Op het eerste gezicht verloopt hun leven volgens vreemde parallellen. Zonder elkaar te kennen wonen ze op een boogscheut van elkaar. Dicht bij de stad, in een ruime, lichte woning met een aangename tuin. Gezegend met een fijne relatie genieten zij zichtbaar van het leven. Werken geeft hun voldoening, en zingen streelt hun ziel. Nee, kinderen hebben zij niet, en precies op dát punt stopt elke vergelijking. Want tussen gewilde en ongewilde kinderloosheid ligt een wereld van verschil.

Anja (39) : Toch liever een kind op de schoot

“We trouwden toen ik 29 was, vrij laat misschien, maar zo gaat dat tegenwoordig. We woonden al een tijdje samen en wilden heel graag kinderen. We komen trouwens beiden uit een groot gezin, en konden ons geen leven zonder kroost voorstellen. Ik werd ook heel vlug zwanger, en herinner me nog goed de roze wolk waarop we dreven : ‘O wauw, wat overkomt ons nu ?’ Nooit vergeet ik dat eerste doktersbezoek, de zwangerschapstest, het positieve resultaat en de tranen in de ogen van mijn man : ‘Ongelooflijk, ik word vader.’ Zo fijn, zo licht, zo vanzelfsprekend allemaal.”

“Maar na drie maanden, de risicoperiode was al achter de rug, zuchtte de dokter : ‘Tja, ik vrees dat dit een miskraam is.’ Plots was alle euforie verdwenen en restte er slechts ontnuchtering, ontgoocheling en spijt.”

“Toch konden we het al snel relativeren. ‘Heel erg,’ zeiden we tegen elkaar, ‘maar volgende keer beter.’ En ja, al snel was ik opnieuw zwanger, maar ook deze keer liep het op een miskraam uit. Pas na de derde miskraam werden we echt ongerust.”

“Nog later, toen ik voor de vierde of vijfde keer zwanger was, riepen we gespecialiseerde hulp in. Maar goed ook, want deze keer bleek het om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te gaan. Voorheen was ik er telkens met een curettage vanaf gekomen, deze keer was de ingreep een stuk zwaarder. Voortaan was uiterste voorzichtigheid geboden, want statistisch gezien liep ik nu een veel groter risico op een nieuwe buitenbaarmoederlijke zwangerschap. ‘De geschiktste oplossing is IVF ( in vitro fertilisatie). Door de bevruchte eicel rechtstreeks in de baarmoeder te plaatsen, vermijd je nieuwe complicaties’, adviseerde de arts.”

“Zo begonnen we aan een nieuwe fase. Intussen waren er al heel wat jaren verlopen, en waren we emotioneel kwetsbaarder geworden. In het begin was ik nog dapper als er in onze omgeving alweer een kindje geboren werd. ‘Goed voor hen’, dacht ik dan, ‘onze beurt komt nog wel.’ Maar na een tijdje wilde ik niet meer op kraamvisite gaan, en werd het almaar moeilijker om de zaak rustig en positief te blijven bekijken.”

Verdriet om niks

“Je moet weten dat IVF een bijzonder zware opdracht is, vooral als je – zoals ik in die periode – een drukke en stresserende job hebt. Elke ochtend, voor ik naar mijn werk vertrok, moest ik een inspuiting krijgen, en tussendoor pendelde ik naar het ziekenhuis voor bloedafname. Allemaal zeer belastend. Bovendien maakten al die hormonale behandelingen mij zo emotioneel, labiel en kwetsbaar dat ik mezelf al snel niet meer herkende. Nooit had ik verwacht dat mijn lichaam zo met mij aan de haal zou gaan.”

“Ook na de terugplaatsing van de bevruchte eitjes bleef de stress door mijn lichaam gieren. Niets liever wilde ik dan rustig en ontspannen op het resultaat wachten, maar dat bleek onmogelijk. Op elk moment van de dag was ik mij bewust van de processen die zich in mijn lichaam afspeelden : een zwangerschap in wording, of nét niet ? Toen ik dan eindelijk voor het resultaat mocht bellen – op precies hetzelfde moment als al die andere vrouwen – waren al die lijnen natuurlijk bezet. En toen ze dan eindelijk de telefoon opnamen, hoorde ik, elke keer opnieuw : ‘Jammer ! Maar het is niet gelukt !’ Zo slopend, zo ontgoochelend : het besef dat al die inspanningen alweer voor niets waren geweest. En daarna verder leven, en doen alsof er niks gebeurd was. Want ik kon toch niet verdrietig zijn om iets dat er niet was ?”

Absoluut taboe want te gevoelig

“In het begin besprak ik de miskramen en de behandelingen met mijn vriendinnen – bij sommigen van hen liep het ook niet van een leien dakje. Maar na een tijdje kwam er een barrière tussen ons : het onderwerp was te gevoelig geworden. Zelf had ik daar een dubbel gevoel bij : ik vond het erg dat niemand er nog over begon, maar tegelijkertijd wilde ik er niet meer over praten.”

“Intussen werd het steeds duidelijker dat die hele toestand ook mijn carrière afremde. ‘Zo kunnen we niet verder, Anja‘, zei mijn baas mij op een goede dag. ‘Misschien ben je wel in een andere, rustiger job geïnteresseerd.’ Eigenlijk stelde hij me een functieverlaging voor. Ook enkele collega’s bleken almaar minder begrip op te brengen als ik wat later op het werk arriveerde, of vroeger moest vertrekken. ‘O shit,’ dacht ik triest, ‘moet ik dan ook professioneel bakzeil halen ?’ Tegelijkertijd durfde ik mij niet ten volle op mijn carrière te storten, afgeremd door een stemmetje in mijn achterhoofd : ‘Opgepast ! Als je zwanger wilt worden, moet je het rustig aan doen ‘.”

“Intussen werkten we de ene IVF-reeks na de andere af, telkens met een pauze tussen twee behandelingen : om weer op adem te komen en opnieuw gemotiveerd te raken. Bij elke nieuwe sessie kregen we hoop, bereidden we ons mentaal weer op een zwangerschap voor. Na vijf vergeefse pogingen begonnen we ernstig te twijfelen : ‘Wat doen we toch met ons leven, onze relatie !’ Want ja, ook mijn man stond onder zware druk. Terwijl ik de miskramen, complicaties en behandelingen onderging, keek hij machteloos toe. Zijn onmacht was verpletterend. Ook emotioneel had hij het zeer moeilijk, al wilde hij dat niet tonen en stortte hij zich op het sporten.”

“Nu, achteraf bekeken, is het misschien wel onze redding geweest dat we er altijd in geslaagd zijn niet bij de pakken te blijven zitten en samen leuke dingen te doen : op reis vertrekken, sporten, met de vrienden op stap.”

Vreselijk, we naderen de veertig

“Intussen werden we ouder, en naderden we de veertig : die magische grens, die vreselijke barrière. ‘Gaan we door, ja of neen ?’ werd de cruciale vraag. En op een dag beslisten we dat het genoeg was geweest. Omdat we het kotsbeu waren, en onze tijd, aandacht en energie eindelijk ook eens aan andere dingen wilden besteden.”

“Blij met ons besluit vertrokken we naar Zuid-Afrika waar alle ballast van ons afviel. Maar toen we terug naar huis vertrokken, voelde ik iets vreemds in mijn lichaam en ging ik nog snel een predictor kopen. En kijk, tot onze grote verbazing was ik zwanger ! ‘O jee !’ zuchtten we tegen elkaar, ‘laat dit toch maar goed gaan.’ ( stil) Ik herinner me nog die vlucht naar huis : zo spannend, zo bevreemdend, zo raar.”

“Thuis liep het echter opnieuw mis. Op kerstavond kreeg ik vreselijke buikkrampen, erger dan ik ooit had meegemaakt. Meteen reden we naar het ziekenhuis, waar ik onmiddellijk verdoofd en geopereerd werd. Want ja, het was opnieuw een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.”

“Opnieuw brak er een moeilijke periode aan, vol verdriet en twijfel. En toen de specialist ons ten slotte een nieuwe IVF-techniek met een veel grotere slaagkans voorstelde, besloten we : ‘Oké, we wagen het erop ! De allerlaatste keer.’ Zo verlegden we onze grenzen telkens opnieuw.”

“Om praktische redenen moesten we helemaal naar Italië. Na de laatste injectie, om middernacht in ons vertrouwde ziekenhuis, vertrokken we onmiddellijk naar Bologna om daar, precies om 12 uur ’s middags, op de behandelingstafel te belanden. ( lachje) Het enige leuke aan die hele onderneming was het contact met de Italiaanse vrouwen. In tegenstelling tot de Belgische wachtzalen waar geen woord gewisseld wordt, kletsten mijn Italiaanse lotgenotes heel onbevangen over de eitjes die opgepikt zouden worden, en de behandelingen die ze al achter de rug hadden. Ook in de kamers gingen de gordijntjes nooit dicht, en lagen we gezellig met elkaar te kletsen.”

“Om een lang verhaal kort te maken : na vier slopende dagen in Bologna keerden we terug naar België, en begon het vreselijke wachten opnieuw. Toen kwam het resultaat : ‘Jammer, het spijt ons !’, en wij beslisten opnieuw : ‘Hier stoppen we ! Nu is het definitief afgelopen !’ ( vastberaden) En geloof me, op dat besluit komen we niet meer terug. Zeker weten, ik wil geen IVF, geen behandelingen, geen speciale technieken meer.”

“Nu, precies één jaar later, proberen we het samen gezellig te maken, leuke dingen te doen en van het leven te genieten. ( peinzend) Ja, natuurlijk, het gemis zal altijd blijven, maar we trachten ermee te leven, het te relativeren en te genieten van de vele mogelijkheden die een leven zonder kinderen te bieden heeft. Mijn instelling is : elke negatieve ervaring heeft ook een positieve kant, en dáár moet je van genieten. Sommige mensen reageren daar heel vreemd op. ‘Jij hebt toch wel geluk, Anja’, zei een collega – moeder van drie kinderen nota bene – mij onlangs : ‘Zo vrij en ongebonden, op reis naar verre landen, uitgaan zoveel je wilt, niet hoeven te koken.’ Heel vriendelijk heb ik haar geantwoord : ‘Toch verkies ik een kindje op mijn schoot boven een verre reis !’ ”

Samen oud worden

“Nu maken wij ons op voor een toekomst zonder kinderen, en ook dat is een hele opdracht. Want kinderen geven je relatie iets extra. Wie geen kinderen heeft, moet volgens mij nog méér in zijn relatie investeren. En toegegeven, nu ik bijna veertig ben, denk ik wel eens : ‘Ik heb mijn man geen kind kunnen geven. Stel dat hij mij ooit verlaat, dan blijf ik heel alleen achter : zonder man, zonder kinderen, zonder status.’ ( opgewekt) Maar kom, gisteren waren we tien jaar getrouwd, en hebben we er, tijdens een lekker etentje, nog eens uitgebreid over gepraat. ‘Ja, ook voor mij is het heel zwaar en moeilijk geweest’, gaf mijn man toe. ‘Nog steeds trouwens. Maar ik hou van jou, en ben vast van plan om samen met jou oud te worden’.”

Over het financiële plaatje van de jarenlange lijdensweg klinkt Anja heel filosofisch en laconiek : “Als de behandelingen niet lukken, kosten zij een bom geld. Lukken ze wel, dan neem je de kosten er graag bij. Hoeveel het ons precies gekost heeft, weet ik niet. ( grinnikt) In elk geval toch wel enkele mooie, verre reizen.”

Een laatste vraag, een laatste antwoord. Over die ene uitlaatklep die haar door de moeilijkste tijden heen geholpen heeft. Anja : “Zelfs op mijn meest trieste of melancholische momenten, ging ik gewoon naar mijn muziekkamertje en begon ik te zingen. Soms huilend, soms lachend, soms snikkend, soms blij. Nog altijd zing ik die liedjes, nog altijd brengen zij een emotioneel klankje in huis. Want ja, à la limite staat dat zingen symbool voor alles wat wij hebben doorgemaakt.”

Kris (49) : Geen moederinstinct

“Ik heb mijn man in de jeugdbeweging leren kennen : ik was 14, hij 21. Pas jaren later, toen ik in Leuven studeerde, zijn we een paar geworden. In die periode, eind jaren zeventig, werd de kinderwens in het studentenmilieu enorm ter discussie gesteld. Het was de tijd van de atoomdreiging, de vredesbetogingen, de discussies over milieu en overbevolking. ‘Waarom nog kinderen op de wereld zetten ?’ was de algemene teneur.”

“Ja, in zekere zin heeft die sfeer en mentaliteit onze beslissing beïnvloed. Maar er speelde ook een vage schrik. Mijn man was directeur van een schooltje voor Buitengewoon Onderwijs, en werd dagelijks geconfronteerd met gehandicapte kinderen en de donkere kanten van het ouderschap. Veel relaties heeft hij onder een loodzware kinderlast kapot zien gaan. ‘Zo’n verantwoordelijkheid !’ zeiden wij vaak tegen elkaar. ‘En wat als er iets misloopt ?’ “

“Bovendien heb ik nooit zoiets gevoeld als een moederinstinct. Als ik sommige vrouwen bezig hoor over die biologische drang, dat hevige verlangen naar kinderen, moet ik bekennen dat ik die ‘roep van de natuur’ nooit gehoord heb.”

“Was het een voorteken dat ik als kind nooit met de poppen speelde, en liever met de jongens van de straat optrok ? Neen, dat geloof ik niet. De keuze om geen kinderen te krijgen was een bewuste en mentale beslissing die we pas vele jaren later maakten. Ze was ook helemaal niet ingegeven door een afkeer of een negatief gevoel tegenover kinderen. Integendeel, wij komen allebei uit een groot gezin, een warm nest bovendien. Ik heb genoten van een prettige jeugd en een goed contact met mijn ouders. We houden allebei van kinderen, onze broers en zussen hebben een uitgebreide kroost en daar zijn we graag mee bezig. Ik heb ook geen enkele schroom om baby’tjes op te pakken, te verzorgen en te verwennen. Vanaf mijn achttiende, toen mijn zus haar eerste kind kreeg, heb ik volop genoten van het babysitten en de kinderverzorging. En als er in de vrienden- of familiekring weer eens een baby’tje geboren werd, vond ik het altijd leuk om naar de kraamkliniek te gaan. Maar nooit wekte dat bij mij het verlangen naar eigen kinderen.”

(peinzend) “Misschien heeft mijn man zijn vadergevoelens wel in zijn job geuit, maar in elk geval zonder ooit de behoefte te voelen om eigen kinderen te hebben. Zoals ik mij ook nooit een onvolledige vrouw heb gevoeld.”

Wie zal er later voor mij zorgen ?

“Natuurlijk zijn er momenten geweest waarop we onze beslissing opnieuw in twijfel hebben getrokken of het thema weer oprakelden. Heel ingrijpend was bijvoorbeeld de confrontatie met mijn schoonmoeder die de laatste jaren van haar leven in een rustoord heeft doorgebracht. Mooi en troostend was het om te merken dat er geen dag voorbijging zonder dat een van haar kinderen of kleinkinderen bij haar op bezoek kwam. Toen dacht ik vaak : ‘Wie zal mij komen bezoeken als ik, ziek en hoogbejaard, in een instelling leef ?’ ( ernstig) Op zulke momenten word je hard geconfronteerd met de levenslange gevolgen van een beslissing die je ooit genomen hebt. Geen kinderen, geen kleinkinderen.”

( schatert plots) “Daarom zeggen we soms grappend tegen elkaar : ‘Laat ons maar zorgen dat we een goede relatie met onze neefjes en nichtjes onderhouden.’ Een ander scharnierpunt was de confrontatie met de leeftijd, het aflopen van de biologische klok. Jarenlang konden we onze beslissing nog uitstellen of herroepen, maar plots werd ik veertig en besefte ik : ‘Nu of nooit. Blijven we kinderloos, of grijpen we onze laatste kans ?’ ( glimlacht) Ja, wij zijn bij onze beslissing gebleven. En neen, we zijn nooit in de verleiding gekomen het lot te laten spelen, de natuur zijn gang te laten gaan. Stel dat er ooit een ongelukje was gebeurd, dan hadden we dat kind met plezier aanvaard. Maar we hebben er altijd voor gezorgd dat er geen accidentjes konden gebeuren.”

“Natuurlijk hadden we het geluk dat we allebei op dezelfde golflengte zaten. Als de ene partner er heel anders over denkt, wordt alles natuurlijk een stuk moeilijker.”

Zonder spijt, zonder tristesse

“Nu zijn we 49 en 56 jaar, en kijken we wel eens naar jonge mensen met de gedachte : ‘Hé, dat hadden onze kinderen kunnen zijn.’ Ken je dat liedje over Soeur Marie-Claire de la Lune ? Zij besliste om niet te trouwen en non te worden, maar ‘die kleinkinderen had ze toch wel eens willen zien.’ Zo vragen wij ons – als Spielerei – wel eens af : ‘Hoe zouden onze kinderen eruitgezien hebben ? Hoe oud zouden ze nu zijn ? Hoe zou ons leven verlopen zijn als we wél kinderen hadden gehad ?’ Maar nogmaals, dat zijn allemaal luchtige overwegingen, zonder enige spijt of tristesse. Want heus, wij betreuren onze beslissing niet. ( aarzelend) Alleen soms, heel af en toe, denk ik wel eens : ‘Stel dat ik plots alleen kom te staan. Dan zal ik die keuze misschien wel betreuren.’ ( haalt haar schouders op) Maar ach, elke beslissing heeft zijn prijs. En mensen met kinderen zullen ook wel eens moeilijke momenten hebben waarop ze denken : ‘Had ik maar geen kinderen’.”

“Of ik dezelfde beslissing zou nemen als ik mijn leven kon overdoen ? ( denkt na) Ja, dat denk ik wel. ( lacht) Hoewel, misschien zou ik de tweede keer wél kinderen nemen, gewoon uit nieuwsgierigheid, om het ook eens op een andere manier te proberen.”

“Echt negatieve reacties hebben wij nooit gekregen. Niemand heeft ons ooit vreemd bekeken of negatief beoordeeld omdat wij geen kinderen hebben. Wél hebben wij ontelbare keren dit scenario meegemaakt : ‘Hebben jullie kinderen ?’ – ‘Neen.’ Dan volgde vaak een meewarige stilte, met gegeneerde blikken, alsof ze een pijnlijk of delicaat onderwerp hadden aangesneden. Tegenwoordig verloopt dat scenario anders : ‘Hebben jullie kinderen ?’ – ‘Neen, en dat is een bewuste keuze.’ – ‘Zozo. En waarom hebben jullie geen kinderen ?’ Dan denk ik weer : waarom stellen ze die vraag nooit aan mensen mét kinderen ?”

“Maar zelf heb ik die vraag ook nog nooit durven stellen, zelfs niet aan mijn eigen zussen. Toch weet iedereen maar al te goed dat veel mensen om de verkeerde redenen kinderen krijgen. Om hun relatie te redden. Of om hun partner aan zich te binden. Of om allerlei andere problemen op te lossen. Natuurlijk werkt dat niet, integendeel zelfs.”

Geen hectische toestanden

“Door kinderloos te zijn, komt er natuurlijk ontzettend veel tijd vrij. Zelf heb ik een tijdlang een heel hectische job gehad tot ik, zo’n tien jaar geleden, beslist heb om deeltijds te gaan werken. Ik wilde meer zingen, en ben opnieuw naar de muziekschool gegaan. Sinds september is mijn man op vervroegd pensioen, nu is hij huisman en volgt hij enkele vormingscursussen.”

“Beiden hebben we altijd heel graag ons werk gedaan, maar ‘werk is werk’, en ook buiten onze job wilden wij nog tijd en ruimte voor andere dingen. Wij zijn rustige types, geen ingewikkelde mensen, niet tuk op hectische toestanden, zonder grootse ambities om hét te maken en altijd druk bezig te zijn. Wij doen alles rustig aan. Zo strijk, kook en was ik ongetwijfeld een stuk trager en rustiger dan jij. ‘Hoe doen mensen met kinderen dat allemaal ?’ vraag ik mij soms af. Wij hebben geen tv, maar lezen veel – zo’n 100 à 150 boeken per jaar -, beluisteren muziek, echt luisteren, bedoel ik, zonder intussen met andere dingen bezig te zijn, praten vaak met elkaar – al zijn er ook avonden die we zonder al te veel woorden doorbrengen û en gaan naar concerten en repetities, film en theater, maar zonder echte cultuurfreaks te zijn.”

“Weet je, eigenlijk passen wij goed bij elkaar en hebben wij een fijn evenwicht gevonden tussen de tijd die wij samen én apart doorbrengen. Bovendien hebben wij het geluk dat ons nog nooit grote rampspoed of zware beproevingen overkomen zijn. En door kinderloos te blijven, zijn vele andere problemen ons ook bespaard gebleven. Het klinkt misschien melig, maar in feite zijn wij heel gelukkige mensen.”

Annemie Struyf / Foto’s Lieve Blancquaert

Zeker weten, zij zouden uitstekende moeders zijn, maar bleven kinderloos. Anja ongewild, na vele miskramen en slopende vruchtbaarheidsbehandelingen. Kris (links) heel bewust,

nooit geplaagd door enig moederinstinct.

Een dubbelportret, een spiegelverhaal.

Annemie Struyf / Foto’s Lieve Blancquaert”Al die hormonale behandelingen maakten

mij zo emotioneel, labiel en kwetsbaar dat ik mezelf

al snel niet meer herkende.”

“Hoeveel het ons precies gekost heeft, weet ik niet.

Als de behandelingen niet lukken, kosten zij een bom geld. Lukken ze wel, dan neem je de kosten er graag bij.”

“Als er weer eens een geboorte was in de vriendenkring, vond ik het leuk om naar de kraamkliniek te gaan. Maar nooit wekte dat bij mij het verlangen naar eigen kinderen.”

“We vragen ons wel eens af : Hoe zouden onze kinderen eruitgezien hebben ? Hoe oud zouden ze nu kunnen zijn ? Hoe zou ons leven verlopen zijn mét kinderen ?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content