Geef ons een kwal

Januari is een belangrijke maand voor designliefhebbers, met twee middelgrote beurzen in Parijs, de ‘Salon du Meuble’ en ‘Maison & Objet’ ; en een mastodont in Keulen, de Internationale ‘Meubelmesse’. We gingen kijken en maakten een selectie uit het voorjaarsaanbod.

I MM, de immense meubelbeurs van Keulen, verliest al jaren terrein. Belangrijke avant-premières worden steeds vaker gereserveerd voor de Salone del Mobile van Milaan, in april. Wat overblijft, kruimels veelal, moet worden gedeeld met Parijs. Positief : er is meer ruimte in de beurshallen, maar ook in de hoofden van de bezoekers, voor jong talent. Bij onze favoriete nieuwigheden horen twee bijzondere boekenrekken : de Netto van de Duitse designers Fremdkörper (gezien op de tentoonstelling Spin Off in Keulen) en de Z- thèque van het Franse knutselcollectief Les dieux vivants (gezien op de tentoonstelling Designlab tijdens het Salon du Meuble).

Op de stands van het Via, een organisatie van de Franse meubelindustrie die vernieuwend design nastreeft en daartoe gul met fondsen strooit, zagen we een half dozijn interessante ontwerpen. We ontdekten er ook een fenomeen dat we bij deze graag uitroepen tot de potentieel grootste trend voor 2005 : getorste staaldraad (in Keulen noteerden we een andere trend, fluorescente kwallen ; zie verder). Van de gevestigde fabrikanten was er minder nieuws. Zolang het in de sector moeilijk gaat, blijft voorzichtig het sleutelwoord.

Meubilair in de mist

Er is nochtans goed nieuws uit Keulen : een aantal belangrijke Duitse merken heeft zich eindelijk met overtuiging op de 21ste eeuw gestort. ClassiCon, bijvoorbeeld, dat dankzij Konstantin Grcic al kon terugkijken op een adembenemend 2003. De nieuwe catalogus is veel slanker, maar krijgt toch goede punten voor Juno, een verleidelijke sofa van het stilaan gereputeerde Noorse collectief Norway Says, en voor mooie heruitgaven van werk van EileenGray : het verrassend hedendaags ogende bijzettafeltje De Stijl, uit 1922, en de stoel Roquebrune, uit 1932. De gebroeders Thonet, die al sierlijk krullende houten stoelen maakten toen Edison de gloeilamp nog moest uitvinden, plunderden hun eigen erfgoed, met heruitgaven van de beroemde buisstoelen S 33 en S 44 van Mart Stam uit 1926, waarvan het leder thans kan worden vervangen door een technologisch vernuftig mesh-materiaal ; de klassieke zitstoel S 411 uit 1932 ; en de S 664 van Eddie Harris, een vijftig jaar oud icoon van nieuwe zakelijkheid. Het merk blijft gelukkig ook nieuwe meubelen testen, dit jaar onder meer in samenwerking met de- signers Glen Olivier Löw en James Irvine. De in Milaan gevestigde Brit ontwierp de stoel A 660, bijgenaamd Loop Chair. Die koppelt de traditionele knowhow van Thonet aan een vloeiend hedendaagse vorm, op zijn minst een interessant experiment.

Walter Knoll, een gedegen, beetje saaie fabrikant, brengt een nieuwe lijn elegante, bijna extreem eenvoudige fauteuils van de Britse architect Norman Foster en de Oostenrijkse designers EOOS. Af en toe ging een vernieuwingspoging gedeeltelijk of helemaal de mist in. Rolf Benz presenteerde journalisten een ellenlange tekst waarin de nieuwste woontrends voor leken staan verklaard. Na een uitvoerige beschrijving van de eerste trend wordt fijntjes opgemerkt dat die niet in het aanbod van het bedrijf kan worden bespeurd. Team By Wellis, een Zwitsers merk, stopte bij zijn informatiepakket een al even absurd statement over zijn “gloednieuwe, unieke, spectaculaire decor, zonder veel meubilair. Beter nog : zonder enig meubilair ! Een uitdaging voor ons en voor onze bezoekers.” Van een under- statement gesproken.

Kwallen aan het einde van een gang

Twee paar designers mochten in de beurshallen van Keulen een droomhuis bouwen. Ronan en Erwan Bouroullec plaatsten hun greatest hits, intussen genoegzaam bekend, achter scheidingswanden van wasknijperachtige plastic chips, zeewierachtige plastic gordijnen en celstructuren van piepschuim. Huberto en Fernando Campana timmerden een reusachtige bibliotheekmuur van het soort blanke houtrestjes waarmee ze vorig jaar al hun fel opgemerkte Favela-stoel maakten.

Buiten de beurs leek er minder te beleven dan vroeger. Passagen, het designparcours in de binnenstad, heeft een gedeelte van zijn aantrekkingskracht verloren sinds de afbraak van een rij leegstaande fabrieken op een eiland in de Rijn. Soortgelijke efemere, sfeervolle locaties werden dit jaar onder meer gevonden in een voormalig hoofdkwartier van de Duitse Spoorwegen, dat kort tevoren nog had gediend als gelegenheidsstudio voor de Duitse versie van Big Brother. Stylepark, een designwebsite, organiseerde er de minibeurs Barock 2004, met stands van gevestigde merken en jonge designers, een late night bar en lezingen van onder anderen Patricia Urquiola en Hans De Pelsmacker. De derde editie van Spin Off, een tentoonstelling met potentiële, nog onuitgegeven successen van relatief jonge designers, vond een onderkomen in het museum voor toegepaste kunst, tussen theekopjes en commodes in romantische stijl.

Het interessantste randevenement van de Duitse designweek was voorspelbaar : de tentoonstelling in het smalste gebouw van Keulen, in een overwegend Turkse wijk nabij het Hauptbahnhof. Na installaties van onder anderen Konstantin Grcic, Johanna Grawunder, Ross Lovegrove, Greg Lynn, Tokujin Yoshioka, AndreaBranzi en de Bouroullecs, werd de ruimte dit jaar toevertrouwd aan een ongeïdentificeerde de- signer. Hoe dat komt ? Simpel. Tijdens vorige edities kwamen bezoekers in de eerste plaats af op de klinkende namen van de designers. De boodschap die zij met hun ontwerpen wilden uitdragen, werd meestal uit het oog verloren. De ongeïdentificeerde, naar het schijnt zeer bekende designer maakte dat smalste huis van Keulen nog smaller. Bezoekers werden op kousenvoeten door een claustrofobische gang gestuurd. Aan het einde van de kanariegele gang stond een fluorescent aquarium, gevuld met kwallen (deze dieren zijn thans een begeerd interieurattribuut, zie ook de recente Japanse film Jellyfish). Achter het aquarium lag een kamertje met een miniatuurtribune, van waar de nietsvermoedende mensen in de gang konden worden geobserveerd. Waarom ? Even nadenken. Wat net de bedoeling van het hele opzet was.

Elektrische wolken

Parijs loopt, wat design betreft, niet langer achterop, wel integendeel. Vijf jaar geleden was de Lichtstad nog een woestijn. Nu heeft zowat elk belangrijk internationaal meubelmerk er een fonkelende showroom. Nogal wat Italianen hebben de Rijn ingeruild voor de Seine. Moroso, in 2003 ongetwijfeld het meest toonaangevende merk, had nog wel een stand in Keulen, maar reserveerde de grote artillerie voor een spectaculaire tentoonstelling in het Palais de Tokyo van Parijs ; alleen jammer dat er niets nieuws te zien was. Cassina vermeed Duitsland helemaal. In de nieuwe showroom van Saint-Germain-des-Prés verkocht de Italiaanse fabrikant een oud ontwerp als nieuw. M.I.S.S. van Philippe Starck is een ensemble van sofa, kastjes en tapijt waarin op min of meer discrete wijze een homevideosysteem kan worden geïntegreerd. Mejuffrouw was tijdens haar wereldpremière in Milaan al een miskleun van jewelste en is dat twee jaar later nog altijd.

De belangrijkste Franse merken presenteerden hun nieuwigheden op Metropole en/of Now, de designsecties van enerzijds de Salon du Meuble en anderzijds Maison & Objet. Bij LigneRoset ging alle aandacht naar Snowdonia, een purperen sofa in sixties-stijl van Eric Jourdan. Diezelfde designer ontwierp ook Hyannis Port, een elegante buffetkast voor zusterbedrijf Cinna. De organisatie Via, wat staat voor Valorisation de l’innovation dans l’ameublement, had zoals gewoonlijk de interessantste stand op Métropole, met mooie projecten van nieuwkomers Patrick de Glo de Besses en VéroniqueMaire (tafels en banken van getorste staaldraad), Bettina Dadon (een horloge waarvan de wijzers zijn vervangen door kleuren) en Saleem Bhatri ( Right in Tension, een reeks houten tafels en banken). Onze favoriete, nog onuitgegeven ontwerpen van jonge designers op de Salon du Meuble : het chaotische boekenrek Z-theque van Les dieux vivants (zie hoger) en de modulaire verlichtingselementen Cumulus, van Mathias Pladys en Michaël Radix.

Een stand met standjes

Trieste vaststelling : Belgische designers en fabrikanten kwamen zowel in Parijs als in Keulen nauwelijks aan bod. Extremis, de enige noemenswaardige uitzondering, had de mooiste stand op de Duitse meubelbeurs, een miniatuurbos met zwevende berken. In het midden van dat bos stond een imposante nieuwe ronde tafel, Arthur, een ontwerp van DirkWynants. De tafel, waarvan de naam verwijst naar de middeleeuwse legende van koning Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel, is gemaakt van hogedruklaminaat, een duurzaam, stevig materiaal dat onder meer voor ziekenhuismeubilair wordt gebruikt. Er zijn drie modellen, voor acht, tien of twaalf personen. Een modernistisch-gotisch gevaarte, dat nochtans in een handomdraai kan worden gemonteerd, verzekert Wynants.

Hans De Pelsmacker, een van ’s lands meest gerespecteerde designers, betrok een kamer bij Barock 2004 (zie hoger), waar hij zijn werk toonde voor de fabrikanten Essential, Light en E15. Hij gaf er ook een lezing. Datzelfde E15 presenteerde een handvol meubelen van de Belgische designer Philippe Allaeys : een bed ( Noah), krukjes ( Alex), een plateau ( Theo) alsook een struise tafel, Isaac genaamd, die langs weerszijden kan worden opengeklapt. Designer Frans Van Praet fulmineert in het persdossier van fabrikant Juventa tegen de Vlaamse regering, die liever einzelgängers zou steunen dan industriële consumentenproducten. Hij ontwikkelde voor Juventa het mooie, enigszins architecturale programma G(aim) : de buitenkant van de kasten refereert naar het dak op een woning die de binnenkant beschermt tegen regen en koude. Bij de nieuwe collectie horen ook een tafel en een stoel ; een bed volgt later dit jaar. De eerder traditionele fabrikant Jori ten slotte lanceerde in Keulen zijn eerste lijn stoelen, alsook de collectie Kamasitra, een moduleerbaar zitconcept dat fysiek genot wil nastreven door een extreem zitcomfort. Er zijn, zoals de naam al aangeeft, eindeloos veel variaties mogelijk. Men mag hopen dat het bedrijf zijn nieuwe sofa’s heeft overtrokken met gemakkelijk wasbaar textiel. n

Tekst Jesse Brouns

Een fenomeen dat we bij deze graag

uitroepen tot de potentieel grootste

trend voor 2005 : de getorste staaldraad.

James Irvine koppelt de historische knowhow van Thonet aan een vloeiende, hedendaagse vormgeving.

De centrale gast op Spin Off is een ongeïdentificeerde, maar naar het schijnt zeer bekende designer.

Parijs was vijf jaar geleden nog een woestijn. Nu hebben alle belangrijke meubelmerken er een fonkelende showroom.

Midden in het miniatuurbos met zwevende berken staat ‘Arthur’, de imposante nieuwe ronde tafel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content