EXPO
ARCHITEKT
“Ed io anche son architetto”, zo luidt de titel van één van de werken van de Duitse kunstenaar Gerhard Merz (1947). “Ook ik ben architekt”. Dat is een parafraze op de uitspraak van de 18de-eeuwse bouwmeester Etienne-Louis Boullée (naar wie Peter Greenaway zijn film “The belly of an architect” maakte), die ooit zei : “Ed io anche son pittore”, ook ik ben een schilder. Het tekent de essentie van het plastische werk van Gerhard Merz (niet te verwarren met de Italiaan Mario Merz), die ervan overtuigd is dat het modernisme in de kunst nog lang niet dood is en dat “Het Moderne” zich uiteindelijk zal voltooien in de architektuur : de schoonheid van legitieme kunst kan slechts begrepen worden in haar samenhang met de bouwkunst. Gerhard Merz maakt dan ook geen gratuite schilderijen en/of skulpturen : de samenhang tussen maat, kleur en licht moet leiden tot een complex en multimediaal oeuvre, dat verder gaat dan de termen ‘installatie’ of ‘enscenering’. Ultieme schoonheid en evenwicht zijn het ideaal. De Merz-werken in de nieuwe expo-ruimte van Deweer Art Gallery illustreren die zoektocht, kijk bijvoorbeeld naar de mooie trilogie in hout en doek “Inferno”, “Purgatorio” en “Paradiso”.
Deweer Art Gallery biedt in de kleinere exporuimte ook een overzicht van Britse pop-art, met werk van onder meer Allen Jones, David Hockney en Peter Blake.
– Gerhard Merz in Deweer Art Gallery, Tiegemstraat 6a in Otegem (E17, afrit Deerlijk), tot 10 december. tel. (056) 64.48.93.
LOODZWAAR
De Waregemse galerie Art Box toont traditiegetrouw drie kunstenaars tegelijk. Schilder van dienst is dit keer de in Berlijn wonende Rus Nikolai Makarov (1952). Volgens de tentoonstellingscatalogus is Makarov een neosymbolist, maar dat ontgaat mij volkomen : Makarov lijkt eerder een adept van de Duitse schilder Gerhard Richter, meer bepaald toen die zijn ‘werkelijke’ beelden lichtjes begon te verdoezelen en verhullen. Makarov schildert in sepiatinten mensen en interieurs in een wazige schemer, waarbij de lichtinval essentieel is. Technisch uitstekend werk, maar te monotoon en te eenzijdig om echt te beklijven. Het skulpturale aanbod komt van Till Augustin (1951) : zwaar en solied werk waarbij vooral de gordiaanse knopen in staaldraad opvallen. Andere tema’s bij Till draaien rond ‘aantrekken en afstoten’ en rond de vorm van een weefspoel. Het zijn monumentale skulpturen in staal en hout, nu eens verroest en verweerd, dan weer vlijmscherp geslepen en gepolijst, letterlijk en figuurlijk zwaar op de hand. Ten slotte toont de Belgische juweelontwerpster Annemie De Corte enkele van haar ‘vuurtorens’ in de kelderruimte.
– Makarov, Augustin en De Corte in Art Box, Westerlaan 17 in Waregem, tot 27 november. tel. (056) 60.10.42.
KUNSTKOPPELS
Lif Reymer en Tristan Cassamayor vormen samen een kunstenaarskoppel dat in Klein-Willebroek een oud schoolgebouw opkocht en daarvan nu een bescheiden Art School wil maken. Vanaf 28 november begint een eerste reeks kursussen in tekenen, fotografie en beeldhouwen. Meer informatie over dit initiatief via het nummer (03) 844.73.65.
Tristan Cassamayor is overigens niet de eerste de beste. Deze 39-jarige Haïtiaanse beeldhouwer van Amerikaanse nationaliteit was ooit assistent van de Frans-Amerikaanse kunstenares Louise Bourgeois en won vorig jaar de prestigieuze skulptuurprijs David & Alice Van Buuren. Wie zijn recente werk wil zien, kan momenteel terecht in de Brusselse galerie Pascal Polar : daar stelt Cassamayor zijn antropomorfe, uitgerokken beelden voor die hij modelleert uit hout, ijzer en zelfs Afrikaans graniet (één van de hardste steensoorten ter wereld). Het zijn sprekende totemfiguren met duidelijk Afrikaanse roots, al wil de kunstenaar zelf dat niet gezegd hebben, hij hoort liever de term ‘Afro-Amerikaans’.
Bij Pascal Polar zijn ook schilderijen te zien van de Senegalees William Sagna. Hij maakt mysterieus-donkere werken op zeildoek en papier, geïnspireerd door Afrikaanse mytes en legendes. Tegelijk is het werk doordrongen van een westers aandoende abstraktie à la Paul Klee, wellicht de reden waarom hij vooral bekend is bij Zwitserse kunstliefhebbers.
– Tristan Cassamayor en William Sagna in galerie Pascal Polar, Charleroisesteenweg 185 in Brussel, tot 25 november. tel. (02) 537.81.36.
SIGNALEMENTEN
– Nog tot en met zondag toont de Limburgse kunstenaar Hugo Duchateau zijn recente schilderijen in het museum Het Toreke aan de Grote Markt in Tienen (elke dag van 9 tot 17 uur). Duchateau hanteert een uiterst eenvoudige techniek : hij brengt een grote verfmassa in enkele kleuren op het doek aan, wrijft die massa rudimentair uit en laat de druipende verf vervolgens haar eigen werk doen. ‘Zelfmakende’ schilderijen dus, waarbij Duchateau op cynisch-kritische manier het alombekende cliché van ‘Dat kan ik ook ! ‘ bespeelt.
– Albert Poels (1903-1984) was een bekend Vlaams beeldhouwer wiens monumentale verwezenlijkingen nog menig plein en plantsoen in onze contreien sieren. Poels maakte ook naam als ‘animalier’, begon ooit als kubist, maar zou evolueren naar een sierlijk realisme. In de Antwerpse KB-toren aan de Eiermarkt (de bekende Boerentoren) loopt onder de titel “Van eigenzinnig kubisme tot geronnen sierlijkheid” een retrospektieve van Albert Poels. Te zien tot 15 december, elke werkdag van 9 tot 16 uur (donderdag tot 18 uur).
MARC RUYTERS
“Costruire (ed io anche son architetto, 1988)” van Gerhard Merz : schoonheid en evenwicht.
Werk van Tristan Cassamayor : Afro-Amerikaanse totembeelden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier