ODE AAN DE ORCHIDEE

Robijnen, roze saffieren, granaten en diamanten zijn de vedetten in de nieuwe collectie Caresse d’orchidées par Cartier. Die streling is het werk van Jacqueline Karachi-Langane. Ze ontwerpt al 23 jaar juwelen bij Cartier. Ze is gefascineerd door mooie edelstenen. “Hoe beter je ze kent, hoe meer je van ze houdt”, zegt ze. Juwelen ontwerpen is teamwork en Jacqueline Karachi-Langane heeft aan veel producties meegewerkt. Caresse d’orchidées par Cartier is haar eerste eigen collectie, waarvoor ze de volledige vrijheid kreeg. Het hele gamma telt 47 referenties, waaronder 15 unieke stukken. Uitzonderlijk betekent in de wereld van de haute joaillerie meteen ook duur. Maar bij Cartier wordt al gedacht aan een meer gestileerde, minder prijzige versie van deze juwelen.

De hele exclusieve collectie is schatplichtig aan één ring. Een kostbaar en zeldzaam trio (één roze saffier en twee stervormige, iets minder doorzichtige roze saffieren) inspireerde Jacqueline Karachi-Langane tot een orchideering.

Het thema van de orchidee werd door de juwelier al bespeeld in de jaren dertig en ook later kwam het af en toe terug, maar het stond altijd in de schaduw van de panter, die het merkbeeld geworden is. Het dier werd ook in jaren dertig gelanceerd door Jeanne Toussaint, de muze van Louis Cartier, die toen de juwelenafdeling leidde. Zij introduceerde een naturalistische stijl die veel succes oogstte tot in de jaren vijftig. “Ik heb de orchidee op dezelfde manier uitgewerkt als de panter, driedimensionaal zoals een sculptuur, met het idee er ook een fetisj van te maken”, geeft Jacqueline Karachi-Langane toe.

De collectie bestaat uit verscheidene soorten orchideeën, de vormen gaan van zacht tot agressief. De keuze van de stenen moet de veelzijdige persoonlijkheid van de vrouw weerspiegelen. Diamanten zetten haar geraffineerde trekjes in het licht, robijnen haar natuurlijke zinnelijkheid. Voor de zetting gebruikt Jacqueline Karachi-Langane soms grijs goud, maar meestal platina. Platina is meegaander en dus beter geschikt voor soepele, ragfijne, bijna onzichtbare zettingen die de edelstenen als het ware sublimeren.

Het meesterstuk uit de collectie is de broche met als blikvanger een gefacetteerde spinel (bleekrode robijn), gecombineerd met diamanten, robijnen en een mozaïek van groene (demantoïet)granaten en oranje (mandarijn)granaten. “De broche ziet er wat uitdagend uit. De orchideewereld is zo rijk dat je er alle kanten mee uitkunt”, klinkt het enthousiast. Het sieraad is een staaltje van vakmanschap en heeft acht maanden werk gekost.

Een ander opmerkelijk stuk is een halssnoer bestaande uit verscheidene rijen bolvormige robijnen. Het bolvormig slijpen van edelstenen is nog niet wijdverspreid en dus nog vrij origineel. De zuivere proporties van de bolvormige robijnen vallen nog meer op door de barokke vorm van de orchidee. De bloem is afneembaar en kan als broche gedragen worden.

Dan zijn er nog halssnoeren op een lint van diamanten met op het uiteinde ofwel een diamant of een druppel rode toermalijn. De orchideeën kunnen van de halssnoeren worden geplukt en als broche of als clip worden opgestoken. De halssnoeren kunnen kort of lang worden gedragen.

Barbara Witkowska