Het gaat wel

Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

“Je gaat er nogal hard tegenaan, tegen de mannen”, zei een kennis me op zo’n zwoele zomeravond vorige week. Hij had mijn stukje Poppenkast gelezen en keek een beetje bezorgd naar mij, bang dat de andere helft van de wereld zich in vijandigheid tegen mij zou keren. Nu, dat valt nogal mee de jongste tijd, op een of andere gek na. Overigens scheer ik de mannen niet allemaal over dezelfde kam. Ik ken er genoeg met wie het zeer aangenaam toeven is en van wie ik weet dat ze zowel professioneel als privé vrouwen als gelijken zien en behandelen. Er zijn er zelfs die vrouwen op een piëdestal zetten, wat dan ook weer niet goed is. Moeilijk vrouwmens, ik ? Nooit goed ? Tja.

Er zijn boeken vol geschreven over waarom het tussen mannen en vrouwen niet vanzelfsprekend is. En toevallig heb ik al een paar decennia op een bewuste manier la guerre des sexes meegemaakt en geobserveerd. Het is een fluctuerende beweging. Vrouwen hebben zich in de tweede helft van de twintigste eeuw onttrokken aan het absolute gezag van de mannen. Vaders, broers, echtgenoten, biechtvaders, leermeesters, ze werden allemaal wandelen gestuurd. Daardoor zijn vrouwen voor veel mannen ook een stuk van hun mysterie kwijtgeraakt.

Nu zie je dat jonge vrouwen weer de kracht van het mysterie ontdekken en ten volle uitbuiten.

Zag u onlangs de reportage van Channel 4 op Zomerkoppen ? Jonge vrouwen die boudweg bekennen dat zij misbruik maken van hun vrouwelijkheid om bazen en klanten “de das om te doen”. Alles krijgt in dat soort spelletjes weer zijn klassieke plaats. Wie deze vorm van ruilhandel bedrijft, pleegt dat wel eens te betitelen als de nieuwe vrouwenstrijd. Niet redeneren met mannen die achter hun pik aanlopen, maar hun zwakheid uitbuiten en er je voordeel bij doen.

Het is een bewuste, zij het perfide, manier om het beste van twee werelden te proberen krijgen. En op het eerste gezicht is het zeker zo dat dat soort vrouwen de touwtjes in handen hebben. Ze nemen hun (schijnbaar) ondergeschikte positie in, triomferen zakelijk met een koel hoofd en warmen zich aan de illusie dat ze toch de overhand kregen. Ten koste van wat ?

Het was de psychoanalyticus Jacques Lacan die schreef dat de man voor de vrouw een ravage is, een verwoesting. Een man wil een vrouw vormen naar het beeld dat hem voor ogen staat. Naar zijn sjabloon. Hij slaagt daar heel vaak in. Maar voor een intelligente, ontwikkelde vrouw is dat op termijn vaak geen bevredigende situatie, en wordt het dus misschien een verwoesting of een vernietiging van haar zelfbeeld.

Nu is het begrijpelijk dat jonge vrouwen die met open ogen leven, met verwondering en misschien zelfs afgrijzen kijken naar mijn generatie waarin nogal wat alleenstaande vrouwen zijn. Meestal met wel één of meerdere relaties achter de rug, maar uiteindelijk toch alleen. Niet echt een opwekkend perspectief, op het eerste gezicht. Het is ook maar zelden een bewuste keuze vanaf het begin.

Paul Verhaeghe noemde ze in zijn Liefde in tijd van eenzaamheid (Acco) “een nieuwe sociale klasse, de ontwikkelde eenzame vrouw”. Eindelijk gedefinieerd als subcategorie ! Maar wat mannen én jonge vrouwen meestal niet zien, is de warmte en de solidariteit die binnen die ‘kaste’ leeft. Want ‘alleen’ wordt in zo’n classificatie meteen geassocieerd met ‘eenzaam’.

Het is geen ideale toestand, het is een realistisch compromis met het leven. Maar het is zeker niet altijd de slechtste keuze. Veel erger is de ’twee-eenzaamheid’ zoals ik het onlangs las. En die komt vaker voor dan men wil toegeven.

In het leven zijn veel vormen en variaties van liefde en vriendschap mogelijk. Was dat eigenlijk niet de voornaamste verworvenheid van al die maatschappelijke veranderingen die in de tweede helft van vorige eeuw met veel experimenteren, en vaak met veel pijn, zijn geboren ?

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content