Kaapse kos
Koedoe, kingklip, biltong, bobotie, brodie: vreemde namen, vreemde smaken. De ene al lekkerder dan de andere. Sinds de opheffing van de Apartheid verwierven niet alleen de Zuid-Afrikaanse wijnen wereldfaam. De lokale keuken, met Kaapstad als voortrekker, openbaart in snel tempo zijn rijke identiteit. Topkok Garth Stroebel is de grote promotor van de nieuwe culinaire trend: Modern South African.
Sabine Lamiroy / Foto’s Michel Vaerewijck
Putje winter. Zesentwintig graden. Geen wolkje in de lucht. “Jullie moeten meteen naar de Tafelberg. Vandaag is het uitzicht geweldig. Het kan snel omslaan in deze tijd van het jaar. Dan is het mistig en erg winderig”, zegt hotelmanager Andrew Cook, die ons verwelkomt in het Mount Nelson, het statige 103 jaar oude koloniale hotel aan de voet van Table Mountain. Twee minuten later herhaalt Tziona Aronson, managing director van de Nellie, zoals het befaamde hotel hier wordt genoemd, dezelfde boodschap, en ook de groom die ons naar de kamer brengt. Op naar de top dus. Nauwelijks een halfuurtje later brengt de kabelbaan met draaiende gondel ons op de 1086 meter ‘vlakke’ berg. Het panorama is inderdaad buitengewoon. In alle windrichtingen strekt een indrukwekkend landschap zich uit. Naar het zuiden: het Kaapse schiereiland dat uitloopt op Kaap de Goede Hoop. Voor ons: Kaapstad, uitgestrekt, rozig in het avondlicht. En daarachter de glimmende oceaan. Naar het oosten: de uitgestrekte suburbs, de eindeloze townships en aan de einder de bergen in het binnenland. Overal op de rotsen koesteren dassies (klipdassen) zich in de late zon. De kleine pelsdiertjes zien er schattig uit, maar kunnen naar verluidt lelijk bijten.
De City Bowl, het oude centrum van Kaapstad, ligt geborgen tussen de Tafelberg en de uitlopers ervan, Lions Head en Signal Hill. Deze ‘seinheuvel’ , waar elke middag de noon gun met een kanonschot het middaguur aangeeft, is een van de geliefde pleisterplaatsen van de Kapenaars. Ze komen er op mooie avonden als deze graag picknicken en de zonsondergang bewonderen. Van hieruit heb je ook prachtig uitzicht op Robbeneiland, waar Nelson Mandela achttien jaar gevangen zat en dat nu als historisch erfgoed te bezichtigen is.
Maar wij zijn op de eerste plaats hier om – letterlijk – te proeven van Kaapstad, hét culinaire centrum van Zuid-Afrika. Garth Stroebel (zie kader), executive chef van het Mount Nelson Hotel, is dé promotor van een eigen, Zuid-Afrikaanse culinaire identiteit. “Geen ander land kan bogen op zo’n diversiteit aan ingrediënten”, vertelt de chef. “We hebben niet alleen Afrikaans wild zoals springbok en koedoe, struisvogel en krokodil, maar door ons klimaat, dat alle eigenschappen heeft van het mediterrane, is er ook een overvloed aan rijp fruit en groenten in de Kaap. Doordat de Atlantische en de Indische Oceaan nabij de Kaap bijeenkomen, beschikken wij bovendien zowel over koudwatervissen als kingklip, steenbras en (zee)snoek als over crayfish (kreeft), oesters, mossels en tal van andere zeevruchten.” Daarbij komt nog de versmelting door de eeuwen heen van de culinaire erfenissen van de Afrikaanse bevolking, de Portugezen, Hollandse Boeren ( Cape Dutch), Fransen, Duitsers, Britten, Indiërs en niet te vergeten de Maleisische invloed van de slaven die werden aangevoerd uit Indonesië. De invloed van hun specerijenkeuken was zo groot dat de typische Kaapse keuken als Cape Malay wordt omschreven.
’s Avonds maken we meteen al kennis met Kaapse kos in het Bloemers Kos teater, een bistro-achtig eethuisje, op een tiental minuten rijden van het centrum in de wijk Woodstock. Het bestaat uit drie aanpalende, tachtig jaar oude pandjes en is heel eenvoudig ingericht met houten vloeren en tafels, bestek in blikken dozen en oude foto’s aan de muur. Albertus, de enthousiaste jongeman die ons bedient, maakt er een punt van om ons in te wijden in de vreemde smaken. Hij zet ons een potje biltong voor, een van de populairste Zuid-Afrikaanse specialiteiten die door de eerste Boeren werd ontwikkeld en bestaat uit kleine reepjes gedroogd vlees, “meestal van rund, maar ook van wild of van struisvogel. Het wordt gegeten als aperitiefhapje of als tussendoortje. Je moet er langzaam op kauwen”, zegt Albertus. Het smaakt wat zout en pikant, maar best lekker. Hij laat ons ook proeven van heerlijke smoorsnoek, stukjes gerookte en gestoofde (zee)snoek, geprepareerd met pepers en ui en geserveerd met abrikozenjam en zelfgebakken brood. Volgt een hartige bobotie, vaak bestempeld als hét nationale gerecht en bestaande uit minced beef, vermengd met brood, ui, rozijnen en amandelen, op smaak gebracht met curry, chutney en specerijen en afgedekt met een korstje van ei en melk. Erg smakelijk is ook de Karoo lamb pie, gemaakt naar het voorbeeld van de traditionele pie uit de Britse keuken, maar dan met lam afkomstig uit de Karoo dat zich voedt met de typische afsmakende kruiden uit dit onherbergzame gebied.
De eerste kennismaking met de Cape Malay-keuken bevalt uitstekend. Het maakt ons benieuwd naar wat onze culinaire rally nog meer te bieden heeft.
Voor we ’s anderendaags op culinaire ontdekkingstocht gaan, lopen we even langs het ‘Vlaamse’ Guesthouse de Tafelberg. Het bescheiden, prettig ogende, okergeel geverfde hotelletje met zeven kamers, wordt gerund door Ann en Kris Van Cappellen, een Vlaams koppel dat enkele jaren geleden emigreerde naar Zuid-Afrika. “Het idee voor het guesthouse ontstond in de nasleep van het tv-programma De Tafelberg waarin Karl Symons bekende Vlamingen naar de Kaap loodste. Wij hadden hier al enkele jaren een farm buiten Kaapstad, maar het idee boeide ons en dus zijn we met Karl en enkele Vlamingen mee in het project gestapt.” Het Guesthouse is gelegen in de residentiële wijk Oranjezicht, aan de voet van de Tafelberg en ligt op wandelafstand van het hart van de stad, niet heel ver van het Mount Nelson hotel.
Dat Mount Nelson is een ideale, zij het exclusieve uitvalsbasis voor een verkenning van Kaapstad. Recht voor de imposante zuileningang van het hotel vertrekt Government Lane. Het met eikenbomen omzoomde, één kilometer lange wandelpad voert recht naar het oude centrum en mondt uit in de brede Adderley street, een van de oudste winkelstraten van Kaapstad. Aan weerszijden van het wandelpad liggen bezienswaardigheden, waaronder het Georgiaanse Bertram House, het National Gallery Museum, het Parlement, het Tuynhuis (ambtswoning van de president) en niet te versmaden de heerlijke Company’s Gardens, waar het 350 jaar geleden allemaal begon. In wat nu een botanische tuin is, de groene long van de stad, liet pionier Jan Van Riebeeck in 1652, in opdracht van de Verenigde Oost-IndischeCompagnie, op deze plek een moestuin aanleggen om de schepen op weg naar Azië van vers voedsel en drinkwater te voorzien. Kaapstad kreeg niet voor niets de bijnaam Mother City of Taveerne van de Zee.
Sla je linksaf, aan het eind van de Government Lane, dan beland je een huizenblok verder in wat wellicht de leukste straten van de binnenstad zijn: via Greenmarket Square (markt met souvenirs, stoffen, beeldjes, maskers…) kom je terecht in Long Street en zo hogerop in Kloof Street. Vooral Long Street met zijn vele, goed bewaarde kleurrijke Victoriaanse gevels is prettig om rond te struinen. Je treft er de beste boekwinkels van de stad en, in de omgeving van de dwarse Church Street, heel wat antiek- en brocantewinkeltjes, waaronder de volgestouwde, drie verdiepingen tellende Pan African Market, een paradijs voor souvenirjagers. Zowel in Long Street als in Kloof Street, die ook wel de ‘eetstraat’ van Kaapstad wordt genoemd, vind je tal van restaurantjes, cafés, en fastfoodtenten waar je terechtkunt voor een snelle en goedkope hap. Een trendy adres is Long Street Café, een stijlvolle brasserie met New Yorkse sfeer, waar het prettig lunchen is. Maar dé blikvanger in Long Street is ongetwijfeld het populaire en flamboyante Mama Africa. In dit met Afrikaanse taferelen beschilderde en exotisch gedecoreerde eethuis wordt een smakelijke Cape Malay-keuken geserveerd. Afrikaanse wildgerechten, zoals C rocodile kebabs, Hunters game potjiekos (stoofpotje ) en koedoe- of springboksteak, zijn er specialiteit. ’s Avonds brengt een zwarte band de swing erin met livemuziek. De prijzen zijn, naar Europese normen, bijzonder laag. Een voorgerecht als East Coast mussels with a curried coconut sauce kost 29.50 rand (zo’n 3 euro). Voor een hoofdgerecht moet je rekenen op 70 à 80 rand (of 8 euro). Overal moet je wel tien procent service bijtellen.
Een totaal andere stijl vind je aan de overkant van de straat in de deftige, zeer Brits aandoende Kennedy’s Cigar Bar met dieprood tapijt, leren fauteuils, acajou tafels en bibliotheek. Aan de muren hangen grote foto’s van sigaarrokende politici en filmsterren, van J.F. Kennedy tot Jack Nicholson. Je vindt er een keur van de beste whisky’s, fijne havannasigaren, een verzorgde wereldkeuken op basis van lokale ingrediënten en elke avond de beste jazz van de stad.
Aan het eind van de straat verkoopt de slagerswinkel Morris’s alles wat je nodig hebt voor een uitstekende braai (barbecue ). Braaien is hier nog altijd de meest geliefde vorm van eten, die zowat overal wordt bedreven, in privé-tuinen, op het strand, maar ook in openbare parken en langs de wegen. De boerewors en de biltong van bij Morris’s staan bekend als de beste van de stad.
Een ander ‘lekker adres’ in deze buurt is fijnkostwinkel en coffeehouse Melissa’s op het einde van Kloof Street (verlengde van Long Street). Het huis is gerenommeerd om zijn authentieke producten. “Alles wat wij verkopen is huisgemaakt, zonder bewaarmiddelen of additieven. Vooral onze noga en taarten zijn erg in trek,” zegt product manager Jeanne Loubser. Je vindt er allerhande delicatessen, van zongedroogde nectarines, tapenades en sushi tot biltong, biokip en verse pasta’s. Vooraan in de winkel kun je terecht voor ontbijt, maar ook voor een hartige lunch, er is een keuze uit diverse salades, pasta’s en klassieke Zuid-Afrikaanse schotels.
Te midden van de antiekwinkels in Church Street (dwarsstraat van Long Street) vinden liefhebbers van de Indiase keuken hun gading in Bukhara. Het restaurant is gerenommeerd als het beste Indiase eethuis, krijgt geregeld prominenten over de vloer, onder wie acteur Michael Caine en Bono van U2, en draait in de topmaand december wel zeshonderd couverts per dag. In de open keuken zijn permanent twaalf Indiase koks aan de slag. Er is keuze uit minstens dertig curry’s en evenveel tandoori-schotels.
Wie houdt van een speelse, artistieke inslag, kan terecht in Gorgeous in Loop Street (parallel met Long Street). In dit hippe eethuis, dat vooral een jong en kunstzinnig publiek aantrekt, is Peter Hayes de baas. Hij is acteur, theaterdirecteur en chef-kok en presenteert ‘ classics with a twist’, zoals tarte tatin met bieslook of chocolate chilli ice cream, maar ook klassieke Zuid-Afrikaanse keuken en uitstekende vegetarische schotels. Gorgeous is ook bekend om zijn cocktails.
Niet ver daar vandaan, op de hoek van Shortmarket Sstreet, bevindt zich The Africa Café, een van de authentiekste Afrikaanse eetgelegenheden van de stad. Het is ondergebracht in een mooi gerestaureerd achttiende-eeuws Cape Georgian-huis en bestaat uit diverse ruimten, elk gedecoreerd volgens een Afrikaans thema of volksgroep: Xhosa, Ndebele,Zoeloe, Marokkaans, de Mali Bar of de fishnet-room. Beneden is er een exporuimte voor lokale kunstenaars, er klinkt Afrikaanse muziek en er wordt bediend in traditionele klederdracht. “Wij willen zorgen voor een African experience“, zegt gastvrouw Thabie. “Dat is meer dan eten alleen. Daarom reist chef-kok en eigenares Portia elk jaar naar een ander Afrikaans land om er de keuken en gewoonten te bestuderen. Zij stelt een assortiment kleine schotels voor van diverse origine. Nu zijn er onder meer Zambian Bean Pies, Marokkaanse couscous , South African Vetkoek en Keniaanse kip, maar elke maand verandert het menu.” Iedereen eet zoveel hij wil voor 105 rand per persoon, inclusief dessert en koffie of thee. Bij het eten wordt Zuid-Afrikaanse wijn of de befaamde Afrikaanse fruitcocktail gedronken.
Voor dé place to be van het moment moet je naar de wijk Green Point: Beluga is ondergebracht in een oude gieterij voor scheepsonderdelen en heeft een trendy, loftachtig interieur. De oorspronkelijke structuur met bakstenen muren, zuilen en rails tegen het hoge houten plafond, is grotendeels bewaard. In de grote eetruimte is een lounge en een met luikjes afgescheiden, gezellige bar geïnstalleerd. Boven de bar bevindt zich een ‘inloop’-zolder waar het enorme assortiment wijnen staat uitgestald. Chef Michel Le Bourgne is afkomstig uit Jersey en kookt ‘ a french styled cuisine’ op basis van lokale ingrediënten als springbok, struisvogel en inheems fruit. Hij was voorheen chef-kok in het bekende Blues-restaurant in het mondaine Camps Bay en maakte van Morton’s on the Wharf aan het Waterfront een trekpleister voor foodies. Favorieten van de kaart zijn de dubbelbaked blue cheese soufflé en in de houtoven gebakken shellfish. Uiteraard wordt er ook uitstekende kaviaar geserveerd, voornamelijk van Iraanse oorsprong. Extra pluspunt is de aanwezigheid van een voiturier en de beschikking over een bewaakte parking .
Een van de fijnste eethuizen van Kaapstad is Aubergine. Het toprestaurant is gehuisvest in een negentiende-eeuws pand dat ooit de woning was van de eerste Chief Justice of the Cape, Sir John Wylde, een kleurrijk figuur wiens huis bekend was om de rijke tafel en uitstekende wijnen. De nieuwe eigenaars doen hun voorganger alle eer aan. Het interieur, waarin oud en nieuw worden gecombineerd, is stijlvol en de sfeer relaxed. In afwachting van de maaltijd kunnen gasten aperitieven in de lounge met mezzanine of op het terras met schitterend uitzicht op de Tafelberg. De tafels zijn gedekt met sobere bruine tafeldoeken, fijne glazen, inlands aardewerk. Leuk detail is dat je in de eetzaal zit op meer dan honderd jaar oude, opklapbare banken afkomstig uit een gerestaureerde kerk. Chef Harald Bresselschmidt kookt naar eigen zeggen “vernieuwend continentaal op een klassieke basis”. “Ik maak een terrine de foie gras volgens de regels maar met een lichtmoderne toets. In mijn keuken zit vaak ook een vleugje Aziatisch”, zegt hij en voegt er wat verlegen aan toe: “Mijn vrouw is Indiaas, ziet u.” En dan trots: “Ze is tandarts en werkt voornamelijk op aidspreventie”. Volgens de chef is dé favoriet van de kaart de Aubergine soufflé, gevuld met geitenkaas en begeleid door een tomaat- en basilicumvinaigrette (44 rand).
Dé plaats waar je alles bijeen vindt, is uiteraard het fameuze Victoria&Alfred Waterfront, hét vermaakcentrum van de stad, genesteld in de oude haven aan Table Bay. Met zijn tientallen eetgelegenheden, terrasjes, shopping malls, bioscopen, vis- en handwerkmarktjes, gelegen tussen de droogdokken, aanlegplaatsen voor ferry’s en plezierboten trekt dit uitgaanscentrum zo’n twintig miljoen bezoekers per jaar. Er hangt permanent een vakantiesfeertje, je kunt er een kolonie robben onbekommerd zien spelen in het water en veel terrassen bieden een betoverend uitzicht op de Tafelberg. Tussen de ontelbare restaurants enkele opvallende adressen, zoals Quay Four, een van de oudste etablissementen aan het Waterfront, met beneden een schitterend terras aan het water en een taverne waar ook de locals graag komen voor een biertje of een lichte lunch. Op de verdieping boven is er een fijnkostrestaurant, bekend om zijn heerlijke schotels met zeevruchten.
Leuk om even langs te lopen is het hier zeer populaire en bijzonder mooi gelegen Belgische café-restaurant Den Anker,waar je allerhande Belgische bieren kunt krijgen, van De Coninck tot trappist van Westmalle en Straffe Hendrik. Mosselen met friet en Gentse waterzooi zijn succesgerechten, maar je kunt er ook koedoe of springbok eten. Naast de vele bieren is er een (door Diners Club bekroonde) kaart met uitgelezen Zuid-Afrikaanse wijnen.
Trendy aan de Waterfront is de brasserie Balducci, beroemd om zijn sushibar, zijn panini, salades en pasta’s. Op enkele stappen ligt het recentelijk geopende Baia Seafood Restaurant dat zich heeft gespecialiseerd in verfijnde mediterrane keuken met Portugese inslag. Oesters met champagne en geroosterde kreeft zijn succesgerechten. Ook hier, vanaf het terras, schitterend zicht op de Tafelberg. Voor wie houdt van de cajun- en creoolse keuken is er het gerenommeerde Morton’s on the Warf, genoemd naar de zelf uitgeroepen ‘uitvinder’ van de jazz, Mr. Jelly Roll Morton. Op basis van lokale ingrediënten wordt er gekookt op de wijze van New Orleans. Specialiteit is dan ook blackened food, zoals de met cajunspecerijen ingewreven, zwartgeblakerde Karoo lam cutlets. Zoals overal elders is er een kaart met uitgelezen lokale wijnen en de obers zoeken met plezier een wijn uit die past bij het gekozen gerecht.
Aan het Waterfront vind je ook Vaughan Johnson’s Wine Shop, een van de best voorziene wijnwinkels van de stad. De handel is ondergebracht in een overzichtelijke loodsachtige ruimte met houten balken en rode stenen vloer, waar het prettig winkelen is. De praatgrage Vaughan Johnson is gepassioneerd door wijn en legt uit hoe de kwaliteit van de Zuid-Afrikaanse wijnen de laatste jaren enorm is verbeterd, sinds het isolement van het land is opgegeven. Hij heeft ruim vijfhonderd verschillende wijnen in huis. “Dat gaat van onze eenvoudige huiswijn Cape Red of Cape White, die slechts 1,50 euro kost, tot de allerbeste, een Meerlust 1998, Pinot Noir uit Stellenbosch. En zelfs die kost maar 12 euro. In vergelijking met Europa liggen onze prijzen voor kwaliteitswijnen ontzettend laag.” Andere toppers zijn volgens Johnson de Kanonkop 1999, cabernet sauvignon en de Mulderbosch, sauvignon blanc, beide uit Stellenbosch. Zowat de helft van zijn verkoop wordt geëxporteerd. “Per schip moet je rekenen op zo’n drie weken levertijd en dan komt er 1,50 euro per fles bij.”
Maar niet alleen Capetown zelf heeft lekkere adressen. Lekkerbekken die een stapje meer willen zetten komen ook buiten de stad ruimschoots aan hun trekken. In de vele baaien, schilderachtige badplaatsjes en vissersdorpen van het Kaapse schiereiland zijn er talloze restaurants waar je uitstekend kunt eten. We selecteerden er enkele, zoals het idyllisch gelegen Black Marlin aan False Bay in Miller’s Point, nabij de vroegere marinebasis Simon’s Town. Het is een ideale tussenstop op de schilderachtige route naar Kaap de Goede Hoop. Vlakbij huist trouwens de fameuze pinguïnkolonie van The Boulders-strand, een van de attracties van het Kaaps schiereiland. De Black Marlin dateert uit 1826 en was oorspronkelijk een walvisstation. Nog steeds kun je er met een beetje geluk en bij mooi weer in het walvisseizoen (van juli tot november) de zeereuzen voorbij zien zwemmen. Die zijn dan ook vaak hét gespreksonderwerp van de dag. Het Victoriaanse huis is beschermd als nationaal monument en is befaamd om zijn panoramisch uitzicht op False Bay, zijn heerlijke viskeuken en zijn bekroonde wijnkaart. De innemende jonge kok Chris Hill komt er zelf enkele specialiteiten van het huis presenteren, waaronder Kingklip on the Spit. Medaillons van deze heerlijke vis, met stevig, fijn gestructureerd vlees worden in bacon gewikkeld en gegrild en vervolgens gepresenteerd op een grote rechtopstaande spies. Ook de sea food platter (met onder meer lokale kreeft, garnalen, mossels, tong en inktvis) lokt fijnproevers van ver en dichtbij.
Volkser, maar bijzonder gezellig is het familierestaurant The Brass Bell in het nabijgelegen, rustige badplaatsje Kalk Bay dat vroeger was voorbehouden aan coloured people. Ook dit oude strandhuis met groot houten terras staat bekend om zijn seafood en kent vooral tijdens de weekends een grote toeloop.
Een verkenning van Kaapstad zou niet volledig zijn zonder een van de fameuze Kaapse wijnroutes te volgen. 96 Winery Road, ligt op zo’n twintig minuten rijden ten oosten van de stad, in het lieflijke landschap van Helderberg, tussen het universiteitsstadje Stellenbosch en Somerset West. In dit villa-restaurant met rieten dak en houten gebinte wordt een ongecompliceerde keuken gepresenteerd waarbij de kwaliteit en de versheid van de ingrediënten vooropstaat. Specialiteit is smaakvolle biefstuk afkomstig van drie tot zes jaar oude runderen, gekweekt in Vrijstaat. De indrukwekkende wijnkaart telt niet minder dan 250 wijnen, en biedt een staalkaart van het beste uit de streek.
Op enkele kilometers daarvandaan vind je het hoog aangeschreven, gastronomisch restaurant Tokara, dat schitterend gelegen is op een heuvel te midden van de glooiende wijngaarden van Stellenbosch. Vanaf het terras van dit moderne pand, dat ook een kleine winery herbergt, heb je bij mooi weer uitzicht tot Kaapstad en de oceaan in de verte. Chef-kok Etienne Bonthuys deed jaren ervaring op in Belgische keukens en brengt een Frans geïnspireerde keuken met Zuid-Afrikaanse elementen. Hij is vooral gerenommeerd om zijn sausen en zijn bijzondere combinaties, zoal M ussels with banana and apple in an orange sauce of Warm oysters poached in a cap classique wine buttersauce with tagliolini, salmon caviar and cucumber.
Maar ook de wine estates zelf laten zich niet onbetuigd als het op eten aankomt. Ze bieden bijna allemaal wijnproeverijen en de meeste beschikken over een eigen restaurant waar verfijnd eten wordt geserveerd dat de eigen wijnen tot zijn recht laat komen. Een van de mooiste wijndomeinen in de regio van Helderberg is Vergelegen. Het achttiende-eeuwse woonhuis dat oorspronkelijk toebehoorde aan de oudste zoon van Simon Van der Stel, ligt in een schitterend park en herbergt het uitstekende Lady Phillips restaurant dat zowel gerechten uit de lokale keuken als uit de wereldkeuken serveert.
Meest bezocht van alle wijndomeinen is ongetwijfeld het historische Groot Constantia (zo’n 20 km bezuiden Kaapstad), dat in 1685 werd opgericht door de eerst Hollandse gouverneur van de Kaap, Simon van der Stel. Het is de bakermat van de Zuid-Afrikaanse wijnindustrie en wordt tegenwoordig uitgebaat als experimentele staatswijnboerderij. De beste wijnen en de fijnste keuken vind je echter in de andere wijndomeinen van het Constantiadal, Klein Constantia, Buitenverwachting en Constantia Uitsig. Vooral de zoete Vin de Constance van Klein Constantia maakt de laatste jaren furore. Het is een remake van de oudste Constantia-wijn, die al werd geprezen door Napoleon, Bismarck, Charles Dickens, Jane Austen en die nu Nelson Mandela onder zijn liefhebbers telt.
Het alleroudste wijndomein in Constantia Valley, Steenberg, is niet alleen bekend voor zijn delicate sauvignon blanc-wijnen, maar ook voor zijn fijnkostrestaurant dat herdoopt werd tot Catharina’s, naar de legendarische en vrijgevochten Catharina Ras, de eerste eigenares die er zich eind zeventiende eeuw vestigde. Het is gespecialiseerd in Cape cuisine, verrijkt met zowel oosterse als Europese toetsen en werd onder meer uitgekozen om te koken ter gelegenheid van de ontmoeting van Nelson Mandela en de Nederlandse koningin.
Maar voor de top of the bill, het hoogtepunt van onze culinaire verkenning, moeten we terug naar onze uitvalsbasis in Kaapstad: het Cape Colony restaurant van het Mount Nelson Hotel, dat door het Amerikaanse Hotels Magazine geklasseerd werd bij de tien beste restaurants van de wereld. De ruime eetzaal is ingericht in smaakvolle, koloniale stijl en roept de sfeer op van een serre zoals ze vroeger in de Kaap te vinden was. Blikvanger is een muurgrote schildering van een Kaaps landschap uit de vorige eeuw: The Lady of Good Hope. Stoffen in tijgerprint, grote palmen en kelners in koloniaal uniform maken het plaatje volledig. De menu’s van topkok Garth Stroebel zijn een innoverende, geraffineerde mix van lokale Cape Malay-keuken met Europese en oosterse toetsen. Wij proefden er onder meer van zalige Cape Malay Spiced Kingklip Niçoise en Bilton flavoured Springbok loin, set on potato & butternut cake coates in beaten rice en als zalig toetje een Milk Tart served with a Butternut and Mascarpone Ice Cream.
Cape Colony ligt in het hotel zelf, maar heeft ook een aparte ingang. Wie graag informeler eet, kan in het Mount Nelson ook terecht in het Oasis-restaurant dat dagelijks een mediterraans buffet en grill aanbiedt. Sinds jaar en dag staat de Nellie ook bekend om zijn somptueuze afternoon tea, die wordt opgediend in de gebloemde loungeruimte met uitzicht op het mooie hotelpark.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier