IT TAKES TWO

Nicci French. "We vertellen nooit aan iemand wie welke hoofdstukken schreef." © Kevin Faingnaert

Een boek geschreven door twee auteurs, een schilderij gemaakt door twee schilders, een modecollectie ontworpen door twee designers : hoe doe je dat, met vier handen één creatief werk maken, zonder spanningen en ruzie ? Drie duo’s over waarom ze beter in tandem werken dan alleen.

BESTSELLERAUTEURS Nicci Gerrard & Sean French

De detectiveromans van Nicci French ontstaan als een musical : eerst schrijven de Britse Nicci Gerrard en haar man Sean French afwisselend hun solo’s, waarna alle hoofdstukken samenvloeien tot één meesterwerk. “Ik kan in bad zitten terwijl Nicci French nog aan het werk is. Een heerlijk gevoel.”

Nicci : “Toen we in 1996 voor het eerst samen een Nicci French-boek schreven, The Memory Game, deden we dat in het grootste geheim. Het was geen droom om als schrijversduo door het leven te gaan. We wilden het gewoon eens proberen. Toen we het manuscript naar de uitgever stuurden, vreesden we dat hij meteen zou opmerken dat het verhaal door twee mensen was geschreven. Maar dat was niet het geval. Ik herinner me nog het verlossende telefoontje van onze agent : ‘Jullie boek is fantastisch.’ Pas toen dachten we : hier zit misschien wel toekomst in. En kijk, dit moet zowat ons 21ste boek samen zijn.”

Sean : “Toen Nicci en ik elkaar leerden kennen, werkten we allebei als journalist. Zij voor een Britse krant, ik voor een Londens tijdschrift. Schrijven en elkaars stukken nalezen was deel van onze relatie, van bij het begin.”

Nicci : “Als journalisten gingen Sean en ik compleet anders met deadlines om. Ik diende mijn stukken ver voor de deadline in, terwijl Sean pas de drang voelde om te beginnen schrijven als de deadline al verstreken was. Op deadlinedag zelf begon hij eerst een brood te bakken. Uitstelgedrag ! Ook vandaag nog is Sean veel sneller afgeleid tijdens het schrijven.”

Nicci : “Als we samen een boek schrijven, houden we ons aan drie basisregels. Eén : we schrijven nooit in dezelfde kamer. Een van ons twee begint aan een hoofdstuk, dat e-mailen we vervolgens naar de ander. Die persoon doet met de tekst wat hij wil : aanpassingen aanbrengen, zinnen deleten, het hele hoofdstuk schrappen.”

Sean : “Twee : ook al ben je het niet eens met de correcties die de ander doorvoert, toch mag je je tekst niet terug aanpassen naar de eerste versie. Ik kan heel fier zijn op een hoofdstuk, maar als Nicci oordeelt dat het niet goed is, kan ik daar niets aan veranderen.”

Nicci : “En drie : we vertellen nooit aan iemand wie welke hoofdstukken of passages schreef. Ook niet aan onze vier kinderen, vrienden of de uitgeverij. Aan niemand.”

Sean : “We schaven dus voortdurend aan elkaars zinnen, maar dat doen we altijd buiten het zicht van de ander. We vertellen elkaar ook niet wat we veranderen of verwijderen. Dat zou te vernederend zijn, voor ons allebei.”

Nicci : “Sean en ik beseffen heel goed dat samen schrijven geen machtsstrijd is. We verdienden allebei de erkenning voor ons succes. De ene niet meer dan de ander.”

Sean : “Als Nicci iets verandert in mijn hoofdstuk, is dat niet omdat ze het verhaal naar haar hand wil zetten, of er het soort boek van wil maken dat ze op haar eentje zou schrijven. Ze doet dat om er het best mogelijke Nicci French-boek van te maken. We vertrouwen elkaar daarin volledig. Nicci en ik hebben ook elk een solocarrière. In onze eigen boeken experimenteren we met totaal andere thema’s en schrijfstijl.’

Sean : “We hebben twee aparte schrijfkamers. Nicci de zolder, ik het tuinhuis. Eén keer hebben we geprobeerd om het laatste hoofdstuk van een boek in dezelfde kamer te schrijven. Dat lukte totaal niet. Het voelde aan als rijden met de handrem op.”

Nicci : “In de voorbereidingsfase van een boek doen we veel research, gaan we wandelen en discussiëren we lang over plot en personages. Maar eens ik begin te schrijven, sluit ik me volledig af van de wereld. Sean niet. De ene keer dat we in dezelfde kamer schreven, was hij voortdurend afgeleid : ‘Hé kijk, een vogel ! Wil je nog een kopje thee ? Wat zullen we vanavond eten ? Welke vogel is dat eigenlijk ? Wordt het geen tijd dat we samen Russisch leren?’ Verschrikkelijk ! Op dat moment besloten we : dit doen we nooit meer. Toch vind ik het geweldig om met hem werk en leven te delen. Dat ik een lang warm bad kan nemen, terwijl Nicci French nog aan het werk is, is een heerlijk gevoel.”

Op 28 april komt auteursduo Nicci French naar de Sint-Jacobskerk in Gent. Boekhandel Paard Van Troje organiseert er met uitgeverij Ambo/Anthos, Vooruit, en Jacobus Cultuurkerk vzw een lezing over hun recentste thriller Zondagochtend breekt aan. Tickets : vooruit.be

MODEONTWERPERS Vera & Olivera Capara

Geboren in Bosnië-Herzegovina, opgegroeid in Duitsland en nadien samen gesetteld in België, waar ze een eigen modelabel runnen. De tweelingzussen Vera en Olivera Capara maken niet alleen elkaars zinnen, maar ook elkaars creaties af. Dat vinden ze doodnormaal. “Wij leiden één groot leven.”

Vera : “Vraag me niet wie van ons twee de inspiratie vond voor de huidige zomercollectie, want ik weet het niet meer. En dat geldt voor elke jurk, broek of mantel die Olivera en ik de voorbije jaren ontwierpen, sinds we in 2009 ons eigen modemerk Capara oprichtten. Het is voor ons niet belangrijk wie met nieuwe ideeën afkomt, of wie ze uitwerkt.”

Olivera : “Het gebeurt heel vaak dat ik op de paspop aan een nieuw ontwerp begin, en dat mijn zus de look afmaakt, of omgekeerd. Zonder dat we dat aan elkaar moeten vragen. Het eindresultaat is het enige wat telt. Alles is teamwerk. Wij hebben geen ego.”

Vera : “Natuurlijk hebben we een taakverdeling : Oli is het aanspreekpunt voor onze producten in Italië, terwijl ik alle naaiwerk opvolg en coördineer.”

“Maar op creatief vlak doen we alles samen. Een nieuwe collectie begint met één foto, één inspiratiebron. Daar halen we emoties uit, die resulteren in kleurencombinaties, stoffen, patronen.”

Olivera : “Vera en ik hebben exact dezelfde referenties. We kijken naar dezelfde films, snuiven dezelfde cultuur op. Niet zozeer omdat we tweelingzussen zijn. Eerder omdat we al heel ons leven nauw samenwerken, waardoor je automatisch dezelfde indrukken opdoet. Meteen na ons afstuderen aan de Antwerpse Modeacademie polste Dries Van Noten of Vera en ik voor hem wilden werken. Later konden we ook samen beginnen bij Maison Martin Margiela.”

Vera : “Het is niet zo dat één van ons solliciteert voor een functie, en we plots met twee opdagen. We hebben altijd het geluk om als duo gevraagd te worden voor een job.”

Olivera : “In het verleden hebben we ook wel apart gewerkt. Ik bij Delvaux en Vera bij Jil Sander. Veel vrienden maakten daar grapjes over : zal het je wel lukken, zonder Vera ? Natuurlijk lukte dat. Toch vind ik ons samen sterker.”

Vera : “We geven elkaar zoveel energie. We spuien voortdurend ideeën, gevoelens, verhalen, zonder een blad voor de mond te nemen. Soms lijkt het wel of we samen ‘vliegen’, elkaar naar een hoger niveau tillen.”

Olivera : “Het is niet zo dat ik vóór de schermen aan Capara werk, en Vera erachter. We dromen, bedenken en verwezenlijken alles samen. Vaak zitten we met vier handen correcties te maken aan één blouse of jas.”

Vera : “Met iemand die anders denkt en werkt, of een totaal andere smaak heeft, zou ik nooit die magische flow kunnen creëren. Olivera’s sterkste eigenschap is dat ze zo rechtuit is.”

Olivera : “Vera staat altijd open voor verandering en werkt erg intuïtief. Vaak zal zij de eerste aanzet geven voor een nieuwe collectie. Waarna ik mee op de kar spring en verder uitdiep.”

Vera : “We wonen samen, en gaan samen op reis, al doen we ook zaken apart. Is dat bijzonder ? Het is wat het is.”

Olivera : “Ik kan niet zeggen dat wij twee aparte levens leiden. We hebben eerder één groot, rijk leven.”

Vera : “Die hechtheid heeft deels te maken met onze opvoeding. Onze ouders verhuisden van Sarajevo in Bosnië-Herzegovina naar Ludwigsburg in Duitsland, omwille van werk. We kenden niemand in Duitsland, waren op elkaar aangewezen. Daardoor hebben onze ouders en wij een onafscheidelijke band. We gaan heel open, liefdevol en eerlijk met elkaar om.”

Olivera : “Met Capara staan we momenteel op een keerpunt. We werkten de voorbije maanden aan een nieuwe, persoonlijke strategie, die we binnenkort introduceren en die onze manier van werken en presenteren helemaal zal veranderen.”

“De voorbije jaren waren vaak een uitdaging, maar nu hebben we de moed om uit het klassieke modesysteem te stappen en onze eigen weg te bewandelen. Noem het gerust een hoogtepunt in onze carrière.”

Vera : “Ik heb daar niets aan toe te voegen.”

capara.be

KUNSTENAARS Jacqueline Dehond & Koenraad Uyttendaele

Hun romance begon op de trein. Ruim dertig jaar later delen Jacqueline en Koenraad, samen het kunstenaarsduo Jacqy duVal, nog altijd visie, passie en vooral : blinde liefde voor het schilderdoek. “Samen creëren is echt iets bijzonders.”

Koenraad : “Drieëndertig jaar geleden leerde ik Jacqueline kennen. We studeerden allebei aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Zij mode, ik schilderkunst. Wekelijks zaten we op dezelfde trein vanuit Brugge. Een gedeelde passie voor kunst bracht ons aan het praten.”

Jacqueline : “Ik had net een boek gelezen over de brieven die Mozart in zijn leven had geschreven. Ik vertelde Koenraad dat er vrij platvloerse passages instonden. Dat wilde hij niet geloven. Iemand die zo’n verheven muziek componeerde, kon in zijn ogen onmogelijk banale uitspraken doen. Het was onze eerste discussie en ik was meteen weg van hem. Ik had nooit gedacht dat ik op mijn negentiende al mijn levenspartner zou tegenkomen.”

Koenraad : “In 1987 zijn we getrouwd en verhuisden we naar Brussel. Jaren later zijn we terug in Brugge komen wonen. Intussen hebben we twee zonen, van negentien en zestien.”

Koenraad : “De eerste keer dat we samen een werk maakten, was in 1989. Ontwerper Gerald Watelet vroeg ons om een decorstuk te maken voor een van zijn modeshows, waarvoor hij zich had laten inspireren door Afrikaans shoowa-textiel. Jacqueline en ik ontwierpen twee panelen. Het was de eerste keer dat we samen de zeefdruktechniek uitprobeerden. Ik herinner me nog hoe fijn ik het vond om samen met haar te maken en creëren. Het ging vanzelf.”

Jacqueline : “De jaren nadien hadden we uiteenlopende carrières. Als interieurvormgeefster en textielontwerpster ontwierp ik bedlinnen en gordijnen, en werkte ik samen met designers als Maarten Vanseveren. Koenraad specialiseerde zich in de restauratie van historische interieurs en muurschilderingen. Af en toe kruisten onze paden, zoals die keer dat we samen een kindercollectie maakten voor behang- en stoffenproducent Eijffinger.”

Koenraad : “Of toen we op het idee kwamen om samen tapijten te ontwerpen. Antiek textiel is voor ons een vorm van abstracte kunst. Het leek ons fantastisch om een hedendaagse versie te maken van een antiek tapijt, met vegetale kleuren. Helaas is zoiets erg kostelijk. We maakten uiteindelijk maar één tapijt, maar de gezamenlijke passie voor antiek textiel, kunst en vintagedesign is een rode draad gebleven in ons werk en leven.”

Jacqueline : “Op een bepaald moment beslisten we : voortaan schilderen we als duo. We speelden al langer met het idee om samen hedendaags werk te maken, voortbouwend op de expertise die Koenraad als restaurateur had opgedaan. Vandaag gebruikt hij zijn kennis over historische pigmenten en bindmiddelen om eigen verf te maken die een intense kleur heeft en een bijzondere materie. In 2011 verkocht antiquair Jean-Philippe Demeyer ons eerste schilderij.”

Koenraad : “Onze verschillende achtergronden verrijken het eindresultaat van ons werk. Zo is Jacqueline meester in het bedenken van kleurencombinaties, het ontwerpen van patronen en het opspannen van het ruwe linnen op het spanraam. Het schilderen zelf doen we afwisselend. En hoewel ik van nature meer voeling heb met dramatische, dreigende tinten, en Jacqueline met frisse kleuren, is het niet zo dat ik alle donkere vlakken inkleur en zij alle lichte. We duwen elkaar voortdurend uit onze comfortzone.”

Jacqueline : “Onze stijl is abstract. We voelen geen noodzaak om onze eigen gevoelens of trauma’s uit te drukken op doek. Liever schilderen we tijdloze geometrische figuren, waarop mensen van alle culturen en achtergronden hun eigen verhaal kunnen projecteren.”

Jacqueline : “Ik zou op mijn eentje nooit de schilderijen kunnen maken die Koenraad en ik als Jacqy duVal maken. Als je alleen werkt, geef je de strijd gemakkelijk op, terwijl Koenraad nooit de moed verliest en voor elk probleem een oplossing bedenkt. Dat bewonder ik enorm in hem.”

Koenraad : “Ik zie mij met niemand anders doen wat ik met Jacqueline doe. Elkaar blind vertrouwen, respecteren en samen groeien, is echt iets bijzonders.”

jacqyduval.be, sofievandevelde.be

Tekst Elke Lahousse & Foto’s Kevin Faingnaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content