KUNSTAMBACHTEN AAN DE POLS
Het succes van luxehorloges doet de vraag naar kunstambachten stijgen. Grote merken gaan in zee met ambachtelijke ateliers om de vakkennis voor uitsterven te behoeden. Cartier gaat nog verder en opent de allereerste haute-horlogeriecampus in Genève waar het vanaf 2016 emailleurs en graveurs zal trainen.
Meester-ambachtslui, die de kwintessens van hun discipline beheersen, waren tot voor kort een uitstervend ras. Van veel kunstambachten, zoals de graveerder of granuleerder, blijven er wereldwijd nog slechts een handvol over die hun ambacht tot in de kleinste details beheersen. Een schrikbarende gedachte. “De laatste 25 jaar heb ik een aantal ambachten helemaal zien verdwijnen”, vertelt Juan-Carlos Torres, ceo van Vacheron Constantin. “Enkele andere, denk maar aan guillocheren of emailleren, verdwenen op een haar na. Op een gegeven moment bleven er slechts drie ervaren emailleurs meer over.”
Emailleren is een van de oudste technieken in de horlogesector. Guillochage verwijst naar het ambacht dat een fijn, decoratief, repetitief, geometrisch patroon op metaal aanbrengt. In de meeste horlogehuizen gebeurt dat machinaal, omdat de machine nu eenmaal een grotere precisie en een snellere toepassing mogelijk maakt, maar echte topmerken zoals Breguet zweren bij het kunstambacht. Zij laten zowel guillochage– als perlage-motieven met handmatig bediende tools of machines in de eigen ateliers aanbrengen. Bij perlage wordt via abrasie een parelachtig patroon op horlogeonderdelen aangebracht. Breguet past alle kunstambachten nog op dezelfde manier toe zoals ten tijde van oprichter Abraham Louis Breguet (eind achttiende, begin negentiende eeuw).
Met de toepassing van kunstambachten voldoen horlogemerken aan de vraag van klanten naar exclusieve savoir-faire, maar tegelijk is het voor sommige merken een manier om de winstmarges exponentieel de hoogte in te laten gaan.
TERUG NAAR DE ROOTS
Decoratieve ambachten kennen een lange traditie in Zwitserland. Hun oorsprong voert ons terug naar de zeventiende eeuw en de komst van de hugenoten uit Frankrijk. Die legden zich toe op het decoreren van horloges, omdat andere luxevoorwerpen toen verboden waren. Na de hoogdagen in de negentiende eeuw ging het evenwel stilaan bergaf met kunstige horloges. Begin jaren 1970 stortte met de opkomst van het goedkope kwartshorloge de hele markt van mechanische horloges in, uiteraard deelden de decoratieve ambachten in de klappen. Trainingsprogramma’s, zoals de gereputeerde emailleursopleiding aan de Geneva Art School werden geschrapt. Sinds 1990 leidde de groeiende vraag naar luxegoederen ook weer naar een grotere interesse in Zwitserse, mechanische horloges. De laatste tien jaar groeide de omzet in het high-end horlogesegment zo fel dat de kunstambachten knelpuntberoepen werden.
In zijn 160-jarige geschiedenis deed Cartier vaak een beroep op ambachtslui voor het vervaardigen van horloges, juwelen en kunstobjecten. Goed tien jaar geleden ging het merk nog een stapje verder en besliste het om vergeten vaardigheden weer tot leven te wekken en waar mogelijk zelfs op te waarderen via een welbepaalde collectie : Cartier d’Art.
Na horloges in email, lak, miniatuurmozaïek, hout- en strofineer presenteerde het Franse merk dit jaar tijdens de Salon International de la Haute Horlogerie (SIHH) in Genève, het op één na belangrijkste horlogesalon van de wereld, een ‘Ballon Bleu’-horloge met papegaaimotief in fineer van rozenblaadjes. Bloembladfineer is vergelijkbaar met hout- en strofineer en een nieuw ambacht in de horlogesector dat veel tijd en tal van minutieuze handelingen vereist. Nadat kwalitatieve bloemblaadjes – in dit geval van rozen – zijn geselecteerd, worden ze gekleurd. Elk bloemblaadje wordt vervolgens op een flinterdun stukje hout gekleefd en met een fineerzaagje in de vorm van minuscule veertjes en pluimen gezaagd. Het bloemenfineer is enerzijds bijzonder fragiel, het is anderzijds zo kleurrijk en sensueel dat het textuur geeft aan de beeltenis van de papegaai op de horlogewijzerplaat.
Vorig jaar presenteerde Cartier een Rotonde met pantermotief in granulatie. Voor de wijzerplaat van dat horloge werd een eeuwenoude decoratievorm uit de edelsmeedkunst gehanteerd, waarbij minuscule bolletjes of korreltjes in goud (of zilver) worden vervaardigd uit stukjes gouddraad en in een bepaald patroon worden aangebracht op een sieraad. Wanneer het voorwerp verhit wordt, hechten de korreltjes zich aan de ondergrond, zonder ermee te versmelten. Hierdoor ontstaat een bijzonder spel van licht en schaduw in goud. Cartier hanteerde voor zijn wijzerplaat bolletjes van 0,3 mm tot 0,8 mm, maar het kan nog minusculer. Met stofkorreltjes van slechts 0,1 mm bijvoorbeeld. De granulatietechniek dateert uit de periode tussen 3000 tot 2500 voor Christus en werd door de Etrusken geperfectioneerd.
OPVOLGING VERZEKERD
Met de rijzende vraag naar luxehorloges op nieuwe markten, als China, India en Brazilië, neemt ook de vraag naar origineel ambachtswerk toe. Om te voorkomen dat de horlogehuizen op een gegeven moment niet meer aan die vraag zouden kunnen beantwoorden, trainen grote groepen als Richemont en The Swatch Group zelf mensen op om de vaardigheden binnenshuis veilig te stellen. Cartier ziet het nog grootser en opent weldra een haute-horlogeriecampus in Genève, waar het vanaf 2016 emailleurs en graveurs zal trainen.
Dat initiatief blijkt een noodzaak, want veel onafhankelijke ambachtslui hebben niet het geld of de middelen om zelf opvolgers te trainen. Hebben ze die toch, dan vrezen ze dat na jaren van intensieve opleiding hun volgelingen worden weggekocht door grote horlogehuizen.
Toch juicht niet iedereen de nieuwe campus toe. Te veel productie van horlogewijzerplaten in email kan ertoe leiden dat email gebanaliseerd wordt, waardoor klanten weer afhaken en waardoor de resterende kleine ateliers het nog moeilijker krijgen.
Naast de nieuwe campus werden er de afgelopen jaren ook tal van stichtingen opgericht die kunstopleidingen promoten en de instroom van jongeren in de sector bevorderen. Vacheron Constantin richtte bijvoorbeeld de European Métiers d’Art Days op. Het merk dat ook deel uitmaakt van Richemont was een van de allereerste horlogemerken die in 2007 een ‘Métiers d’art’-collectie in het leven riepen. De European Métiers d’Art Days hebben elk jaar zowel in Parijs, Genève als Milaan plaats en moeten het grote publiek aanmoedigen om een passie te ontwikkelen voor kunst en ambachten.
GEBORDUURDE HORLOGEKAST
Het is niet alleen in de Zwitserse horloge-industrie dat ateliers met uitsterven zijn bedreigd. Ook in Parijs blijven er nog slechts een handvol gespecialiseerde ateliers over. Lesage is er zo één. Dat levert aan de coutureafdeling van Chanel en vormt tevens een schakel in de productie van bepaalde horloges. Lesage levert sinds 1924 verfijnd borduurwerk, versierd met cabochons, kralen, kristal,… en staat met meer dan zestigduizend patronen, motieven en technieken synoniem voor de grootste collectie borduurwerk ter wereld. Aan dit aanbod voegt Lesage jaarlijks zowat honderd nieuwe borduurpatronen toe. Om de toekomst van deze unieke knowhow te beschermen opende Lesage in 1992 een school van borduurwerk. Intussen hebben bijna vierduizend mensen – liefhebbers en professionals – zich laten onderdompelen in de kennis van het huis. Vandaag verricht het atelier ook werk voor Dior, Louis Vuitton, Jason Wu. Lesage verzorgde het borduurwerk voor de nieuwe Camélia Brodé-horloges, uit de Mademoiselle Privé-collectie van Chanel, en borduurde pailletten en motieven op de wijzerplaat in zijde.
MOEILIJKSTE BEROEP
De meeste horlogemerken geven niet graag de namen prijs van de ambachtslui waar ze mee samenwerken. Maar sommige namen hebben dan weer zoveel status dat ze er graag mee uitpakken. Meester-emailleur Anita Porchet is zo’n naam. Als tiener leerde ze het ambacht van haar peetvader. Gedurende haar 53-jarige carrière verfijnde ze haar kunst. Nu behoort ze tot de top. Grote huizen als Patek Philippe en Vacheron Constantin laten maar al te graag horloges door haar bewerken, klanten leggen er honderdduizenden euro’s voor neer.
Voor Chanel bewerkte Porchet de wijzerplaten van het Coromandel-horloge uit de Mademoiselle Privé-collectie met email grand feu. Dat is een van de moeilijkste en delicaatste ambachten. De emailleur brengt bij deze techniek dunne lagen email met een zeer fijn penseel op de wijzerplaat aan. Email is van natuur een transparante substantie op basis van silica. Door deze te mengen met zeer fijne metaaloxidepoeders, oliën en essences kan een enorm kleurenpalet gecre- eerd worden. Het mengsel dat zo ontstaat, wordt met de vrije hand aangebracht, net zoals olieverf : met een fijn penseel. Vaak heeft de emailleur hierbij microscoop nodig. Maar daarmee is de kous niet af. De kleurpigmenten zijn grillig en vereisen specifieke condities om aan het email te hechten. Elke kleur vereist ook een andere oventemperatuur (tussen 800 en 900°C). Het is precies bij dat bakproces dat een horloge door één klein barstje helemaal onverkoopbaar wordt.
De fragiliteit van het email en de complexiteit van de techniek resulteren in echte miniatuurmeesterwerken. Ook het Zwitserse luxehorlogehuis Bovet pioniert al jaren in miniatuurschilderingen op wijzerplaten. Het aanbrengen van die miniatuurtjes op paarlemoer is een zeer minutieus en moeilijk beroep. Maar terwijl er tot voor kort slechts enkele miniatuurschilders meer waren, neemt hun aantal gestaag weer toe. Een verdienste van de horlogesector.
DOOR ANJA VAN DER BORGHT
“Op een gegeven moment bleven er wereldwijd slechts drie ervaren emailleurs meer over”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier