Jean-Marie,
als ik ’s avonds met mijn Agiele Geit terugkeer naar mijn Geheime Schrijfplek, werp ik enpassant altijd even een blik op de grillige contouren van de ruïnes in Lacoste, en denk aan onze discussies en etentjes in Latem.
Vanmorgen greep ik de kans om de heuvels in te rijden en neer te strijken op het terras van het café de France, om er wat te mijmeren en er mijn pen te scherpen. “Er komen wel meer gasten hier om te schrijven”, wist de jonge serveuse me te melden terwijl ze de espresso neerzette. Later op de dag vernam ik dat Lawrence Durrell himself hier de laatste hand legde aan The Alexandria Quartet – nog altijd een onvolprezen meesterwerk en een van mijn absolute favorieten. Van op het winderige terras keek ik uit over het groen van dit gezegende deel van de Lubéron met aan de overzijde Bonnieux. Te voet klom ik verder langs de kasseistraatjes, langs huizen met olijfgroene luiken en op elke hoek potten met planten of bloemen, van paars tot rozerood. Op een rustig plekje achter de kerk vond ik de éolienne – een slakkenhuis opgebouwd uit schelpen, dat door de kinderen van de school gerealiseerd werd.
Onder het Portail de la Grade bereikte ik via de rue Saint Trophime wat overblijft van het kasteel waar Donatien Alfonse François, markies de Sade, een aantal jaren heeft doorgebracht. Er zijn boeken vol geschreven over de markies, en inzonderheid over zijn seksuele voorkeuren. Maar ik vertrouw de biografieën niet, omdat ik weet dat wie niet met de massa meeloopt, vroeg of laat neergesabeld wordt en dan een of ander etiket krijgt opgeplakt dat onkies ruikt. Een weldenkend mens wordt dan opeens een populist, een fascist, een marginaal, zoals het de goegemeente best uitkomt.
Niemand beter dan jij kan dat beamen.
Dat de markies er een liederlijk leven op nahield, is zijn recht en zijn keuze, en dat aspect is uitvoerig aan bod gekomen. Maar dat hij ook een aantal interessante politieke inzichten publiceerde, is heel wat zorgvuldiger uit de actualiteit gehouden.
Het kasteel werd zeven jaar geleden door Pierre Cardin van mevrouw Boüer gekocht, wier man André de grond legde voor het behoud ervan. Geobsedeerd als hij was door het kasteel en als nazaat van l’honnête Paulet, de enige van de dorpelingen die genade vond in de ogen van de markies met de omstreden levenswandel, had hij zichzelf een bijzondere opdracht toegedicht. Als leraar Engels in Apt besteedde hij zijn eerste salaris aan een stukje van het kasteel dat inmiddels tot een ruïne vervallen was. Het was niet zijn bedoeling het geheel volledig te restaureren, hij wou het alleen vrijwaren voor verder verval en plundering. Pierre Cardin zet die taak nu verder, maar kocht in zijn enthousiasme ook een aantal huizen, de bakkerij en het café De Sade.
De dorpelingen zijn niet verheugd, want ook het Amerikaanse Savannah College of Art and Design pikte al een aantal van de fraaiste panden in en joeg daarmee de prijzen verder de hoogte in.
Maar Cardin heeft er ook zijn eigen festival en als je vóór 23 juli langskomt, kunnen we er samen naartoe – om er in het hallucinant mooie kader van het kasteel en de steengroeven te genieten van klassieke muziek en er achteraf te mijmeren over onze liefde voor de vrijheid, en alles wat des mensen is.
Hou je taai,
Pierre Darge reist gedurende zestien weken snel en ecologisch met de tgv naar het Franse Zuiden en brengt daar verslag van uit.
Zijn negende brief is aan senator Jean-Marie Dedecker gericht.
Pierre Darge
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier