Fair Trade
Anita Salas Siliarahua
Anita Salas Siliarahua (41) heeft drie volwassen zonen. Zij woont met haar man in Chirapa, een klein hooggelegen dorp bij Lamas.
Margarita Panduro Saboya (55) verbouwt cacao op 4 hectare, samen met haar echtgenoot en zonen, in het dorp Pinto Recodo.
Margarita : “Onze cacao heeft een prijs gewonnen, en daar zijn we fier op. Vroeger verkocht ik cacao en koffie aan een tussenpersoon, maar in 2006 werd ik lid van een coöperatieve met een fair-tradelabel. Nu krijgen we begeleiding : hoe we moeten snoeien, hoe we schaduw op ons perceel kunnen brengen… Dat levert ons een hoger rendement op : het is verdubbeld.”
Anita : “Wij verbouwen koffie en cacao, maar ook sinaasappelen, citroenen en avocado’s. Wat we niet zelf opeten, verkoop ik op de markt. Ik heb producten van goede kwaliteit, maar ik krijg er weinig geld voor omdat iederéén op de markt staat.”
Margarita : “Ik wil mijn landbouwperceel verbeteren en meer cacao produceren omdat ik een betere levenskwaliteit wil voor mezelf en voor mijn kinderen. Ik wil ook andere bomen op mijn terrein planten. Door te herbebossen wil ik schaduw creëren én hout voortbrengen.”
“Ik heb pas voor het eerst chocola gegeten. Wij drinken wel cacao, maar tabletten eten doen we niet echt. Ik wil leren om zelf chocola te maken. We hebben het al eens geprobeerd, maar het gaat niet vanzelf. Misschien kunnen we de extra bonussen van de eerlijke handel ervoor gebruiken en écht gaan investeren ?”
Anita : “Ik verbouw liever cacao dan koffie, want dat is minder intensief. We hebben dit jaar onze cacao aan veel betere prijzen kunnen verkopen dan onze koffie. De koffieoogst was door de droogte erg tegengevallen : we konden amper tien procent oogsten van het jaar voordien.”
“Ik heb pas voor het eerst chocola gegeten.”
Barrera Rodriguez
Barrera Rodriguez is getrouwd, heeft een zoon van 12 en een dochter van 6. Ze is afgevaardigde van het comité van Chambira. Ze bezit drie hectare grond die ze van haar vader kreeg. De helft is bebouwd met cacao, de rest is niet bewerkt.
“Een op de twee weekends ga ik naar mijn veld. Het ligt op ruim twee uur van waar ik woon : één uur op de motor en dan één uur te paard. Of te voet. Soms gaan de kinderen mee. Op die manier leren ze alle stappen van de cacao-oogst : plukken, goede kalebassen onderscheiden van slechte, de kalebassen leeghalen, de pulp van de ‘navelstreng’ halen. Snoeien is het meest vermoeiende werk op de akker. Meestal blijven we er twee dagen. Op het eind brengen we de pulp naar de plaats waar de oogst wordt gewogen en gefermenteerd.”
“In ons comité waren er wel zes kandidaten voor slechts twee vertegenwoordigers in de algemene vergadering. Ik werd verkozen omdat ik het goed gezegd krijg en omdat ik geëngageerd ben. Gelukkig heeft mijn man er geen problemen mee : hij heeft heel graag dat ik dit doe. Dat is niet in elk gezin het geval.”
“Ik denk dat ik het iets gemakkelijker heb dan cacaoboeren die geen lid zijn van een fair-tradecoöperatie. Ik krijg toch al een beetje meer betaald dan een vriendin die geen lid is, en we hebben ook nog andere voordelen. Zo heb ik dit voorjaar via de coöperatieve vereniging een krediet aangevraagd. We waren nog niet uitbetaald voor de grote oogst, maar ik moest al wel het schoolgeld voor de kinderen betalen. Zo’n lening is veel goedkoper dan een krediet van de banken.”
Info : www.acopagro.com.pe
Jessica Rubi Cortez Flores
Jessica Rubi Cortez Flores (26) is industrieel ingenieur en moet de lokale
consumptie van cacao en koffie bevorderen.
“Wij openden een koffiebar en we hebben mobiele karretjes zoals deze. Daarmee gaan we naar de stad of naar evenementen. De bedoeling is om de mensen goede koffie en goede chocolade te leren kennen. Wij drinken weinig koffie, en à ls we het drinken, is die van slechte kwaliteit. Hetzelfde geldt voor chocola. De betere kwaliteit is voor de export. Maar wij willen dat de mensen hier ook goede producten krijgen. Het is moeilijk om zelf chocola te maken. We hebben in een fabriek 4000 tabletten besteld. Eén deel daarvan is 100 procent cacao, dus om chocolademelk van te maken, een ander deel is 70 procent cacao, een bittere pure chocola om te eten. De mensen hier eten het liefst erg gesuikerde chocolade.”
“Ik geniet ervan als er een hoopje mensen aan ons kraam staat. Ik zeg dan : ‘Dit is een biologische chocola, eerlijk verhandeld én gezond.’ Ik ben industrieel ingenieur, ik ben vorig jaar afgestudeerd, maar ik had al wat ervaring in biologische en fair-tradeproducten. Ik geloof erin, want ik weet dat de levenskwaliteit van landbouwfamilies in de eerlijke handel veel beter is dan die in het gewone circuit.”
Info : www.oroverde.com.pe“Ik geniet ervan als er mensen aan ons kraam staan.”
Nathalie Trachte
Nathalie Trachte (34) lanceerde het nieuwe chocolademerk Tohi.
“Ik werkte als student bij Pierre Marcolini. Helemaal toevallig was het dus niet dat mijn eerste echte baan bij een chocolatier was, bij Dolfin. Dat bedrijf had naam gemaakt met Napolitains, die vierkante chocolaatjes voor de horeca en luchtvaartmaatschappijen. Halfweg de jaren ’90 startten ze met een eigen label Dolfin, een merk met uitsluitend natuurlijke producten en ingrediënten van zeer hoge kwaliteit. Toen de fabriek overgenomen werd door een nieuwe eigenaar, wilde die ook nieuwe producten leveren. Ik werkte het liefst uitsluitend met biologische producten en ingrediënten uit de eerlijke handel, maar ik wilde ook chocola van topkwaliteit op de markt brengen.”
“Het is nooit gemakkelijk om in hét land van de chocola een nieuw merk te lanceren. Bovendien staan Belgische voedingswaren internationaal bekend voor hun hoge kwaliteit en voortreffelijke smaak. Maar ik ging op zoek, en ik ontdekte dat die kwaliteit te vinden is in de fair trade en biologische ingrediënten. Dat is toch ook logisch ? Want hoe kan een lokale boer topkwaliteit leveren, als hij niet in goede omstandigheden kan werken ? Hoe zou hij de kwaliteit kunnen leveren die ik voor ogen heb ? ”
“En dus lanceerde ik Tohi. Alle chocola van die lijn komt van één en dezelfde coöperatieve in de Dominicaanse republiek. Niet à lle ingrediënten hebben een fair-tradecertificaat door allerlei technische beperkingen. Maar de kaneel is fair trade en komt uit Sri Lanka, gember komt uit India… En ook de verpakking is milieuvriendelijker : ik wilde geen aluminium wikkels, maar heb een soort ouderwets boterpapier gebruikt.”
Info : www.tohi.be
Tohi is te koop in biowinkels, fair-tradewinkels en bij Bioplanet.”Ik wil chocola van topkwaliteit op de markt brengen.”
Lily Deforce
Lily Deforce (44) Na een carrière bij Procter&Gamble en bij Vredeseilanden
werd ze twee jaar geleden directeur bij Max Havelaar België. “Max Havelaar België groeit met 26 procent per jaar. En toch is het nog steeds nodig om een Week van de Fair Trade te organiseren, nu al voor de achtste keer. Tijdens die week proberen we zowel consumenten als bedrijven te overtuigen : wie grondstoffen uit het Zuiden gebruikt, moét overwegen om die volgens het systeem van eerlijke handel aan te schaffen. Dat houdt in dat boeren een gegarandeerde minimumprijs krijgen, onafhankelijk van de marktprijs. Maar als de marktprijs hoger is dan die minimumprijs, stijgen wij mee, dat spreekt vanzelf.”
“De eerlijke prijs bepalen wij op basis van de kosten die de boeren hebben om te produceren. Daarbovenop krijgen de coöperaties een premie waarmee de groep boerenfamilies kan investeren in projecten die heel de gemeenschap ten goede komen, dat kan op sociaal vlak zijn of in verband met het milieu.”
“Max Havelaar is geen merk. Het is een label dat gekleefd wordt op producten die met fair-tradegrondstoffen gemaakt zijn. Dat betekent dat die grondstoffen een attest kregen, een officiële erkenning dat ze afkomstig zijn uit eerlijke handel. We hadden op 1 januari 2009 meer dan duizend producten. Dat zijn landbouwproducten. Dus meestal voeding, maar ook steeds meer andere zaken zoals cosmetica, katoen of bloemen worden geproduceerd volgens fair-tradeprincipes.”
“Het initiatief Max Havelaar komt uit de hoek van de armoedebestrijding. Als je bekijkt wie, waar ook ter wereld, minder dan twee dollar per dag verdient, dan merk je dat 70 procent van à l die mensen op het platteland leven. Dat zijn boerenfamilies.”
“Cacao wordt voor 90 procent geteeld door kleine boeren, met drie, vier hectare land. We beseffen dat nauwelijks, maar cacao is een product dat veel handenarbeid vereist. Daarom is cacao voor ons belangrijk. Daarbij komt dat België een chocoladeland is.”
“Voorlopig wordt er erg weinig fair-tradecacao gebruikt in België. Maar er is een enorm potentieel. Dat zit vooral in de huismerken van de supermarktketens. Maar ook grote namen kunnen overschakelen. Het eerste internationale merk dat zich geëngageerd heeft, is Cadbury uit Groot-Brittannië. Dat merk heeft voor de zomer bekendgemaakt, dat à lle chocoladetabletten met fair-tradecacao worden gemaakt. Dat betekent natuurlijk dat het om grote hoeveelheden gaat. En in Nederland is Verkade omgeschakeld, en dat heeft een concrete meerverkoop opgeleverd, zelfs in deze tijden van crisis.”
“Dat zijn mooie voorbeelden die wij voorleggen aan Belgische chocolatiers. Er zitten ontzettend grote mogelijkheden in de koekjesindustrie, een belangrijke afnemer van chocola.”
“Het is zeer indrukwekkend om de boeren en de coöperatieven in Peru te bezoeken. Het heeft een impact op mijn leven én op mijn werk. Ik ben op verschillende manieren aangenaam verrast. Fair trade krijgt dikwijls de kritiek dat de kwaliteit niet goed zou zijn. Wel, in Peru heb ik gezien dat de boeren zeer veel geïnvesteerd hebben in de kwaliteit van de cacaobonen, en dat is de beste garantie voor goede chocola. Er is ook serieus geïnvesteerd in de levenskwaliteit van de aangesloten gezinnen én het milieu is beter beschermd, niet in het minst omdat de meeste akkers ook een bio-attest hebben. De boeren weten dat ze relatief zeker zijn van een betere prijs als ze kwaliteits-cacao leveren. Dat verband tussen kwaliteit en inkomen is belangrijk.”
Info : www.maxhavelaar.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier