Het kan ook zonder

Dat gedoe over mode, kleren en trends : het hoéft echt niet altijd. Soms kan het best zonder. Om dat te bewijzen, hadden we u met graagte onze allerzonnigste groeten uit blotebillenland gestuurd. Helaas… de weergoden zijn ons niet altijd gunstig gezind. Of net wel.

Jullie hebben geluk, zeg”, lacht Amélie, de receptioniste van Domaine Laborde én schoondochter van de Nederlandse campinguitbater Kees den Heyer. “Koud en nat weer is ideaal voor beginnende naturisten, maar het is echt zeer uitzonderlijk in deze contreien.” Later, bij een kop koffie, zal Kees het ons uitleggen, namelijk dat boven een denkbeel-dige cirkel van twintig kilometer rondom Monflanquin (” un des plus beaux villages de la France”) een even denkbeeldige paraplu hangt : sinds de klimatologische metingen begonnen, viel hier aanmerkelijk minder regen en scheen de zon overvloediger dan elders in de streek. Maar vandaag laat die paraplu het afweten. We hebben een échte paraplu nodig. En bij deze ongewone dagtemperatuur van zestien, zeventien graden is Amélie, net als wij, gekleed in een stevige katoenen broek en een dikke trui. Toegegeven : heimelijk zijn we een beetje blij, met dit on-weer. Hoeven niet meteen de billen bloot.

Amélie heeft ook aan den lijve ondervonden dat naaktheid niet vanzelfsprekend is. Als boerendochter van het Zuidwest-Franse platteland moest ze opboksen tegen heel wat vooroordelen, toen ze zich inliet met zoon Hans den Heyer en later met hem trouwde. De lokale bevolking vindt die blootloperij maar niks en haalt de neus op voor ces nudistes. Niet dat die bevolking er last van heeft. De camping ligt ver van het dorp, verscholen tussen dichte, groene bossen. Vanaf Monflanquin, een tiental kilometer ervandaan, staan discrete wegwijzers : Domaine Laborde F.F.N. (Dat laatste staat voor Fédération Française du Naturisme.)

Heel wat landelijke wegeltjes verder staat een geopend hek : propriété privée. Het bord nudité obligatoire, naaktheid verplicht lappen we opgelucht aan onze laars wegens te koud. Toch zien we enkele blote fanatiekelingen.

Hoe zit het nu eigenlijk met naturisten ? Mág naakt of moét het ? “Er zijn geen regels. Of toch bijna niet”, zegt Kees, die ingeduffeld is in een warme sweater. “Een van de voorschriften waar iedereen zich aan houdt, is dat je om hygiënische redenen overal een handdoek met je meeneemt om op te zitten. Vroeger was er wel een reglement. Met de kippen op stok, bij zonsopgang werd je met een luidspreker uit je tent gelokt om collectief ochtendgymnastiek te doen. Daarna maakte iedereen samen de groente schoon voor de vegetarische gerechten, want vlees was verboden. Ook sigaretten en alcohol waren taboe. Dat soort Spartaanse kadaverdiscipline is voorbij. Nu ligt de nadruk op genieten en op gezond verstand. Naturisten willen het liefst naakt zijn, maar ze trekken kleren aan als dat nodig of gewenst is. Als het te koud is, zoals vandaag, of als je je wilt beschermen tegen de zon, kleed je je aan. Ook als je bepaalde sporten beoefent, kan naaktheid onaangenaam zijn. En iedereen kent de schroom van pubers die geen blijf weten met hun veranderend lijf. Het is zeker geen probleem als ze een handdoek omslaan om zich beter op hun gemak te voelen. Maar bloot is de algemene regel en het is wel verplicht in de directe omgeving van zwembaden.”

Adam en Eva

Een prangende vraag : is er een verschil tussen nudisme en naturisme ? “Nudisme is bloot zijn, meer niet”, zegt Kees. “Naturisme gaat verder, het is een levensstijl. Een naturist wil dicht bij de natuur zijn, hecht belang aan een gezonde manier van leven, en draag respect hoog in het vaandel. Respect voor jezelf en voor anderen. Voor iedereen, met z’n verschillen en bijzonderheden. Door allemaal samen bloot te zijn, is iedereen gelijk. Dik of dun, jong of oud, gehandicapt of niet. Allemaal samen naakt zijn is zeker niet aanstootgevend, maar heel discreet en losgekoppeld van erotiek. Nergens is naakt zo aseksueel als op een naturistenterrein.”

“Weet je wat opmerkelijk is”, zegt Kees. “Hier moet niets op slot, alle deuren mogen open blijven. Er wordt nooit gestolen. Als je je portemonnee verliest, wordt die keurig weer afgeleverd aan het onthaal, mét de inhoud.”

“Een publiek van naturisten is veel gemakkelijker publiek dan gewone kampeerders. Iedereen is erg gedisciplineerd. Er is geen lawaai, er zijn geen radio’s, geen disco’s. Van elf uur ’s avonds tot zeven uur ’s morgens is er absolute stilte. Nergens vind je lege blikjes, papiersnippers, plastic of sigarettenpeuken. Er ligt niet het minste zwerfvuil. En áls iemand per ongeluk een papiertje laat vallen, raapt de volgende het gewoon op om het in een vuilnisbak te droppen. Iedereen is zeer milieubewust. Ook de jongeren.”

Komen er veel jongeren ? “Zolang ze met hun ouders op vakantie gaan, wel”, zegt Kees. “Maar op een bepaalde leeftijd blijven ze weg. Dan trekken ze de wijde wereld in, of willen ze met vrienden en vriendinnen naar Ibiza. Maar als ze zelf kinderen hebben, komen ze meestal terug.”

Tijdens het hoogseizoen, van half juli tot half augustus, komen er vooral gezinnen met kinderen. In het voor- en naseizoen zijn het vooral 55-plussers. Logisch : kinderen kunnen niet anders dan tijdens de schoolvakantie en 55-plussers profiteren van de lagere prijzen buiten het hoogseizoen. Tot die laatste categorie behoren John en Mia uit Brasschaat, met wie we in de sauna naast het subtropische binnenzwembad – daar is het tenminste warm – aan de praat geraken. Het zijn jeugdige, levenslustige zestigers, die kilometers fietsen en uren wandelen. Na een aarzelend begin, zijn ze sinds twintig jaar overtuigde naturisten. Mia’s zus had een huisje gekocht in Frankrijk, op nog geen honderd meter van een naturistencamping. Omdat er geen zwembad bij dat huisje was, had die zus een abonnement op het campingzwembad. “Toen wij er gingen logeren, was het niet meer dan logisch dat wij ook een abonnement namen. Naakt zwemmen zag ik wel zitten. Naakt rondlopen vond ik al minder interessant. Enfin, bij de ingang van de camping trokken we dapper onze kleren uit. Maar toen ik een eindje verder mensen naakt zag tennissen, was ik lichtjes in paniek. Lang duurde dat niet : al snel zag ik de voordelen van naaktheid. Heerlijk vrij zwemmen en zonnen, geen natte kleren, geen zand in je broekje, geen snijdende bandjes, geen zonverbrande randjes net boven of onder je badpak.”

“Toen onze drie kinderen klein waren, gingen we op hotel”, zegt Mia. “Of we gingen naar een textielcamping, zoals een gewone camping in naturistenjargon heet. We hebben het naturisme pas ontdekt toen onze kinderen het huis uit waren. Sindsdien kamperen we elk jaar een drietal weken op een naturistencamping, het liefst viersterren. Jammer genoeg kunnen we dit jaar niet zo lang blijven : zaterdag moet ik een huwelijksmis zingen in het kerkkoor van onze parochie.” Of de andere koorleden weten dat zij en John naturisten zijn ? “Daar wordt niet over gesproken”, lacht ze. “We pakken er niet mee uit, maar we schamen ons er ook niet voor. God heeft de mens toch naakt geschapen ? Wij worden toch allemaal naakt geboren ? Wat is er dan op tegen dat wij hier in het bos wandelen als Adam en Eva in het paradijs ?”

Puur natuur

Onze houten chalet ruikt naar nieuw. Een kabouterhuisje met houten tafel en houten banken, buiten een terras met tafel en stoelen. Alles voor vier. Onze (verre) buren hebben naast hun chalet nog een tentje gezet : ze hebben vier kinderen, twee slapen in die tent. Maar ze zijn er niet. Ze zitten in het kinderatelier te kliederen met vingerverf. Bij dat gebouwtje zit een bol Michelin-vrouwtje met lange grijze haren. De kleuters aan haar voeten kijken glunderend naar haar op. Maar één voorleesoma volstaat blijkbaar niet : aan de deur hangt een dringend verzoek : “Gezocht ! Voorleesmoeders en -vaders !”

“Er is nog elke ochtend een kinderatelier, anderhalf uur”, zegt Kees. “Maar dat is niks in vergelijking met vroeger. Toen moest er de godganse dag opvang zijn, tot een uur of acht. De ouders wilden vakantie hebben, de kinderen moesten worden beziggehouden. Die trend is helemaal teruggeschroefd. Nu zijn het vooral gezinsvakanties : eindelijk hebben de ouders, doorgaans drukbezette mensen, tijd om met hun kroost bezig te zijn.”

Domaine Laborde kan maximaal zeshonderd mensen onderbrengen. Dat lijkt veel, maar er is zoveel ruimte dat je er weinig van merkt. Om rond het terrein van twintig hectare te stappen, moet je er een vol uur stevig de pas in zetten. En we voegen de daad bij het woord. Eerst gaan we naar wat Kees de Belgen-wei noemt. Die heet zo omdat de eerste kampeerders er Belgen waren. (“Vijftien procent van onze bezoekers zijn Belg.”) Het is een schitterende beschaduwde plek met prachtige hoge oude bomen, waarvan de stammen begroeid zijn met klimop. Op de Belgen-wei vinden jaarlijks hertengevechten plaats. De eerste helft van september, elke nacht, vanaf een uur of elf tot de dageraad komen ze hier samen om hun krachten te meten. Half september is duidelijk wie de nieuwe leider wordt. “Zo hoog reiken hun geweien”, zegt hij en hij wijst een stuk boven zijn eigen hoofd.

De Belgen-wei heeft ook een eigen bron die 6000 liter water per uur levert. Hier ontspringt de Laussou, een beetje verder komt de ruisseau de Biron erbij. Het is het zuiverst denkbare water, je kunt er zo van drinken. In het beekje, dat de grens vormt tussen Dordogne en Lot-et-Garonne, zit forel en rivierkreeft. Erboven vliegen twee- en viervleugelige libellen, en ook het blauwe ijsvogeltje voelt zich er thuis : alles wijst erop dat het hier op en top puur natuur is.

“Laat je niet misleiden door dat troebele water”, zegt Kees bij een vijver, waar een jonge Hollandse vader met zijn twee zoontjes gezellig in hun nakie zitten te vissen. “Dat komt door de karpers die de bodem omwoelen. Ik heb er lang geleden drie exemplaren uitgezet en nu zijn het er honderden. Je moet eens stukjes brood in het water gooien en zien wat er gebeurt. Het lijkt wel een jacuzzi.”

De Pamperstraat

Behalve twee zwembaden, één binnen, één buiten, heeft Laborde twee meertjes om in te spelen, te zwemmen en te vissen. Rond die meertjes staan de tenten van gezinnen met kinderen die zeker kunnen zwemmen. Gezinnen met kleine kinderen kamperen in de zogeheten Pamperstraat, met tenten in de schaduw van een bosrand, en met uitzicht op een pad en een groene helling met speeltuigen, zodat ouders hun peuters en kleuters in de gaten kunnen houden.

Ook aan de groep van 14- tot 17-jarigen is gedacht. Er zijn geregeld feestavonden met muziek en dans, maar om middernacht gaat de barak dicht en valt alles stil, “uit respect voor de nachtrust van de medemens.” Voor jongeren die nog van geen ophouden weten heeft Kees een ‘hanghok’ voorzien, ver weg van tenten en chalets. Hij houdt een oogje in het zeil, komt af en toe kijken of ze het niet te bont maken met alcohol. Drugs ? Voor zover hij weet niet, nee. Nog nooit iemand mee betrapt.

De volgende dag schijnt er een warm zonnetje en is de hemel blauw : geen vuiltje aan de lucht. Nu moéten we eraan geloven. Gniffelend sturen we vrienden en familie “onze allerzonnigste groeten uit blote-billenland”. Begrijpe wie kan. n

Griet Schrauwen

“Iedereen kent de schroom van pubers die geen blijf weten met hun veranderend lijf. Het is zeker geen probleem als ze een handdoek omslaan om zich beter op hun gemak te voelen.”

“Nudisme is bloot zijn, meer niet. Naturisme gaat verder, het is een levensstijl. Een naturist wil dicht bij de natuur zijn, hecht belang aan een gezonde manier van leven.”

“Heerlijk vrij zwemmen en zonnen, geen natte kleren, geen zand in je broekje, geen snijdende bandjes, geen zonverbrande randjes net boven of onder je badpak.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content