Lieve deugd!

Elke keer als Stephanie Dowrick tegen iemand zei dat ze over trouw aan het schrijven was, begon haar gesprekspartner over seks. Terwijl zij net het begrip trouw in een bredere context wou plaatsen. “Wat betekent seksuele trouw als zo’n trouw bestaat naast gedrag dat onwaarachtig en onvriendelijk is en van weinig liefde getuigt? Kunnen we mensen die hun woede op hun partner uitleven, hun partner mishandelen, kleineren en sarcastisch bejegenen of nooit iets liefs zeggen trouw noemen?”

Vertrekkend van deze vrij retorische vraag breekt Stephanie Dowrick het begrip trouw open en schrijft ze er vervolgens een fascinerend, diepgravend hoofdstuk over. Wat betekent trouw zijn aan jezelf, aan je vrienden, aan je opvattingen? Er komen geen simpele antwoorden op deze vragen, wel verhelderende inzichten en soms alleen maar de vaststelling dat (seksuele) trouw of ontrouw complexe aangelegenheden zijn. “Nadat ik alle mogelijke variaties van deze gecompliceerde situatie heb uitgeprobeerd, kan ik nu zeggen dat voor mij seks in een relatie die beperkt wordt door gebrek aan vrijheid om van ganser harte te beminnen en bemind te worden, te mager is”, luidt haar persoonlijke conclusie. Zelf opteert ze voor een benadering waarbij seksualiteit, sensualiteit en spiritualiteit samengaan, maar het charmante van haar boek is dat ze ruimte laat voor andersdenkenden en nuchter genoeg blijft om ook aandacht te hebben voor hun vragen en overwegingen.

Met Bewijzen van liefde – De deugden in een moderne tijd heeft Stephanie Dowrick een huzarenstukje gepleegd. In 1977 was zij een van de oprichters van The Women’s press. Eerder publiceerde ze Intimiteit en alleen zijn. Nu woont ze in Australië, waar ze als journaliste en psychotherapeute werkt. In ’95 werd bij haar de diagnose kanker gesteld, in diezelfde periode was ze verwikkeld in een slopende rechtszaak. Beide ontwrichtende ervaringen komen slechts terloops ter sprake, maar in het hele boek is merkbaar dat ze wéét dat het leven klappen uitdeelt die je niet met zeemzoet gewauwel kan opvangen. Ze reikt denkpistes aan die het mogelijk maken die klappen te overstijgen.

In Bewijzen van liefde ontbreekt het niet aan uitdrukkingen die in onze moderne samenleving bij velen wrevel en weerstand kunnen oproepen: de zin van het lijden, martelaarschap, vergiffenis,… Nochtans slaagt de schrijfster erin een jargon dat enkel op de preekstoel lijkt thuis te horen in haar hele discours op te nemen zonder dat het tegen de borst van onkerkelijken stuit. Er wordt uit de bijbel geciteerd, maar evenzeer worden wijsheden aangehaald uit de talmoed, uit het boeddhisme, uit werken van Nietzsche, Jung, Steiner, Virginia Woolf en Daniel Goleman. In haar inleiding schrijft ze dat ze vrijelijk geput heeft “uit de juwelen van het Oosten en het Westen”. En wie dit soort juwelen op een nuchtere manier aan elkaar rijgt, toetst aan eigen en andermans concrete ervaringen, én op een vlotte, toegankelijke manier vertaalt naar het eind van de twintigste eeuw, kan een wonderlijk boek voorleggen. De op het eerste gezicht gedateerd aandoende deugden als “moed, trouw, zelfbeheersing, edelmoedigheid, verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid” krijgen hier een invulling die inspireert. Omdat de schrijfster niet gaat zweven maar met haar voeten op de grond blijft, en omdat zij onverdroten wijst op de sociale en maatschappelijke dimensie van haar vertoog. Dat laatste betekent echter niet dat zij de relaties “dicht bij huis” uit het oog verliest.

Ze vertelt hoe een vriendin die haar tijdens haar ziekte was komen helpen in de tuin, een dierbare plant had weggesnoeid. In plaats van haar daar eerlijk iets over te zeggen, koos Dowrick ervoor om over het incident te zwijgen. Belangrijker dan de meest uitbundig bloeiende plant, achtte ze het feit dat de gevoelens van haar vriendin niet werden gekwetst. Belangrijker dan “eerlijk de waarheid te zeggen” of “op te komen voor je rechten”, achtte ze de “zelfbeheersing”.

Ander concreet voorbeeld. Het in praktijk brengen van de deugd verdraagzaamheid kan betekenen dat je je afvraagt of de eigenschappen van iemand die je geen kwaad doet, maar toch bijzonder irriteert, misschien ook bij jezelf horen. (Doe de test!)

Bij “edelmoedigheid” lezen we hoe iemand zich ’s avonds doodmoe boven een afwasbak vol vettige borden staat te ergeren en te beklagen. Het kan ook anders. Bijna idyllisch beschrijft Dowrick hoe diezelfde afwas (langzaam, heel langzaam uitgevoerd, bord na bord schoongewreven) een moment van rust, genot en meditatie wordt. Een mannelijke collega meende in dit tafereel het ultieme argument gevonden te hebben om het andere geslacht voor eeuwig aan de vaat te houden. Het weze hem vergeven: allicht had hij dit mild-stemmend boek nog niet ten gronde gelezen.

Stephanie Dowrick, “Bewijzen van liefde – De deugden in een moderne tijd”, Contact, 303 blz., 660 fr.

Jo Blommaert / Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content