Groen, koel en keltisch
Geen toreador of flamencodanseres in zicht, maar wel doedelzakspelers, ciderbars, preromaanse kerkjes, groene valleien en zeevruchten-vers-van-de-boot, geserveerd op elegante strandboulevards. Asturië, een ander Spanje.
Van het 700 pagina’s dikke La regenta bestaat bij uitg. Bert Bakker een uitstekende Nederlandse vertaling.
De eerste die ik in Oviedo tegenkom, is Woody Allen. Niet in levenden lijve, maar gegoten in brons en, zo vertelt charmante gids Patricia tussen neus en lippen, vijf centimeter groter dan de echte. Maar voor de rest verrassend gelijkend. Wat Woody naast een park in Noord-Spanje staat te piekeren ? Daar zit Don Pelayo voor iets tussen. Die hield in 722 in de Asturische bergen een Moors leger tegen en zorgde zo voor de eerste gewonnen slag in de Reconquista, de herovering van Spanje op de islam. Dat maakte Asturië tot het eerste christelijke koninkrijk van Spanje, een feit waar de inwoners, niet wars van enig chauvinisme, danig trots op zijn.
Uit die tijd dateert ook de titel Prins van Asturië die de Spaanse troonopvolger automatisch toekomt. Om die titel wat meer luister te geven is er sinds 25 jaar een Fundación Principe deAsturias, een Spaanse versie van de Nobelprijs zeg maar, die verdienstelijke individuen uit de verschillende disciplines onderscheidt. Zo zette de huidige kroonprins Felipe de afgelopen jaren uiteenlopende mensen als Stephen Hawking, Nelson Mandela en J.K. Rowling in de bloemetjes. Zo ook Woody Allen. ” Oviedo es como un cuento de hadas”, zou Woody in zijn aanvaardingsspeech gezegd hebben. Een sprookje dus, wat mij redelijk on-Woodyaans in de oren klinkt. Maar als ik om mij heen kijk, zie ik wel van alles dat bij hem in de smaak moet zijn gevallen. Op het eerste gezicht maakt Oviedo, met 200.000 inwoners de officiële hoofdstad van Asturië, niet echt een Spaanse indruk. Veel gestuukte huizen in vriendelijke pastelkleuren, voorzien van houten erkers of balkons vol geraniums. Je waant je in Elzas of Savoie. Intieme pleintjes met fonteinen en caféterrassen en opvallend veel sculpturen. Ouderwetse bronzen van plaatselijke helden en folkloristische figuren en meer moderne, gestileerde zoals die van een enorme blote kont. Nog net binnen Woody’s blikveld, dat is mooi geregeld. Welvarend, veilig en kraakschoon, dat is de overheersende indruk die Oviedo op de bezoeker maakt.
Zoals het een hoofdstad betaamt, beschikt Oviedo ook over een kathedraal. Naar Frans ontwerp en met een fraai versierde gotische toren. Het bijzonderste deel is de Cámara Santa, waar onder andere het kruis bewaard wordt dat Pelayo in 722 aan de overwinning op de Moren geholpen zou hebben en het zogenaamde sudarium, het doek waarmee na de kruisiging het gezicht van Jezus afgeveegd zou zijn. Een spoor van koperen schelpen door de middeleeuwse binnenstad herinnert eraan dat Oviedo van oudsher op de route naar Santiago de Compostela ligt. Maar als architectuurliefhebbers Oviedo aandoen, dan is het in de eerste plaats voor drie bijzondere kerkjes uit de negende eeuw in een preromaanse stijl die uitsluitend in Asturië voorkomt. Eentje, de San Julián de los Prados, ligt een beetje ongelukkig naast een autosnelweg in een buitenwijk van Oviedo, de twee andere, Santa María del Naranco en San Miguel de Liño liggen iets verder, op de mooie groene hellingen van de Monte Naranco. In hun stoere hoekigheid en eenvoud hebben ze iets mystieks en ontroerends en de fresco’s, geïnspireerd op voorbeelden uit Ravenna en Byzantium zijn absoluut uniek.
Die met hun nat gat
Met zijn Museum voor Schone Kunsten, zijn opera-, zarzuela- en concertseizoen is Oviedo vooral in het najaar een bonanza voor de cultuurminnaar. Zusterstad Gijón, met 260.000 inwoners de grootste van Asturië, komt dan weer het best tot haar recht in de zomer. Ze liggen op minder dan dertig kilometer van elkaar en zijn, zoals dat hoort, in een vriendelijk soort concurrentiestrijd met elkaar verwikkeld. Culos mojados noemen die van Oviedo de inwoners van Gijón, wat zoveel wil zeggen als ‘die met hun nat gat’. De stad ligt namelijk aan een mooie baai van de Mar Cantábrico, zoals de Atlantische Oceaan hier heet, en wel zo dat de nabije zware industrie netjes aan het oog onttrokken blijft.
Nat gat of niet, inwoners en toeristen mogen graag over de zes kilometer lange strandboulevard flaneren. Vooral bij valavond is dat een goed idee, als de terrasjes in de oude visserswijk Cimadevilla vol zitten en het jonge volk voor ambiance zorgt. De Asturiërs zijn van oorsprong Kelten ; er is niet veel nodig om hen naar de doedelzak te doen grijpen. En zoals overal in deze streek vloeit de cider rijkelijk. In de idyllische villawijken rondom Gijón krioelt het van de merenderos, een soort landelijke afspanningen waar de autochtonen, de dames voorzien van wapperende waaiers, graag van een glaasje mogen genieten. De sfeer doet een beetje aan die van de Weense Heurigen denken.
Een absolute aanrader is ook de lieflijke Jardín Botánico Atlántico, een van de mooiste van Europa, recht tegenover de UniversidadLaboral, een wat spookachtig en megalomaan scholencomplex met een veel te hoge toren uit Franco’s tijd. Liefhebbers van archeologie komen dan weer aan hun trekken in de recentelijk ontdekte Romeinse baden onder de Campo Valdéz.
Madonna’s en dinosauriërs
Zee én bergen, de natuur is gul in Asturië. Het klimaat ook : de winters zijn er mild, de zomers fris, toch in vergelijking met de rest van Spanje. En ja, het wil er wel eens regenen, maar de laatste zomers steeds minder, beweren de autochtonen. Wandelaars en andere sportievelingen kunnen hun hart ophalen in het Nationaal Park Picos de Europa, een kalksteengebergte met toppen boven de 2500 meter en een zeer gevarieerd landschap van valleien met groene weiden en kabbelende riviertjes, roerloze bergmeren, nauwe kloven en ravijnen en grillige rotsformaties. Sommige delen zijn met de auto toegankelijk, maar je moet de smalle kronkelwegen wel delen met kudden schapen en koeien. Typisch in het landschap zijn de hórreos, graanschuren op palen. Te midden van al dat natuurschoon ligt Covadonga, een soort Spaans Scherpenheuvel met in een grotkerkje de mooi aangeklede Virgen de lasBatallas die Pelayo destijds aan zijn kruis én de overwinning op de Moren hielp en nu busladingen min of meer vrome pelgrims trekt.
De stranden van de groene kust liggen ingebed tussen de rotsen en zijn vaak spectaculair mooi. Het gebied tussen Gijón en Ribasella wordt niet voor niets de kust van de dinosauriërs genoemd. De reusachtige reptielen die hier 150 miljoen jaar leefden lieten er veel sporen na. Vandaar ook het leuke Museo del Jurásico de Asturias, vlak bij het aardige kustplaatsje Lastres, een ultramoderne houten constructie in de vorm van een drietenige dinosauriërspoot.
Asturië investeert veel in het toerisme. Een ander boeiend museum is het Museo de laMineria in de voormalige mijn San Vicente in El Entrego, waar je ondergronds en dankzij dramatische klankeffecten meemaakt hoe de kompels vroeger te werk gingen. Een mondje Spaans verstaan helpt.
La regenta
“Vetusta, die zeer adellijke, rechtschapen stad, in een lang vervlogen eeuw hofstad, verteerde de soep en de stoofpot.” De negentiende-eeuwse naturalist Clarín bewees Oviedo (dat hij vetusta, stokoud noemt) bepaald geen dienst toen hij er zijn La regenta situeerde, na Don Quichot de belangrijkste roman uit de Spaanse literatuur. Hoofdpersonage Ana Ozores heeft alles : schoonheid, status en een rijke echtgenoot. Maar ze verveelt zich en zoekt een zielsverwant in haar biechtvader… Clarín schildert Oviedo af als een zelfgenoegzame, kleinburgerlijke en bekrompen stad en die reputatie bleef lang hangen. Niettemin werd Ana Ozores vereeuwigd in een bronzen beeld tegenover de kathedraal. Maar intussen heeft Oviedo een nieuwe heldin : de hier geboren Laetizia Ortiz, echtgenote van kroonprins Felipe, die zich dus met recht en rede prinses van Asturië mag noemen.
Eten en drinken
Het ritueel van het cider schenken, de Asturiërs krijgen er nooit genoeg van. Het gaat zo : de schenker houdt de fles zo’n anderhalve meter boven een forse beker en mikt, zonder te kijken. De bedoeling is luchtbellen in de drank te krijgen. Natuurlijk wil er wel eens gemorst worden, in de buurt van de zogenaamde sidrería’s komt de wat zurige walm je al tegemoet. Een beker drink je nooit helemaal leeg. Met het laatste slokje spoel je hem uit, een ietwat symbolisch gebaar uit de tijd dat de beker doorgegeven werd. Om de dorst op te wekken knabbel je op zonnebloempitten, de resten spuug je gewoon op de grond. In Oviedo staat de Calle Gascona, bij de kathedraal, bekend als de Bulevar de la sidra ; je kunt er ook tapa’s eten. De Asturiaanse keuken verenigt het beste van land en zee. Typische gerechten zijn de caldereta Asturiana de mariscos, een stoofpotje van zeevruchten, fabada, een soort cassoulet, merluza a la sidra, stokvis met cider en pulpo en su propia tinta, inktvis in eigen nat, een letterlijk inktzwart gerecht, maar wel lekker. Een populair dessert is arroz con leche, melkrijst. Van de vele soorten artisanale kazen is de cabrales de bekendste.
Aanbevolen restaurants : Casa Laure, Plaza de Trascorrales 10, Oviedo, +34 985 21 90 44, ingrediënten van uitzonderlijke kwaliteit, eenvoudige bereidingswijzen. Casa Marcial, La Vita, 33549 La Salgar, +34 985 84 09 91. Een cultrestaurant in een onooglijk dorpje, met hoogst verrassende en geraffineerde versies van traditionele Asturische gerechten. El Candil, Numa Guilhou 1, 33206 Gijón, +34 985 35 30 38, huis van vertrouwen, gespecialiseerd in de bereiding van zeldzame vissoorten.
DE REIS
Weekend Knack vloog naar Asturië met Iberia. De ultramoderne luchthaven ligt nabij Avilés, op ongeveer gelijke afstand (40 km) van Oviedo en Gijón. Vanuit Brussel zijn er dagelijkse vluchten over Madrid en 4 keer per week rechtstreekse vluchten met de maatschappij Air Nostrum, te boeken bij Iberia.
Het verblijf
We verbleven in het geriefelijke Gran Hotel Regente****, Jovellanos 31, 33003 Oviedo, 985 22 23 43, vlak bij de kathedraal en binnen loopafstand van de meeste bezienswaardigheden en het winkelcentrum met als hoofdstraat Uría. Nog een aanrader : het Museo de Bellas Artes, Calle Santa Ana 1, met overwegend Spaanse meesters. Een bijzonder hotel : Libretto, aan het park San Francisco, helemaal in het teken van klassieke muziek. Calle Santa Cruz, 12, 985 20 20 042.
Info
Spaanse Dienst voor Toerisme, Koningsstraat 97, 1000 Brussel, tel 02 280 13 27, fax 02 230 21 47, www.tourspain.be ; www.spain.info
Specifiek voor Asturië : www.infoasturias.com
Iberia : www.iberia.com
Door Linda Asselbergs / Foto’s Marc Goldchstein
Asturiërs zijn van oorsprong Kelten ; er is niet veel nodig om hen naar de doedelzak te doen grijpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier