Gejaagd door de wind
Wie niet kan zeilen en geen zeilboot bezit, kan toch ?proeven van de wind”. Het volstaat een boot te huren, met of zonder bemanning.
TEKST EN FOTO’S : PIERRE DARGE
Charter zeilvakanties liggen in ons land niet echt voor de hand. Het huren van een zeiljacht al dan niet met bemanning is verre van evident voor de Vlaming. En wie al kan zeilen, beschikt meestal over een eigen boot. Toch blijkt er wereldwijd een goed uitgebouwd net van verhuurbedrijven te funktioneren, dat de zeilende toerist meer dan behoorlijk weet op te vangen. The Moorings Group, die haar produkt nogal onbescheiden als de ? The best sailing vacations in the world” omschrijft, opende een kwart eeuw geleden met een vloot van zes zeiljachten een eerste zeilbasis op de Virgin-eilanden. Intussen is het de verhuurders voor de wind gegaan en beschikt de groep over zo’n 25 basissen in de Middellandse Zee, de Caraïben en de Stille Oceaan. De 80.000 klanten die jaarlijks van hun diensten gebruik maken, hebben de keuze uit zo’n 650 schepen waarmee Moorings 55 procent van de Amerikaanse en 20 procent van de Europese markt voor haar rekening neemt.
In het zeilwereldje wordt een onderscheid gemaakt tussen bareboat charters (zonder bemanning, zo’n 70 procent van de gevallen) en crewed charters waarbij men een skipper, een gastvrouw en een matroos inhuurt, die zich letterlijk over alles bekommeren : van het zeilen zelf tot de keuken en het opmaken van de bedden.
Voor de kennismaking met het zeilen staat Philippe Hanin ons terzijde. Philippe verwierf niet alleen wereldfaam toen hij in 1977 als skipper van de Traité de Rome een 15,50 meter lange boot met aan boord negen opvarenden, één uit elke Europese lidstaat derde werd in de Whitbread round the World-race. Ook in 1981 nam Hanin aan de wedstrijd deel, toen hij in Nieuw-Zeeland als navigator werd ingevlogen om het laatste deel van de wedstrijd vol te maken. En in 1985 won hij ook nog de prestigieuze Tour de France. In tegenstelling tot vele zeilers is Hanin geen eenzaat : ?Ik hou vooral van het teamwork waarbij elk lid van de bemanning een welbepaalde rol krijgt toegewezen, zodat iedereen een complementaire taak heeft. Het mooie aan de zeilsport is bovendien dat ze zich tot alle leeftijden richt : doordat niet alle taken aan boord een grote fysieke inzet vragen, kan men tot op hoge leeftijd meedraaien, op voorwaarde dat men zich naar de discipline wil schikken. Want enige orde aan boord moet er zijn.”
Als uitvalshaven kiezen we de Moorings-basis in Le Marin, aan de zuidkant van het Franse eiland Martinique, waar een schitterende vloot charterjachten bijeenligt. En waar voor ons vijftal de Motou, een Moorings 510 werd voorbehouden (het kengetal slaat op de lengte van 51 voet, zo’n 17 meter). Het zeilschip is een produkt van de Franse bouwer Benetteau en beschikt over vijf tweepersoonskabines : een met stapelbedden in de neus, twee langszij voorin, twee langszij achterin, alle vier voorzien van een tweepersoonsbed. Geschikt voor tien opvarenden en in ons geval dus ideaal, want met een zee van ruimte voor vijf man. Tussen de kabines en uitgesmeerd over de volledige breedte van het schip, bevindt zich de woonruimte, mét kookhoek.
Voordat we uitvaren, maken we kennis met de verschillende types die in Le Marin voor anker liggen. Het ontbijt wordt op de XTC geserveerd, het paradepaardje van de vloot, geschikt voor 8 personen en voorzien van zowat elke vorm van luxe en komfort. De 23 meter lange XTC wordt, net als zijn broertjes Grand Bleu I en II alleen met crew gehuurd. Daar moet wel een fors bedrag per week voor worden uitgetrokken, maar dan beschikt men over alle komfort, inclusief de maaltijden en de mogelijkheid om onderweg te surfen. Zegt Agnès (officieel hostess, in de praktijk verantwoordelijk voor de keuken en het ontvangen van de gasten) : ?Onze klanten krijgen een vragenlijst waarop ze hun gastronomische voorkeuren kunnen invullen, én de gerechten waarvoor ze allergisch zijn of die ze gewoon niet lusten. ’s Morgens verkiezen Amerikanen doorgaans een uitgebreid ontbijt, terwijl Europeanen vallen voor koffie, toast of croissants. ’s Middags wordt een buffetlunch klaargezet met keuze uit verschillende slaatjes en visgerechten, en afgerond met een uitgebreide kaasschotel. Het zeilen gebeurt meestal in de voormiddag, maar de keuze wordt helemaal overgelaten aan de wensen van de gasten met wie we vooraf een programma opstellen. ’s Avonds kunnen ze bijvoorbeeld aan wal eten, maar meestal blijft zo’n uitstapje een unicum : de praktijk heeft ons geleerd dat zeilers zich het best voelen aan boord. Het zijn geen grote uitgaanders en doorgaans blijven ze niet eens zo laat op.”
Jean-Louis Carrel, die aan het roer staat, rekent voor dat de Amerikanen zo’n 60 procent van de kliënteel uitmaken, Europeanen zo’n 40 procent. Maar schepen van deze lengte varen niet het hele seizoen : zowat tweederde van het jaar liggen de XTC en andere luxeschepen er werkloos bij. De crew die het hele jaar rond aan boord blijft, neemt dan de gelegenheid te baat om het schip in prima konditie te houden.
In de namiddag klimmen we voor een kennismaking aan boord van de Solmates, een catamaran van 55 voet, waar Yann het kommando voert en Nadia zich over de keuken ontfermt. De ruimere kabines en de zeer brede, halfopen ruimte tussen beide kielen bezorgen de catamaran een zeer komfortabel interieur. Maar vooral de bemanning aan boord van de Solmates vormt een extra troef. Yann kwam uit Bretagne hierheen toen hij 3 jaar was, Nadia was gedurende 15 jaar danseres in Europa. Na een gezondheidsprobleem schakelde ze over op de luchtvaart en was airhostess bij Air Martinique. Toen de ekonomische situatie verslechterde, nam ze deze uitdaging aan. Maar ze houdt de dansschoentjes wel binnen handbereik en heeft haar passie voor gastronomie intakt weten te houden. Tijdens haar dansjaren deed ze een pak ervaring op door te werken in de keukens van de betere Parijse restaurants. Terwijl we van Le Marin naar Anse Darlet varen, maakt Nadia in haar bescheiden keukentje een succulente magret de canard au miel d’acacia klaar. Voor de gasten die niet zo vertrouwd zijn met de Franse keuken draagt ze in haar tas een fotoalbum mee met amateurkiekjes van haar culinaire hoogstandjes. Maar belangrijker dan al de rest : aan boord van de Solmates krijgen we een voorproefje van het leven op zee. In snel wisselend weer maken we voor het eerst kennis met het werk aan boord : het hijsen van het groot zeil, het aantrekken van de touwen en het genieten van de stevige bries. In de baai van Saint Anne smaken we voor het eerst de vrijheid van het leven onder zeil. Al vindt Philippe dat een catamaran zich niet helemaal als een echt schip gedraagt. De speciale bouw neutralizeert voor een deel de reakties van het vaartuig op de golven. Maar als we ’s avonds met de dinky naar wal varen en Yann en Nadia terugzeilen naar Le Marin, weten we het allemaal : het was een voorrecht om een halve dag te gast te zijn bij de twee Fransen.
Op donderdagochtend klimmen we aan boord van de Moorings 510 die voor enkele dagen onze thuis zal zijn. De bestemming is Santa Lucia, 21 zeemijlen zuidwaarts. Philippe brengt ons de eerste, eenvoudige handelingen bij : het hijsen van het groot zeil, het ontrollen en aanspannen van de genuafok. Omdat de winden in de Caraïben erg stabiel uit dezelfde richting blijven waaien en er weinig stromingen zijn, is zeilen er een stuk eenvoudiger dan op de Noordzee. In de praktijk volstaat het de kaap van 201 graden aan te houden om, na pakweg vier uur, Santa Lucia te bereiken. Het aanhouden van die kaap is erg belangrijk, omdat men het eiland bij het uitvaren van Martinique in het geheel niet kan onderscheiden in de verte.
Bij een windkracht van 4 à 5 Beaufort blijkt de zee net iets woeliger dan we ons hadden voorgesteld. Maar dat maakt de belevenis aan het roer des te spannender. De Motou duikt en schuift dat het een lust is naar ons gevoel soms zelfs wat riskant maar Philippe is altijd in de buurt om bij te springen. Naarmate we ons van Martinique verwijderen, maakt zich een ongekende euforie van ons meester. Het houden van de juiste koers blijkt een voortdurende uitdaging. Wind en golven drukken de zeilboot in alle richtingen. Het beheersen van dit vaartuig, alleen gedreven door de wind, is een geweldige ervaring al vindt een zeezieke Manu dat de boot wel erg scheef op de horizon ligt. Gedurende drie uur kampt de Motou met de golven. Alleen het kompas wijst erop dat we de goede richting uitgaan : ons vertrouwen wordt beloond door de links opduikende, groene heuvels op de noordkust van het eiland. Even later gaan we linksaf, terwijl we nauwlettend de diepte van de zee in de gaten houden. Een halfuur later leggen we aan in de buurt van Rodney Bay, waar Robert de zwemvliezen aantrekt voor een rondje snorkelen, terwijl Sandrine zich op het voordek in de zon nestelt en Manu bekomt van zijn ongemakken.
Ondanks de beperkte leefruimte blijkt het leven op zee van een deugddoende eenvoud, bevrijd van alle stoorzenders die in de grootstad op ons afkomen. Aan boord van het jacht wordt ’s morgens een douche genomen, een eitje gekookt, toast geroosterd, fruitsap geperst en koffie gezet. Eenvoudige handelingen die hier, in de weidse omgeving van de oceaan een andere dimensie krijgen. Wanneer we ’s namiddags koers zetten naar Marigot Bay, op de westkant van Santa Lucia, weet ik al dat ik zal terugkomen, zoals ik naar de woestijnen ben teruggekeerd op zoek naar de geruststellende eenvoud van de leegte.
Marigot Bay is een oaze van rust in een omgeving die helaas geregeld door hurricanes wordt gemarteld. De natuurlijke vorm van de baai biedt echter uitstekende bescherming tegen de weersomstandigheden die hier door elke booteigenaar worden gevreesd. Het Hurricane Hotel biedt soelaas en komfort, en op de hellingen in de buurt vinden bezoekers in de verspreid liggende bungalows een onderkomen. Het strand is bezaaid met kleine heremietkreeften. Marigot Bay is behoorlijk heet en vochtig en dat is ook te merken aan de slome tred van John. Met zijn vrouw leefde hij 8 jaar op een kleine boot, kocht vervolgens een groter eksemplaar en wisselde tenslotte het zeebestaan weer in voor een vaste stek op Saint Thomas. John staat nu in voor het bestuur van de Moorings-base waar boothuurders terecht kunnen voor een gratis nacht aanmeren en eventueel technische hulp. Er is een onderdelenmagazijn en een klein warenhuis waar men proviand kan inslaan.
Aan de kade ligt een twintigtal schepen van pakweg 40 à 50 voet aangemeerd, waartussen de Motou door zijn slordig samengepakt zeil opvalt : we hebben duidelijk nog veel over varen en over het plooien van zeilen te leren.
Ook met het leven aan boord is het wennen : de kabines zijn wel komfortabel maar de individuele ?badkamer”, waarin zowel lavabo, wc als douche zijn ondergebracht, valt wel erg krap uit. En ’s nachts is het in de hut vaak zo warm dat ik het dakluikje opengooi of gewoon de matras naar het dek sleep en mij daar installeer. Om indommelend de sterren te tellen die hier zoveel talrijker zijn dan bij ons. Zo’n buitenbed heeft zijn voordelen, al moet ik soms halsoverkop naar binnen vluchten als een korte maar krachtige tropische bui mij uit de slaap haalt.
Op vrijdagmorgen sta ik samen met Philippe gebogen over de kaarten om de richting te bepalen en te speuren naar gevaarlijke ondiepe gedeeltes voor de kust. Dan begint het ritueel dat ons al zo dierbaar is : het anker lichten, de neus van het schip in de wind draaien, de zeilen hijsen en aanspannen, de juiste koers uitkiezen waarvoor we nu gebruik kunnen maken van referentiepunten langs de kust. We zeilen weer zuidwaarts, op zoek naar de vulkaan, la Soufrière, terwijl de ruggegraat van het eiland ons gedeeltelijk voor de oostelijke winden beschermt. Dat geeft ons de keuze tussen een wel erg kalme tocht dichtbij de kust, of een wat krachtiger vaart dieper in zee, wat we uiteindelijk verkiezen. Eens Marigot Bay en de tot aan de zee afdalende jungle, achter ons, worden we weer overvallen door datzelfde bevrijdende gevoel. Met de filmmuziek van Itinéraire d’un enfant gâté op de achtergrond, begint het spel van wind en golven, en zeilen we op naar de vulkaan. Een onvergetelijk beeld wanneer het schip door de wind op zijn zij wordt gelegd, zodat het schuim over de rand van het dek roffelt. ?Niet erg efficiënt voor de snelheid, door de grotere weerstand op het water”, merkt Philippe op. Maar wel spectaculair. De zon staat hoog en van zodra we de kust naderen, wordt het schip omgeven door tuimelende dolfijnen. Weg de alledaagse werkelijkheid met al zijn miserie. Naarmate de dagen op zee verstrijken vergeten we meer en meer hoe de wereld op het vasteland eruit ziet. Nog een paar weken en ik wil helemaal niet meer terug naar het geregelde leven, vermoed ik. Dan ga ik Brel achterna, of le chanteur Antoine die zo lang geleden al de scène achter zich liet om zich te beperken tot zeilen en schrijven.
Onze groeiende wereldvreemdheid manifesteert zich vooral ’s avonds. We meren niet meer aan in de haven, maar gooien het anker uit een eind voor de kust, op veilige afstand van de beschaving. Hier dikteert alleen de wind het ritme.
Na drie dagen is het vijfkoppige ploegje tot een hecht team uitgegroeid. Iedereen heeft zijn vaste taak gevonden, helpt spontaan waar het kan. De laatste avond de treurigheid van de terugkeer wordt voelbaar monteert Philippe het portabele Moorings-barbecuestel op de achtersteven en roostert kip, worstjes en koteletten terwijl de jongeren tomaten en komkommers snijden en Sandrine zich over de rijst ontfermt.
Een week geleden had ik, bij wijze van spreken, nog nooit een zeilboot van dichtbij gezien. Nu loop ik als een volleerd zeeman over het dek, kijk naar de lucht en de wolken, naar het windwijzertje, zoek naar een onooglijke baai en kijk zelfs met belangstelling naar een rimpeling in het water. Maar het liefst sta ik urenlang aan het roer, balancerend op twee benen, de blik op het kompas of op een referentiepunt in de verte. Meer heb ik niet nodig, ik wil nergens naartoe, geen havens of badplaatsen aandoen. Alleen zijn op zee. Met de wind en met Nicole Croisille die zingt als wij zeilen. Onwillekeurig denk ik terug aan de hartverwarmende gesprekken met wereldzeiler Willy De Roos zovele jaren geleden, aan het recht op stilte en op duisternis die hier zo vanzelfsprekend aanwezig zijn.
Voortdurend probeer ik het beeld te verdringen dat ’s anderendaags werkelijkheid wordt, wanneer we in Le Marin weer aan wal zullen gaan, wannneer de vier kompanen het vliegtuig naar Europa nemen en ik mezelf lui achterover leunend in een een taxi naar Fort-de-France zal laten brengen.? Choisissez un hôtel simple en ville”, zeg ik tegen de chauffeur, sluit de ogen en probeer mij de geur van de wind te herinneren.
Thuis op zee : skipper Philippe Hanin geeft instrukties, de bemanning stuurt bij, of geniet.
Aan boord van ons charterjacht : het bevrijdende gevoel van een leven op zee.
Ontbijt op de XTC, het paradepaardje van de vloot : grote luxe voor een grote prijs.
Solmates, de catamaran van onze buren in Le Marin : niet elegant, wel ruim en komfortabel.
Het interieur van de Motou : kompakt maar funktioneel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier