Leid mij in bekoring
Parfums zijn deze herfst nadrukkelijk aanwezig. Ze mogen verleiden, meer zelfs, ze moeten uitdagen. De Britse ontwerpster Vivienne Westwood kent de begrippen provocatie en verlokking. Ook haar eerste parfum Boudoir is ervan doordrongen. Een gesprek.
Zijn het de donkere en lange winteravonden voor een behaaglijk haardvuur die doen verlangen naar passie, betovering en provocatie? Of willen we na de eindeloze varianten op de frisse no-nonsense geuren terug iets stevigers? De parfums die deze herfst op de markt kwamen, spelen in op een heel scala ‘Grote Gevoelens’. Alchimie van Rochas stelt zichzelf voor als een betoverende geur in een magische flacon. Hypnotic Poison van Christian Dior: moet bij zo’n naam nog uitleg gegeven worden? Feu d’Issey van Issey Miyake draait rond warmte en energie. Het zwoele en indertijd choquerende parfum Shocking van Elsa Schiaparelli werd heruitgebracht. En Vivienne Westwood brengt deze maand Boudoir uit, haar eerste parfum.
De warme en opulente geur, de barokke flacon en de naam sluiten perfect aan bij de wereld van Westwood. Net zoals ze zich voor haar mode graag laat inspireren door historische referenties, laafde Westwood zich voor haar parfum aan oude, van de markt verdwenen geuren die verzameld zijn in de Parijse Osmothèque (een soort geurbibliotheek). Ook zwoele en elegante oudjes als Chanel n°5 en Shalimar van Guerlain kunnen haar nog enigszins bekoren. Maar Westwood hoeft niet langer te zoeken: na een vier jaar lange zoektocht – “een parfum maken is echt trial and error” – kwamen zij en parfumeur Martin Gras tot Boudoir.
Tijdens de persvoorstelling in Londen heeft ze er zelfs enkele, uit marketinghoek opgelegde, interviews voor over. Al heeft ze geen hoge pet op, noch van mode- en beautyredactrices, noch van marketing.
Uw referenties zijn allemaal oude geuren. Kunnen modernere parfums u dan niet bekoren?
Westwood: Nee, het zijn allemaal half afgewerkte parfums. Als ik op de luchthaven in Duty Free Shops binnenloop, dan moet ik vaststellen dat ik aan de meeste parfums daar een hekel heb.
Voor uw modecollecties doet u veel historische research. Hoe heeft u Boudoir aangepakt?
Ik wilde absoluut een compleet parfum. Een parfum dat af is. Een geur waarin je niet zomaar één of twee ingrediënten herkent, maar die je als een weldadig geheel ervaart. Ik vond het zeer moeilijk werken. Het was totaal anders dan een collectie ontwerpen. Een geur creëren is een chemisch proces dat gebaseerd lijkt op trial and error. Je vertrekt met een aantal goede ideeën, maar om die dan concreet uit te voeren… Het is verbazend wat er gebeurt als je ingrediënten bij elkaar brengt: de geur valt uit elkaar, wordt totaal iets anders dan je verwachtte of wordt gewoon niets. Op een bepaald moment wilde ik het opgeven. Onze inspanningen leken nergens toe te leiden. Ik denk dat de ommekeer kwam toen we met enkele natuurlijke, duurdere materialen begonnen te werken.
Een parfum maken is dus moeilijker dan een kledingcollectie ontwerpen?
Ja. Als je kleren ontwerpt, zie je wat je doet. Je kan het ontwerp aanraken, je kan het aanpassen. Bij een geur is dat niet zo.
Op een bepaald moment zei u aan Martin Gras: ik wil geen parfum, maar iets dat stinkt.
Dat deed ik om hem aan te zetten zo ver mogelijk te gaan. Ik wilde een zeer sexy parfum met een hoge dosis dierlijke geurnoten. Ik zei hem: als het resultaat stinkt, dan stoppen we, maar ga ondertussen zo ver je kan. Sexy en sensueel waren belangrijke begrippen bij het maken van Boudoir. Met een parfum wil je toch andere mensen aantrekken?
U zit meer dan 20 jaar in het modevak. Heeft u er niet eerder aan gedacht een parfum uit te brengen?
We zijn er vier jaar geleden beginnen aan denken. Het idee is organisch gegroeid door de uitbreiding van ons bedrijf. Want je moet een sterke marktpositie hebben voor je een parfum lanceert. Ik ben eigenaar van het bedrijf, heb er de financiële controle over. Dat betekent dat ik nooit de middelen had om grote reclamecampagnes te voeren. Het heeft dus wat tijd gekost voor het publiek mij kende.
Denkt u dat uw parfum meer mensen naar uw mode zal brengen?
Ik heb er geen idee van. Je wordt natuurlijk wel verondersteld daaraan te denken. Maar dat doe ik niet. Ik weet alleen dat Boudoir een goed parfum is. En ik ben ervan overtuigd dat het een succes wordt.
Waarom heeft u Lancaster gekozen als partner in dit project?
Ik heb een goede manager en hij was geïnteresseerd in een parfumcontract. We hebben met veel mensen uit de sector gesproken. Maar van bij het begin wilde hij een goed cosmeticahuis met een serieus distributienet.
Hoe verliep de samenwerking? Kon u over elk aspect van het parfum zelf beslissen?
Het parfum kon ik niet zelf creëren, daarbij had ik hulp nodig. Maar al de rest – de campagne, de flacon – is door mijn team geïnspireerd en bedacht.
In interviews heeft u al vaak verklaard een hekel te hebben aan marketing. Maar in de moderne parfumbusiness draait bijna alles rond marketing.
Dat is zo, en het resultaat lijkt meestal nergens op. Maar ik geloof dat Boudoir een kwaliteitsproduct is en dat het qua marketing op gepaste wijze aangebracht wordt. Kwaliteit drijft op een bepaald moment boven.
Boudoir is een opvallende geur, zeer warm en zwoel. Vindt u het een moeilijke geur?
Nee. Mensen uit de sector hadden me verteld dat je parfum een succes is, als vijf procent van de kopers het opnieuw, een tweede keer koopt. Ik hield er dus rekening mee dat heel veel mensen de geur niet zouden appreciëren. Maar dat mag niet betekenen dat de geur hen afstoot. Bij sommige parfums heb ik dat wel: ze zijn zo slecht dat ik niet eens in dezelfde kamer wil blijven met de vrouw die zoiets draagt. Maar ik ben er zeker van dat Boudoir de omstaanders niet afstoot. Ik draag de geur nu al enkele maanden en de reacties zijn fantastisch.
Wat betekent parfum voor u?
Via kleren druk je je persoonlijkheid uit, een parfum geeft je présence.
Wat was uw eerste parfum?
Shocking van Elsa Schiaparelli. Een mondaine en geraffineerde geur.
Wat is uw beste geurherinnering?
De Proust-vraag! Ik heb in mijn koelkast in een klein kommetje een restje citroenlikeur, homemade in Italië. Als ik de koelkast open, denk ik altijd aan een vriendinnetje uit de buurt waar ik opgroeide. We waren 12 en maakten snoepjes en cakes. We probeerden verschillende essences uit, ook citroenessence. Die citroenlikeur zal ik dus niet opdrinken, maar bewaren.
Trui Moerkerke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier