen met de grandeur van een victoriaans park : dat moet het tot voor kort verloederde Oost-Londen overhouden aan de Olympische Spelen in 2012. Letterlijk nieuwe zuurstof voor een stadsdeel.

Terwijl de ogen van zowat de hele wereld gericht zijn op het afwerken van de gebouwen voor de Spelen, kleurt het honderd hectare grote terrein groen. En dat is niet louter decoratie, maar een heus park aangelegd volgens ecologische principes. Minister Tessa Jowell, bevoegd voor de Olympische Spelen : “London 2012 creëert het grootste nieuwe stedelijk park in Europa sinds 150 jaar, en we willen er iets bijzonders van maken. Niet alleen voor de Spelen zelf, maar ook als mooi en blijvend landschap waar miljoenen mensen van latere generaties van kunnen genieten.” Stratford en Oost-Londen wacht daarmee een nieuwe toekomst. Tot aan de eerste spadesteek was deze buurt grauw en grijs, gedomineerd door verlaten industriepanden. Een jaar olympische drukte levert de buurt ongeveer 3000 nieuwe gezinswoningen, scholen, crèches, gezondheidscentra en natuurlijk ook sportfaciliteiten op, rijkelijk ingebed in een duurzaam groendecor.

De hoog gegrepen doelstellingen werden uitgetekend door Hargreaves Associates – LDA Design. Zij inspireerden zich voor hun ontwerp op victoriaanse en naoorlogse festival- en parktuinen. Visueel resulteert het in ruim bemeten glooiende gazons, paden langs verrassende waterkanten en groenhoeken, met een overvloed aan zitgelegenheid en ontmoetingsruimten. Georges Hargreaves: “We creëerden twee verschillende parken op de site. Dat in het noorden is ‘hoog ecologisch’, met de focus op biodiversiteit en duurzaamheid. In het zuiden ligt een park dat een eigentijdse interpretatie toont van de Britse voorliefde voor planten van over heel de wereld.”

Hoewel het meest uitgesproken in het noordelijk gedeelte, voert duurzaamheid de hoofdtoon in de gehele aanleg, met onder andere streekeigen bomen en planten, gekweekt in Britse kwekerijen. Vierduizend stuks vogelkers en wilde kers, es, wilg, eik, linde en andere loofbomen, bestand tegen opwarming van de aarde, werden uit Hampshire aangevoerd, terwijl tienduizenden moeras- en weideplanten komen uit onder andere Norfolk and Wales. Zwarte populieren, riet, iris en andere bloeiende kruiden gaan nog een stapje verder in het ‘plant van hier’-verhaal, dat ondertussen ook bij ons opgang maakt. Zij werden namelijk gekweekt van stekken of zaden afkomstig van moederplanten die al decennia op het terrein groeien. Ecologisten weten dat kiezen voor inheemse planten belangrijk is voor een perfecte symbiose met insecten, zoogdieren en vogels. Hun moment van in groei of bloei komen is in perfecte timing met de voedsel- of broedbehoeften van hun gasten. Planten van uitheemse oorsprong lopen wel eens voor of achter.

Om al dadelijk effect te hebben is gekozen voor bomen en heesters die al halfweg volwassenheid zijn. Voor bomen betekent dat in de meeste gevallen een kruinhoogte van vier tot zeven meter. Zowat de helft werd het voorbije jaar al aangeplant. Daardoor staan ze op hun eerste gloriemoment in 2012 al met een goed gevulde kruin. Alle planten gaan voor een nauw samenspel met terreinomstandigheden, van plat tot hellend, van droog tot nat, van voedselrijk tot voedselarm. Zo groeien perfecte habitats voor dieren, klein en groot. Waar nuttig en nodig wordt nog bijkomende nest- en schuilgelegenheid voorzien. Nestkasten voor vogels en vleermuizen nemen deze dieren omzeggens alle bouwwerk uit handen, terwijl bijvoorbeeld een zandige oeverwal en dichtbegroeide oevers respectievelijk ijsvogels en otters de mogelijkheid geven zelf aan de slag te gaan. Zevenhonderd door de mens gecreëerde habitatlocaties zijn er in het Olympisch Park, zo berekende Ben Hurley, persmedewerker van London 2012, voor onder andere blauwe reiger, oeverzwaluw, zanglijster, spreeuw, salamander, kikker en pad, paling, hazelworm, ringslang, hagedis, kevers en een veelheid aan ongewervelde dieren.

Water en bloemen

Op de site laat London 2012 geen druppel water verloren gaan. Alles wordt verzameld en gezuiverd in een netwerk van beken en poelen, om ten slotte via rietvelden en natte weiden terug te keren richting natuur, al of niet via de rivier. Die laatste is trouwens helemaal geïntegreerd in de parkaanleg. Waar tot voor kort roestige spoorrails en verontreiniging getuigden van het industriële verleden, en Japanse duizendknoop met zijn enorm groeigeweld en invasief karakter alle nieuwe natuurontwikkeling onmogelijk maakte, zijn nu drie kilometer gastvrije oevers gecreëerd die mens en dier tot aan de waterrand laten komen. Hier en daar zijn uiterwaarden en overstromingsbekkens ingepast. Ze staan toe dat de rivier af en toe uit zijn oevers treedt zonder schade te veroorzaken aan woningen en gebouwen op de site, zelfs bij een storm die gemiddeld maar eens in de honderd jaar voorkomt.

Ook in de duidelijk vormgegeven gedeelten is duurzaamheid troef. Alle turf is geweerd en consequent vervangen door compost. En de oppervlakte aan arbeidsintensief en monocultuurgazon is minimaal gehouden. Ze wordt ingevuld door bloemenweiden. Die trekken bijen en vlinders aan, en in hun spoor weer ander dierlijk leven. Het gaat in totaal over een oppervlakte van meer dan tien voetbalvelden groot.

Passie voor tuinen

Respect voor natuurlijkheid en duurzaamheid staat de Britten niet in de weg om toch kleurrijke parkdelen met een typische tuinlook aan te leggen. Sterker nog ; ze gebruiken Londen 2012 om een sfeerbeeld op te hangen van de Britse passie voor tuinen en het verzamelen van planten. Het gebeurt in de grootste verscheidenheid, met boomoverladen dreven, bruggen omgevormd tot hangende tuinen, bonte borders en zelfs een mini-Kew (de koninklijke botanische tuin in Londen, een van de grootste ter wereld), waar op een lengte van 750 meter niet minder dan 120.000 planten van 250 verschillende soorten zijn bijeengebracht, gegroepeerd volgens herkomst : Europa, Amerika, Azië en het zuidelijk halfrond. Tevens werd de twee eeuwen oude nationale tuinenvereniging, de Royal Horticultural Society, gevraagd een Olympic Park Great British Garden aan te leggen. Daarvoor werd een competitie uitgeschreven onder tuinliefhebbers, en beoordeeld door tuinliefhebbers. Winnaars werden Hannah Clegg, een twaalfjarig meisje, en Rachel Read, een orthopediste. Hun ontwerpen werden door professionele ontwerpers verder geïnterpreteerd en ingepast in een totaalontwerp met boomgaard, wilgentunnels, kikkerpoel, rotstuin enzovoorts.

De plannen voor alle onderdelen van het park zijn ondertussen in uitvoering, en langzaam groeit het geheel naar zijn uiteindelijke doel : een inspirerend voorbeeld zijn voor Britse tuinliefhebbers om ook in eigen tuin ecologisch te werken, te composteren, streekeigen planten te gebruiken en dierlijk leven te beschermen. London 2012 stapt daarmee verder dan zijn eigen oorspronkelijk geformuleerde ambitie : de meest duurzame Olympische spelen ooit te organiseren. Ze breken naar buiten. Ook na 2012. Deze site zal zijn eigen groene leven blijven leiden, samen met de bewoners van Stratford en Oost-Londen. Zij mogen ondertussen al wennen aan de nieuwe naam : het Queen Elizabeth Olympic Park.

Info : www.london2012.com.

Door Marc Verachtert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content