Ettore Sottsass

Architect

Nog steeds kom ik elke dag op kantoor. ’s Morgens en ’s middags wil ik weten hoe het staat met het werk op de drie afdelingen van Sottsass Associati : architectuur, design en grafiek.

Ik interesseerde me al heel jong voor grafiek en fotografie. Een project is niet af als het huis af is. Daarna komen de foto’s en dan het drukwerk. Niemand reist naar België, Californië of Singapore om een huis te bekijken. Dus moet ik zo precies en zo goed mogelijk de juiste informatie geven.

Vandaag beperk ik me tot architectuur, ook al zijn mijn objecten architectuur in het klein.

Ik vertel verhalen via kleuren, zoals anderen verhalen vertellen met woorden. Elke kleur heeft een verhaal, een betekenis. Voor een Russische revolutionair is rood de kleur van de vlag, de toekomst van de revolutie. Voor een chirurg is rood te veel bloed. En als ik een meisje een rode roos geef, dan betekent dat voor haar liefde. Er zijn Franse kleuren, Mexicaanse kleuren… Duitsers bijvoorbeeld houden van de combinatie van bruin en oranje, voor mij als Italiaan is dat afschuwelijk.

Ik denk niet dat het leven zeer ernstig is. Je kunt het leven en menselijke relaties met luchtigheid, humor en welwillendheid benaderen. We zijn broos en humor maakt deel uit van die broosheid. Toen ik Memphis lanceerde, was ik me ervan bewust dat veel jonge mensen humor in hun werk staken.

Mijn vader was ookarchitect. Architect zijn is geen kwestie van weten, maar van zijn. Ik wil maar zeggen dat je voorbestemd bent om chirurg, zanger of schrijver te worden. Zulke dingen leer je niet, die ben je. Een huis ontwerpen is een geheel tekenen dat alle zintuigen aanspreekt, vergelijkbaar met feng shui. Ook de Chinezen beschouwen een huis niet louter als een formeel object, maar als een instrument voor het leven.

Mijn grootvader van moederskant was meubelmaker. Hij maakte ook houten heiligenbeeldjes om in Tiroolse kerken te zetten. Mijn grootmoeder had twaalf kinderen. Toen ik klein was, leefde ik te midden van die familie. Ze waren zo arm dat mijn grootmoeder soep maakte van gebrande bloem, water en een beetje zout. Telkens als die soep op tafel kwam, stond mijn grootvader op en vouwde hij de handen voor een dankgebed.

De gewoonte om dank te zeggen voor alles wat je krijgt, zit in mij gebeiteld. Ik vind dat ik geen enkel recht heb op de dingen die op me afkomen.

Ik probeer een biografie te schrijven, maar het is moeilijk. Ik wil het doen omdat iedere oude man een biografie wil schrijven om iets van zijn leven na te laten.

Het allermoeilijkste was : omgaan met vrouwen. Mijn relaties waren heel klaar en duidelijk. Geen opwinding, geen kwelling, geen ontaarding. De seksuele daad werd het leven.

Heimwee is heel vermoeiend. Ik besef nu dat het een van de ergste dingen is waarmee je met het ouder worden te maken krijgt. Ik heb heimwee naar mijn verdwenen vrienden en vriendinnen. Mijn ouders zijn er niet meer, mijn ooms en tantes ook niet. En de bronnen van mijn cultuur, zoals Le Corbusier, zijn er ook niet meer.

Zwakker worden maakt me nerveus. Je moet leren begrijpen hoe je met je leeftijd moet omgaan.

Tekst en foto Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content