Flossen in de jaren negentig

Stel dat u als alleenstaande vrouw van 33 op bezoek bent bij een vriend, bij wie een pakje condooms op de keukentafel ligt. Stel dat die vriend u later op de avond vertelt dat hij u heel aantrekkelijk vindt, dat zijn vriendin – met wie hij wil gaan samenwonen – een weekend de stad uit is en dat hij nu zin heeft het weekend en het bed met u te delen. Hoe zou u reageren?

Volgens Alice K., hoofdfiguur in een pasverschenen boek, zou haar reactie nogal kunnen verschillen naargelang het decennium waarin deze situatie zich voordoet: “In de jaren vijftig zou Alice K. deze vent een klap in zijn gezicht hebben gegeven en gillend zijn weggerend. In de jaren zestig zou ze meteen op zijn voorstel zijn ingegaan, in naam van de Vrije Liefde. In de jaren zeventig en tachtig zou ze een openhartig gesprek hebben aangeknoopt over gevoelens en behoeften en de ‘ruimte’ waar ze zich beiden in bevonden. Maar we leven in de jaren negentig. De vrije liefde is dood. Net als de openhartigheid. Blijft over… volwassenheid.”

Maar wat is volwassenheid? Alice K. heeft alles gedaan wat ze dacht te moeten doen om bij de wereld van de volwassenen te horen: in tijdschriften en doe-het-zelfboeken lezen hoe ze zich moet kleden, hoe ze succes moet oogsten, hoe ze een man moet versieren, hoe ze voor zichzelf moet opkomen, hoe ze slanke dijen kan krijgen, enz. Toch wil het haar maar niet lukken. Ze is nog steeds niet “iemand die gezonde potjes kookt, de rekeningen tijdig betaalt, de tanden flost en bijtijds naar bed gaat”. Erger nog, ze moet het rampzalige feit onder ogen zien dat ze niet beantwoordt aan het beeld van de stabiele, tevreden vrouw-met-partner. Want, een echte vrouw heeft een echte man, toch?”

Zoals vorig jaar Helen Fielding in het Dagboek van Bridget Jones, 59 kilo de spot dreef met de twijfelende, onzekere, steeds naar perfectie strevende alleenstaande vrouw, zo doet Caroline Knapp dat opnieuw in het pasvertaalde AliceK.’s gids voor het leven. De ondertitel, Een vrouw op zoek naar houvast, geluk en bijpassende schoenen, maakt meteen duidelijk dat we ook hier de hilarische toer opgaan. Van Caroline Knapp verscheen eerder dit jaar het heel wat ernstiger Drinken. Een liefdesverhaal, waarin zij haar eigen alcoholverslaving beschrijft. In dit nieuwe boek is van die voorgeschiedenis niks te merken, alcohol komt slechts terloops ter sprake en de auteur identificeert zich ook niet met de hoofdfiguur.

Hoewel je je natuurlijk kan afvragen waar Knapp de wetenschap vandaan haalt dat in de ijskast van een pseudo-volwassene als Alice K. volgende voorraad te vinden is: vier potjes Dijon-mosterd, vijf eieren (uiterste verkoopdatum onzeker), een potje kappertjes uit ’87 en een doosje Tupperware waarin al twee maanden een restje kip met broccoli staat te beschimmelen.

Het boek barst van dit soort tragikomische details waar een mens meestal niet mee te koop loopt, maar die ongetwijfeld voor velen herkenbaar zijn. Knapp veegt ook overtuigend de vloer aan met vrouwen die krampachtig proberen de snel op elkaar volgende modetrends bij te benen omdat hun zelfvertrouwen ervan afhangt. Alice K.’s wereld stortte in toen ze merkte dat ze met haar laarzen met platte zolen helemaal ‘uit’ was en ze eigenlijk logge schoenen met plateauzolen had moeten dragen. “Ze had altijd geweten dat er iets aan haar schortte, dat ze anders was.”

Zo trekt Alice K. voortdurend grote conclusies uit pietluttige voorvallen, voortgestuwd door immense twijfel en onzekerheid. Haar relationele leven verloopt uiteraard nog klungeliger dan de rest. Heeft ze eindelijk een attente, zorgzame man gevonden, dan moet ze toch zo nodig die relatie op het spel zetten door met een onbenul naar bed te gaan. Geprangd tussen gevoelens voor een ex-vriend, voor een recentere maar toch afgedankte vriend en een passant die haar eigenlijk niet interesseert, noemt ze zichzelf een “emotionele kameleon” op zoek naar een man die niet bestaat.

De manier waarop Knapp een generatie vrouwen met een wankel zelfrespect beschrijft, is bijwijlen zeer grappig, maar soms neigt ze naar het absurde. Zo bedenkt ze “de slapende seksdetector” om postcoïtale zorgen te vermijden: een meetinstrument dat aan de slapende partner bevestigd moet worden om antwoord te krijgen op onzeker makende vragen als “zoen ik wel goed?”. Verspreid in het boek staan er meerdere van dit soort vergezochte intermezzo’s, die het verhaal eerder warrig maken dan verrijken. Algemeen geldt dat naarmate het boek vordert, de spoeling dunner wordt. Vrouwen die echter stilaan genoeg hebben van het lijstje “moetens” om erbij te horen, kunnen er wel pret aan beleven. En misschien zullen ze in het vervolg alleen maar glimlachen wanneer ze nog eens, zoals Alice K., in een damesblad op een artikel stuiten met de titel “Ja! Ja! Ja! Ook jij kunt een vaginaal orgasme beleven!”.

Caroline Knapp, Alice K.’s gids voor het leven. Archipel, 226 blz., 699 fr. Verschijnt eind oktober.

Jo Blommaert / Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content