Gevonden voorwerpen
Achille Castiglioni transformeerde een fiets-zadel in een designkruk. Met de koplamp van een tractor en een vislijn knutselde hij een icoon van de verlichtingssector. Zijn werk en leven, verklaard voor beginners.
A chille Castiglioni was een gentleman. “Menselijk, beleefd, grappig, intelligent, gereserveerd, kalm”, aldus de designer Richard Sapper in een huldebetoon van het Italiaanse tijdschrift Domus, na de dood van Castiglioni in december 2002. “Toen ik hem voor het eerst ontmoette, in 1957, dacht ik bij mezelf : ‘Ja, natuurlijk ben je kalm als je zoveel briljante ideeën in je hoofd hebt’.” Alessandro Mendini, een andere gerespecteerde vakgenoot, noemde Castiglioni een minimalistische dadaïst, wiens denkgoed allesbehalve retorisch was : “Castiglioni was niet gedreven door intellectuele concepten maar door feitelijke intuïtie en inventieve virtuositeit. Hij ontwierp alleen het onontbeerlijke. Hij was een echte ster, de ware presterende atleet van het Italiaanse design.” Een creatief genie, zeg maar.
Castiglioni, geboren in Milaan in 1918, begon zijn loopbaan in de architectenpraktijk van zijn twee oudere broers, Livio en Pier Giacomo (hun vader, een beeldhouwer, maakte onder meer een aan Sint-Ambrogius gewijde deur voor de Duomo van Milaan). De Castiglioni’s, wier kantoor was gevestigd in een gebouw rechtover het Sforza-kasteel, kregen weinig substantiële bouwopdrachten en moesten zich daarom tevreden stellen met kleinschaliger werk, zoals interieurs, meubilair, huishoudtoestellen en tentoonstellingen. Twee van hun vroege successen uit respectievelijk 1938 en 1939 : het Caccia-bestek, dat nog steeds wordt gemaakt en een organisch vormgegeven radio voor de fabrikant Phonola. De ontvanger was van kunststof en zat niet verstopt in een zware kast, wat destijds ongebruikelijk was. Achille vervoegde zijn broers in 1944. In 1952 begon Livio een eigen bedrijf, gespecialiseerd in geluid en verlichting (zijn grootste succes, uit 1969, was de Boalum, een kronkelende, lichtgevende tube, verkrijgbaar bij Artemide). Achille en Pier Giacomo bleven samenwerken. Elk project was het resultaat van collectief denken, ontwerpen en uitvoeren : twee lichamen, één hoofd. Hun manier van werken heeft een groot aantal designklassiekers opgeleverd, waarvan er opvallend veel nog in productie zijn. De broers waren daarnaast ook gespecialiseerd in tentoonstellingsdesign. Pier Giacomo overleed in 1968, waarna Achille hun werk op zijn eentje voortzette. Hij bleef dezelfde methodes gebruiken, zodat er in feite geen noemenswaardig verschil is tussen de voorwerpen die hij met zijn broer ontwierp en zijn solowerk.
Van Gevonden Voorwerpen tot Integrale Projecten
De designer en, vanaf 1969, academicus, deelde zijn ontwerpen onder in categorieën. De Sella (een fietszadel op een wankel onderstuk), de Mezzadro (het agglomeraat van een tractorstoel, een reep gebogen staal en enkele schroeven) en de Toio (een koplamp, een transformator, drie vishaken en één schroef) behoren tot de categorie van Ready-Mades, of anders gezegd : Gevonden Voorwerpen – in 1957 werd een hele serie tentoongesteld onder de titel Forme e Colori nella Casa d’Oggi, in Como. Castiglioni had ook een uitgebreide verzameling met gevonden en verloren voorwerpen (scharen, hamers, flesjes, keien…) die hem vaak ideeën gaven. “Ze hebben een invloed op mijn wil tot werken, spelen en ontwerpen”, zei hij in een interview. De Hertekende Voorwerpen ( redesigns in het Engels) zijn traditionele, archetypische meubels en voorwerpen die door Castiglioni werden geperfectioneerd of geactualiseerd : de asbak Spirale, het opvouwbaar cafétafeltje Cumano, of nog de bolvormige glazen hanglamp Brera. Bij de Minimalistische Voorwerpen hoort de vloerlamp Luminator, uit 1955, rechtgehouden door een flinterdunne driepoot. De stereo-installatie RR126, uit 1966, en de tafellamp Snoopy, van een jaar later, zijn Expressionistische Voorwerpen. De installatie, destijds op de markt gebracht door het gerespecteerde merk Brionvega, heeft zowaar ogen, beweegbare oren en een mond. De lamp heeft min of meer de vorm van een hondenneus. Een laatste categorie is die van de Integrale Projecten, met onder meer lichtschakelaars en stofzuigers, zoals de knalrode Spalter, uit 1956, die middels een lederen riem over de schouder van de gebruiker kon worden gehangen.
Prijsbeest
Castiglioni heeft de meest onmogelijke spullen ontworpen, van stands en tentoonstellingen voor de RAI, over een mayonaiselepeltje voor Kraft, een brasserie en glazen voor biermerk Splügen Brau, lavabo’s voor Ideal Standard tot glaswerk en bestek voor Alessi. De parels in Castiglioni’s nalatenschap : zijn lampen, wat ook blijkt uit het bijgaande distillaat van zijn greatest hits. De de- signer kreeg tussen 1955 en 1979 zeven keer een Compasso d’Oro, de belangrijkste Italiaanse designprijs, en werd talloos vele keren onderscheiden, in zijn vaderland en ver erbuiten. Hij beschouwde zichzelf niet als een kunstenaar : ontworpen voorwerpen waren volgens hem het resultaat van teamwerk, mensen met specifieke technische, industriële, commerciële en esthetische vaardigheden. “Voorwerpen zijn niet de uitdrukking van de creativiteit van een designer. Ik kijk naar mijn werk vanuit een praktisch perspectief. Ik ontwerp producten die mensen nodig hebben omdat ik denk dat het plezier iets te kopen niet alleen met schoonheid heeft te maken.” Castiglioni vergeleek zijn voorwerpen graag met kinderen. “Eerlijk gezegd,” zei hij, “ik houd van alles wat ik ontworpen heb, goed of slecht.”
Tekst Jesse Brouns l Productie Sonja Mertens l Foto’s Diane Hendrikx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier