Versace, Armani, Pomellato, Armani, Gianfranco Ferré, Cavalli… Weekend Knack mocht op bezoek bij een aantal grote Italiaanse luxemerken en nam een kijkje in de dagelijkse praktijk van een traditie waarin vakmanschap, creativiteit en inventiviteit broederlijk samengaan.

Versace Gedurfd en uitdagend

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar accessoires en vooral handtassen zijn allang geen bijzaak meer. Ze krijgen alle aandacht, ze zetten de toon en bepalen trends. Met deze kennis in het achterhoofd heeft modehuis Versace afgelopen maart in Burago, zo’n twintig kilometer buiten Milaan, een fabriek van 7000 vierkante meter geopend, waar uitsluitend handgemaakte tassen en prototypes van schoenen worden vervaardigd.

Op de begane grond worden huiden opgeslagen van struisvogels, pythons en krokodillen. Het ‘zenuwcentrum’ ligt op de eerste verdieping, in een grote witte ruimte die in een zee van licht baadt. Met de meest geavanceerde machines wordt van elke handtas eerst een prototype gemaakt. Vervolgens komt er handwerk aan te pas. Alle onderdelen van de tas worden door een meestersnijder uit één huid gesneden. Daarna volgen de traditionele processen : het soe- pel maken van het leer, het lijmen en vastnaai- en van alle losse stukken, het bevestigen van de metalen onderdelen en de eindcontrole.

Op de dag van ons bezoek waren vaklui bezig met de ‘Gianni Versace Couture Limited Edition’, te herkennen aan een gouden plaatje met het opschrift ‘Via Gesu 12’, het adres van de boetiek van de couturier in Milaan. Deze producten van bont, kalfs-, nappa- of pythonleer worden uitgevoerd in wit en zwart. Op elk model prijkt de afbeelding van Medusa, een verwijzing naar de roots van de overleden ontwerper. Gianni Versace was namelijk geboren in Reggio de Calabre, een stad die in de Oudheid deel uitmaakte van Magna Grecia (Groot Griekenland).

Ook aan de betaalbaardere modellen wordt veel zorg besteed. Opvallend is de verscheidenheid aan materialen : van veulenbont, python- en krokodillenleer tot lakleer en bont. De felle kleuren nachtblauw, hel paars en fuchsiarood worden hier en daar getemperd met vleugjes donker- of parelgrijs. De Club Bag uit deze collectie heeft alles om een klassieker te worden. Het grote model is voor overdag, terwijl de kleinere versie, uitgevoerd in lak- of krokodillenleer voor ’s avonds is. De andere bestseller, de Manhattan Bag van nachtblauw nappaleer, is ook verkrijgbaar in een shoppingbag-formaat en in een kleinere uitvoering voor feestelijke gelegenheden.

Gianfranco Ferré Tussen traditie en techniek

Gianfranco Ferré is architect van opleiding, maar op die solide ondergrond krijgt de verbeelding ruim baan. De prêt-à-portercollectie en de accessoires sluiten nauw op elkaar aan. Ook uit de accessoirelijn spreekt passie voor ongewone combinaties. In de schoenen komen hagedissenhuid en leer, fluweel en satijn, suède en bont, satijn en gekleurde stenen samen. Het is duidelijk een architect die deze modellen met hoge hakken met hun ranke lijn heeft ontworpen. En de handtassen ? De kleine Baby Vittoria wordt dé must-have van deze winter. De voor- en achterkant worden gesierd door een lappendekentje van marineblauw, donkergroen en bordeauxrode hagedissenhuid. De zijkanten zijn van fluweel, aan de ene kant groen, de andere marineblauw. Het handwerk wordt benadrukt door het zware, bewerkte metalen hengsel, het vergulde plaatje met logo en de vlecht met gouden kettinkjes.

De collectie omvat eveneens een aantal ‘bravere’ handtassen van glad zwart leer. Ze behoren onmiskenbaar tot de Ferré-familie, met gouden kettinkjes die veeleer ingetogen modellen een feestelijk voorkomen geven. ’s Avonds is het tijd voor pracht en praal. De kleine handtassen en de heuptasjes zijn getooid met goud, met grote gekleurde stenen, passementen en stiksels.

Voor de man houdt Gianfranco Ferré het zakelijker en wars van franje. Ook hier blijkt hoezeer de couturier gehecht is aan de combinatie van technologie en ambacht. Het beste voorbeeld daarvan is de reistas, ‘3D’, waarin drie lagen leer verwerkt zitten. De bovenste twee, elk met een eigen kleur, zijn met de laser uitgesneden en vervolgens op de eenkleurige derde laag aangebracht. Resultaat : driedimensionale effecten.

Armani Een en al vrouwelijkheid

In de Milanese showroom van Giorgio Armani waan je je in een sprookjeskasteel. De maestro blijft zijn concurrenten graag een stapje voor en probeert elk seizoen met iets nieuws te komen, zoals nog nooit eerder gebruikte materialen of onverwachte combinaties. Wat hij voor deze winter in petto heeft ? Een avondhandtas van struisvogelpoot ? Een platte tas van haaienleer, de geliefde leersoort in de jaren 1920 ?

De groep Giorgio Armani heeft dertien fabrieken in Italië. Soms wordt samengewerkt met gespecialiseerde Italiaanse ambachtslieden, van wie de namen zorgvuldig geheim worden gehouden. Het als bestseller van het seizoen gepresenteerde model Venezia is verkrijgbaar in gewoon leer, nubuck, python- en krokodillenleer. In paars struisvogelleer ziet het er spectaculair uit, zeker in combinatie met bijpassende pumps. De met konijnenbont gevoerde veterlaarsjes zijn een elegant wapen tegen de kou. De gekledere schoenen zijn met de hand afgewerkt en ogen zeer verfijnd. De neus is vrij rond, de uitgekiende vormen zijn zuiver en vrouwelijk. Met de hand aangebrachte zijden linten, pailletten en kristalletjes tekenen arabesken op de leren of satijnen schoenen. Giorgio Armani’s geliefkoosde oosterse invloeden komen hier tot hun recht.

In de jeugdigere Emporio Armani-collecties is dit seizoen letterlijk een glansrol weggelegd voor laarsjes, ballerina’s en pumps met pailletten. Paars, rood of smaragdgroen zijn zeer aanwezig. Een opvallende pump met lichte retrolook heeft een vierkante hak van negen centimeter en is gemaakt van fluweelsatijn met een tekening van bloemenslingers. Het topmodel Orlando hult zich deze winter in kalfsleer met krokomotief en wordt gecombineerd met ballerina’s. Het arendslogo is een beetje veranderd : de arenden staan nu in groepjes van vier bij elkaar. Dit nieuwe herkenningsteken is ook te vinden op de tassen met korte schouderband, aangevuld met details van geborsteld messing en grepen van gedraaid leer.

Pomellato Tijdloos en hypermodern

In de jaren 1980 doste Pomellato de mode als eerste met steentjes en cabochons uit. Het idee kreeg navolging, zelfs bij de grote juweliers op Place Vendôme in Parijs. Pomellato verrast geregeld met nieuwe technieken of materialen. Zo bevatte de Victoria-collectie uit 2001 onder andere gefossiliseerd hout, een ultralicht materiaal met een warme uitstraling, afkomstig uit een kleine mijn in Groot-Brittannië. De Jet, een ring met een grote cabochon van gefossiliseerd hout, was meteen een groot succes. Dit onalledaagse materiaal, glanzend als satijn en met diepe schitteringen, keert nu terug als een hangertje in de vorm van een kruis of van een gestileerde leeuwentand.

De primeur in 2006 is de Eva-collectie in het teken van de camee. Pomellato heeft de klassieke camee naar eigen hand gezet en van een moderne snit voorzien. De bewerking gebeurt nog net als vroeger en verloopt volledig met de hand. Eerst snijden ambachtslieden in de omgeving van Napels een ragfijne vorm in een schelp. Vervolgens slijpt de graveerder hier met scherpe naalden een afbeelding uit door reliëf in de steen aan te brengen. Hiervoor is een strikte beheersing van de techniek vereist, want elke fout is onherroepelijk. Tot zover de traditie. De moderniteit komt tot uitdrukking in het onderwerp. De klassieke afbeelding van een onbekende schone werd vervangen door de slang van de verleiding : een knipoog naar het huidige ideaal van de wulpse vrouw. Als de cameeën klaar zijn, worden ze van Napels naar de ateliers van Pomellato in de industriële voorstad Milaan gestuurd.

Hier wijden de 120 vaardige juweelwerkers zich aan het frezen, zetten, satineren, polijsten, assembleren en plaatsen van de stenen. Er gaan duizenden stenen en tonnen goud door al die vaardige handen en die moeten voldoen aan de hoogste eisen. Het begint al bij de stenen. Pomellato koopt uitsluitend in bij de beste leveranciers ter wereld. Desondanks wordt ongeveer twintig procent teruggestuurd omdat ze niet aan de normen van Pomellato voldoen. Het creatieve werk ligt in handen van een team met de talenten die zijn afgeleverd door het Instituto Europeo di Design (IED).

Pomellato ontstond in 1967. Pino Rabolini, een telg uit een geslacht van goudsmeden, heeft de fabriek destijds opgericht om gouden kettinkjes te vervaardigen, iets waar Milanese vrouwen nog steeds dol op zijn. Later kwam Pino Rabolini op het idee om sieraden van juwelierskwaliteit te maken. De eerste modellen uit de jaren 1970 zijn van goud en behoren nog altijd tot de best verkochte producten van het label. Enige tijd daarna deden de grotere gekleurde stenen hun intrede.

De slijptechniek van Pomellato laat het licht zelfs in ondoorzichtige stenen doordringen. Deze techniek wordt ook op turkooizen toegepast. Dé bestseller blijft de Nudo-collectie, met verschillende ringen en oorbellen. Sinds de introductie van Nudo in 2001 zijn amethist, kwarts, blauw topaas, citrien en granaat de revue gepasseerd. Dit jaar is gekozen voor een monochrome collectie waarin roze kwarts en roze goud met elkaar samengaan.

Cavalli Leve de verbeelding

Met zijn kleurrijke, speelse karakter richt Just Cavalli zich tot de extraverte jonge vrouw die altijd een zonnig humeur heeft en die niet bang is om gezien te worden. De teugels van het creatieve proces liggen in handen van Roberto en Eva Cavalli, een onafscheidelijk duo in leven en werk. Roberto reist, doet overal ter wereld ideeën op en maakt honderden foto’s. Zijn creativiteit wordt door Eva op kantoor in goede banen geleid.

Samen leveren ze luchtige en grappige dessins. Sommige daarvan zijn klassiek en traditioneel, andere zijn zeer eigentijds, zoals de op de computer bewerkte foto’s. De collectie herfst-winter 06-07 bevat een flinke scheut Oostenrijk, met truitjes in Tiroolse stijl, een vleugje Engelse chic rond het thema ‘college girl’ en een verrassend samenspel tussen Spanje en China. De kleuren zijn flamboyant. Fel rood zweept paars op, turkoois buitelt over fuchsia heen en goudgeel daagt zwart uit : één en al uitbundigheid.

De accessoires volgen deze uitspattingen op de voet, aangevoerd door suède pumps en laarsjes met bloemenstiksel van zijdedraad. Perfectionisten mogen de bijpassende tas zeker niet laten staan. Alle modellen schoenen zijn slank en vrouwelijk. De zolen zijn dun en de hakken rijzig, maar fraai van vorm. Om de grijze dagen op te fleuren is er gekozen voor een kleurenpalet van rood, wit en appelgroen. De tassen dragen logo’s, stiksels, metalen versieringen en franjes als versiering.

Door Barbara Witkowska

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content