Met de Athener Kostas Charitos hebben de fans van sfeervolle, sociaal bewogen thrillers er een intrigerende speurneus bij. En ook Charitos’ geestelijke vader is ‘geen gewone’. Petros Markaris over politieke correctheid en gefakete orgasmes, socialisme en souvlaki.

:: Het late journaal en De zelfmoord van Che, Petros Markaris, uitg. Gianotten / Roularta Books, 360 p., 19,90 euro. n

Of ze nu Martin Beck, Kurt Wallander of John Rebus heten, politiespeurders in thrillers vertonen een aantal opvallende gelijkenissen. Een hardnekkig rothumeur, om maar iets te zeggen, en een apert gebrek aan vertrouwen in de mensheid. En met vrouwen zit het hen ook zelden mee. Noem het beroepsmisvorming. Commissaris Charitos is geen uitzondering. Zijn huwelijk is een soort guerrillaoorlog, hij mist zijn dochter die in Thessaloniki studeert, hij heeft de pest aan zijn chef, de sluwe hoofdcommissaris Gikas die er alles voor over heeft om zijn politieke vriendjes gelukkig te houden. En omdat elke fictieve flik nu eenmaal recht heeft op een excentriek trekje leest Charitos in zijn vrije tijd woordenboeken.

Best mogelijk dat u de cynische commissaris al kent uit De zelfmoord van Che, het tweede boek van een geplande reeks van vijf Charitos-thrillers, dat zich afspeelt tegen de achtergrond van de Olympische Spelen in Athene en daardoor al in 2004 in het Nederlands vertaald werd. In Het late journaal, het eerste Charitos-boek, krijgt hij te maken met een stel vermoorde Albanese immigranten en een ambitieuze onderzoeksjournaliste die om zeep geholpen wordt vlak voor ze in het televisienieuws sensationele onthullingen zou doen. Hoe meer lijken er vallen, hoe dieper Charitos verstrikt geraakt in de jungle van concurrerende media en hoe meer prominenten hij op de zenuwen werkt, met gevaar voor zijn eigen promotie. Zoals het hoort is de ontknoping een totale verrassing, maar voor het zover is haalt Markaris gretig uit naar de corruptie en het cliëntelisme in het hedendaagse Griekenland.

In levende lijve blijkt de professor dramaturgie en filmscenarist (68) een linkse rakker zoals ze ze tegenwoordig nog weinig maken. Zo’n type dat nog oprecht verontwaardigd kan geraken en dan volstrekt uncool op de tafel mept. Maar een minuut later volgt er alweer een ontwapenend luid en schor lachsalvo.

Charitos is afwisselend ergerlijk en sympathiek. Hoe bent u tot dat complexe personage gekomen ?

Petros Markaris : Begin de jaren tachtig vertelde een linkse militant mij over een jonge bewaker die hem met gevaar voor zijn eigen leven geholpen had toen hij tijdens het kolonelsregime in de kerkers van het politiehoofdkwartier opgesloten zat. Jarenlang bleef dat verhaal door mijn hoofd spoken. Wat zou er gebeuren als die twee mensen elkaar twintig jaar later opnieuw zouden tegenkomen ? In 1995 was het zover : ineens kwam Charitos mij voor de geest, compleet met een karakter, een naam en een familie. En meteen ook een schrijfstijl : tegenwoordige tijd, eerste persoon enkelvoud.

De relatie tussen Charitos en de linkse informant Zizis is een boeiende, soms ontroerende verhaallijn.

Naar Griekse normen is het een heel controversiële relatie. Gisteren beweerde een journalist dat Charitos een anticommunist is. Wat een onzin ! Dan zou hij toch geen sympathie koesteren voor een links militant. Niet in Griekenland, zelfs niet in 2005. Het is duidelijk dat Charitos en Zizis elkaar appreciëren. Maar ze maken ook ruzie. Zizis daagt Charitos voortdurend uit, ook al koestert hij sympathie voor hem en wil hij hem helpen bij zijn onderzoek. En hij sterft nog liever dan tegenover een andere linkse toe te geven dat hij een vriendschapsrelatie met een flik heeft.

Soms lijkt Charitos heimwee te hebben naar de ondervragingsmethoden van de goede oude tijd.

Dat is puur pragmatisme. Geen mens die tijdens het kolonelsregime bij een verhoor om een advocaat durfde te vragen. Veel kans ook dat een ondervraging vlotter verloopt als je een verdachte met een telefoonboek om zijn oren mept. Op de democratische manier duurt het allemaal veel langer en is de kans groot dat een verdachte helemaal niets lost. Maar als Charitos zoiets zegt, is dat puur uit frustratie, omdat hij weet dat de man voor hem zit te liegen.

Je kunt Charitos moeilijk van politieke correctheid verdenken. En hij manipuleert zowel oversten als ondergeschikten.

( Verslikt zich in zijn eigen speeksel) Politieke correctheid, altijd weer die klote-uitdrukking. Ik haat ze, ik kan er niet mee leven ! Als je het mij vraagt heeft ze maar één bedoeling : de politiek uit de dagelijkse realiteit schoppen. Goede manieren zijn geen politiek, het zijn gewoon goede manieren. Met permissie, maar als je gedrag en politiek door elkaar haalt, word ik nerveus. Charitos is politiek incorrect zoals elke petit bourgeois uit de lagere middenklasse dat is. Likken naar boven en schoppen naar onderen, zo zit de wereld in elkaar. Als hij in De zelfmoord van Che een gekwetste zwarte voetbalspeler gaat ondervragen, geraakt diens hele familie in paniek omdat ze denken dat ze op het vliegtuig naar Nigeria gezet zullen worden. Iedereen begint dus te roepen en te tieren en te midden van dat kabaal zegt Charitos : “Er zijn twee dingen die ik haat : racisten en zwarten.” (grijnst breed) Ach, iedereen heeft wel eens een racistische reflex. Alleen hebben mensen die van zichzelf vinden dat ze links zijn moeite om dat toe te geven. Ik heb net een bundel verhalen geschreven over hoe Grieken en migranten samenleven en elkaar occasioneel haten. En hoe migranten elkaar onderling haten. De uitleg is heel simpel : arm en kansloos zijn maakt mensen onmenselijk. En ook in ellende is er een pikorde.

Ook de relatie tussen Charitos en zijn vrouw is ambigu.

Ach wat, naar mediterrane normen zijn ze heel gelukkig getrouwd.

Wat je gelukkig noemt : ze bekvechten voortdurend, Adriani moet zoete broodjes bakken om Charitos geld voor een paar laarzen af te troggelen, ze veinst haar orgasmes.

Niet altijd. En Charitos weet precies wanneer ze komedie speelt en wanneer niet. Dat is ook een vorm van intimiteit. Wat jij doet, en wat iedereen doet, is je eigen opvattingen als norm nemen. In jouw ogen deugt die relatie niet, maar het is de manier waarop zowat alle Griekse middenklassekoppels met elkaar omgaan. De vrouwen zijn in Griekenland nu eenmaal een stuk later geëmancipeerd dan in West-Europa. Maar Adriani houdt van haar man en hij van haar, het komt niet bij hen op om ooit uit elkaar te gaan. En ruzie maken en dagelijkse kleine wraakoefeningen, dat maakt deel uit van hun geluk, het houdt het vuur aan de lont. Je weet toch waar het in de mediterrane thriller allemaal om draait ?

Eten ?

Precies. Het heeft allemaal met het moeder-voedstersyndroom te maken. Alle zuiderse thrillerschrijvers zijn opgegroeid in gezinnen waar de moeder huisvrouw was. En wat is het statussymbool van die vrouwen ? Hun kookkunst. Emancipatie is goed voor vrouwen, maar slecht voor de keuken. Ik word zo droevig als ik lees hoe Kurt Wallander een sandwich met bier eet. En Rebus voedt zich vrijwel uitsluitend met pizza uit een fastfoodketen. Nee, dan liever de Spaanse detective Pepe Carvalho, een echte fijnproever. En zijn Italiaanse collega Salvo Montalbano is altijd op zoek naar kleine trattoria’s waar ze authentiek koken. Nu ik er bij stilsta : wat een verrader was Poirot eigenlijk. Een Belg en niet het minste verstand van gastronomie. Allemaal omdat hij in de handen viel van dat akelige mens Agatha Christie en van de weeromstuit vergat te eten. Heeft het altijd maar over the little grey cells. Maar een lekker hersensausje, vergeet het.

Als Charitos de kans krijgt, gooit hij de gerechten van zijn vrouw in de vuilnisbak en koopt hij een souvlaki kebab met alles erop en eraan.

(lacht smakelijk) Dat is omdat Adriani er zo tegen is. En een Griek die niet van souvlaki houdt, is geen echte Griek. In het derde boek gaan Charitos en Adriani uit eten in een taberna en ze vindt niets lekker. Dat is dus helemaal mijn moeder. Altijd opgetogen als mijn vader voorstelde om buitenshuis te gaan eten, tot we in het restaurant waren. Dan was het eten te zout of te vettig, het vlees te taai of juist te veel gekookt. Het was ondenkbaar dat iemand beter zou koken dan zij.

In uw boeken heeft Athene zowat de functie van een personage.

Een personage én een verteller. Geen prettige stad, maar ze vertelt geweldige verhalen.

Is dat het kritische standpunt van de buitenstander ?

Mijn vader was een Armeniër, mijn moeder een Griekse. Ik ben in Istanbul geboren en studeerde in Wenen. Dat ik geen diepe emotionele banden met Athene heb, maakt dat ik vanop een zekere afstand naar de stad en haar bewoners kan kijken en de realiteit kan zien. Vooruit dan maar : ik heb er een haat-liefdeverhouding mee. Vooral vorige zomer, tijdens de Olympische Spelen, was ik er het liefst zo ver mogelijk van weggelopen. De hele stad stond overhoop, lang voor de Spelen begonnen, viel er al nauwelijks te leven. En de politici maar uit hun nek kletsen over de Spelen die thuiskwamen en de stad die er prachtig zou uitzien. Thuiskomen ? Wat een flauwekul, de Spelen zijn nu onderweg naar Peking. En zoals altijd en overal was routine de enige echte winnaar. Het mirakel van de Spelen en de Griekse overwinning op het EK Voetbal zijn al lang vergeten. Wat overblijft is een enorm deficit waar we ons nog jaren blauw aan zullen betalen en enorme olympische terreinen waarvan niemand weet wat we ermee aan moeten. In Barcelona hebben ze het slimmer aangepakt : de terreinen zo klein mogelijk gehouden en het geld vooral in de verfraaiing van de stad gestoken. Maar het is hoe dan ook waanzin om als klein land met een zwakke infrastructuur de Spelen van nul op te bouwen.

Misdaadromans zijn geweldige vehikels voor maatschappijkritiek.

De huidige politiethrillers zijn geen gratuite whodunits, maar sociale romans met een misdaadplot. In januari nam ik in Barcelona deel aan een congres voor misdaadschrijvers en of ze nu uit Narvik kwamen of van de Canarische eilanden, stuk voor stuk waren de deelnemers linkse rakkers. Er was één uitzondering : een kerel die het waagde de verdediging op te nemen van de Guardia Civil tijdens het Franco-regime en die werd zowat verscheurd door de rest. Als je het mij vraagt heeft hij het eerste vliegtuig naar huis genomen, we hebben hem in elk geval niet meer gezien. Vooral de roman noir uit het Middellandse-Zeegebied is sterk politiek gekleurd. Hoe kan het ook anders ? Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en Turkije, stuk voor stuk gingen ze decennialang gebukt onder een dictatuur en hadden ze een moeilijke weg af te leggen naar de democratie. Hoe lang is Italië al een democratie ? Maar in 2000 nog stond Andreotti terecht voor corruptie. Het eind van een dictatuur geeft altijd aanleiding tot uitwassen zoals de maffia, het is een fase waar elk land doorheen moet.

Corruptie vind je toch overal.

Er is een verschil tussen geïnstitutionaliseerde corruptie en corruptie die aangeklaagd en bestraft wordt als ze wordt ontdekt. Elk land heeft de corruptie die past bij zijn sociale systeem. Hoe zwakker het sociale systeem, hoe groter de implicatie van corruptie.

Uit uw boeken blijkt dat de nasleep van het Kolonelsregime nog altijd voelbaar is in Griekenland.

Het is een groot probleem. De mensen kunnen niet omgaan met de duistere kant van de geschiedenis. Ze doen alle moeite van de wereld om te vergeten wat er gebeurd is en daardoor worden ze er juist door achtervolgd. Terwijl het veel beter is om de confrontatie aan te gaan en te zeggen : goed, wat is er gebeurd ? En later, na de val van het regime, hoe hebben we de democratie opgebouwd ? Toen Konstantinos Karamanlis terugkwam naar Griekenland na tien jaar ballingschap in Frankrijk was hij een Europees politicus geworden. Niet dat ik ooit voor hem gestemd heb, daarvoor was hij te rechts, maar ik ben objectief genoeg om toe te geven dat hij positieve dingen heeft gedaan voor zijn land. Hij probeerde een grondwet te ontwerpen, als basis voor een democratisch systeem. Maar het probleem was dat noch de leden van zijn eigen partij, noch de linkse oppositie er klaar voor waren. Daar liep het mis en het blééf mislopen toen de socialisten de macht overnamen. Er is altijd een probleem als socialisten de macht overnemen na een totalitair regime. Niet alleen door een gebrek aan politieke ervaring. Nee, het gaat om mensen die decennialang vervolgd en gemarteld zijn. Als ze dan opeens de macht in handen krijgen, handelen ze vanuit een wraakreflex : nu is het onze beurt, nu hebben we het recht om ons toe te eigenen wat ons altijd ontzegd was. Een fout uitgangspunt dat leidt tot misbruiken en corruptie. Linkse politici, vrienden zelfs, zijn niet blij met mijn boeken, ze noemen mij een nestbevuiler. Maar ik vind dat je de realiteit onder ogen moet durven zien. De tijd van excuses is voorbij, de socialisten zijn geïntegreerd in het politieke systeem en moeten zich net als iedereen aan de regels houden.

U hebt het vooral gemunt op de ‘generatie van de polytechnicums’, revolutionaire studenten die in 1974 tot de val van de dictatuur bijdroegen, maar die zich later tot ordinaire sjoemelende zakenlui ontpopten.

In De zelfmoord van Che zegt een vrouw : “Als mijn vader geweten had dat het later zakenmannen zouden worden, had hij nooit met hen samengewerkt, want hij haatte zakenmannen. En als mijn man geweten had dat het later zakenmannen zouden worden, dan had hij hen nooit gefolterd, want hij had een zwak voor zakenmannen.” Dat is Griekenland in een notendop.

Tekst Linda Asselbergs

Commissaris Charitos is politiek incorrect zoals elke ‘petit bourgeois’ uit de lagere middenklasse dat is. Likken naar boven en schoppen naar onderen, zo zit de wereld in elkaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content