Er groeit een cultureel racisme

Jacques Garcia in een rijkelijk gedecoreerd vertrek van zijn kasteel Champs de Bataille in NormandiĆ« : "Hedendaagse kunst adoreert wat lelijk is. Dat heeft iets pervers." © Van Parys Media

Noem de Franse topdecorateur Jacques Garcia gerust de Rem Koolhaas van het klassieke interieur. Hij pleit met vuur voor zijn zaak, en gaat daarbij de controverse niet uit de weg. Een gesprek dat tot nadenken stemt.

Met Jacques Garcia beland je in een stijlvolle wereld van opulente decors, ontworpen voor een exquise clientĆØle. Hij is actief van het Nabije Oosten tot de States en heeft heel wat beroemde adressen op zijn naam staan, zoals Hotel Mamounia in Marrakech, Hotel MĆ©tropole in Monte-Carlo, Hotel Des Indes in Den Haag, Hotel Costes in Parijs, en het restaurant van Hotel Fouquet in Parijs. Momenteel is hij enkele zalen aan het herinrichten in het Louvre en het kasteel van Versailles. Het project waarmee hij de meeste bekendheid verwierf, is ongetwijfeld het zeventiende-eeuwse kasteel Champs de Bataille in NormandiĆ«, dat hij voor zichzelf heeft ingericht en waarvan delen van het interieur en de prachtige tuin voor het publiek toegankelijk zijn.

Garcia houdt van de klassieke interieurs waarmee Frankrijk eeuwenlang furore maakte. Ze overleefden alle designtrends en zijn ook nu nog populair. Dat er verschillende stijlen naast elkaar bestaan, is niet nieuw. In de jaren dertig zag je bijvoorbeeld zowel Anglo-Normandische huizen als gebouwen in Bauhausstijl, art deco of neoclassicisme. Ondertussen wordt die diversiteit kunsthistorisch gewaardeerd en worden erg uiteenlopende gebouwen beschermd. Van het nabije verleden aanvaardt men die interessante veelheid aan stijlen. Nu echter wordt wat niet echt modern en avant-garde is, amper au sƩrieux genomen en als kitsch beschouwd.

In de muziek componeren hedendaagse componisten soms vrij klassieke, romantische stukken. In de mode heb je klassieke en avant-gardestijlen. Net zo in de literatuur. Maar niet in design of architectuur. Waarom ?

Jacques Garcia : Mijn antwoord is simpel : ik stel vast dat er een cultureel racisme groeit. Dat vind ik onaanvaardbaar. Er zou alleen plaats zijn voor design in zijn huidige betekenis : de persoonlijke expressie van iemand. Dat is onmogelijk. Dat mag bestaan, maar niet alleen. Daarnaast mag er ook design zijn dat zich interesseert voor het verleden, en dat herwerkt. Je hebt mensen nodig die het verleden herstellen en er zich op inspireren. Anders verliezen we ons cultureel geheugen. Dat is heel belangrijk. Bij de herinrichting van de zalen van het Louvre denk ik daaraan, en niet aan mijn eigen ego.

Mag je nu bijvoorbeeld nog een echte folly bouwen in Egyptische, Chinese of Arabische stijl ?

Waarom niet ? Laten we niet vergeten dat we het verleden altijd al hebben heruitgevonden. Maar hedendaagse ontwerpers en critici laten ons verstaan dat dit niet meer mag of kan. Ze doen ook alsof ze losstaan van alle tradities en uit het niets hun inspiratie halen, dat is absurd. Men heeft altijd naar het verleden gekeken, niet alleen wij, ook in andere, oosterse culturen. Maar dat komt terug hoor, ik ben optimistisch.

In een land als Frankrijk, waar men het heeft over de nationale identiteit – wat een idioot begrip eigenlijk -, bouwen ze van noord tot zuid dezelfde triestige huisjes met crĆ©pi. Terwijl we een regionale identiteit hebben op architecturaal gebied die extreem sterk was en is, en door iedereen bewonderd wordt. Elke streek heeft zijn eigen architectuur. We zouden daarop kunnen voortbouwen, maar doen dat niet.

Waarom niet ?

Veel heeft te maken met de opleiding. Op de kunst- en architectuurscholen wordt het classicisme bijvoorbeeld niet meer gedoceerd. Ze beginnen met Egypte en Griekenland en stappen dan bijna onmiddellijk over op Le Corbusier. Alsof er niets voor was. Ik heb dat destijds zelf meegemaakt. Over de zeventiende, achtiende en negentiende eeuw leer je niets. Terwijl de meeste gebouwen waarmee we werken uit die tijd stammen. Op die manier wordt de band met het verleden artificieel doorgeknipt.

Wat betekent authenticiteit voor u ?

Ik verkies een vals decor dat er echt uitziet boven een echt decor dat er vals uitziet. Er bestaan gebouwen die met zo’n ziel werden opgetrokken dat je zou denken dat ze oud zijn. Anderzijds werden veel oude monumenten zo slecht hersteld dat de magie van het verleden verloren ging. Neem bijvoorbeeld het paleis van Pavlovsk, nabij Sint-Petersburg, dat volledig werd verwoest tijdens de oorlog. Je komt er binnen, alles is er nieuw en toch heb je meteen de indruk dat de tsaar en de tsarina er nog in rondlopen. Hoe komt dat ? Dat ligt aan de mensen die zoiets maken. Je hebt er die daar een gevoel voor hebben en anderen niet. Dat maakt nu eenmaal deel uit van het onrecht van het leven. Als zij die geen gevoel hebben een gebouw restaureren of inrichten, is het dood.

Gevoel voor schoonheid, sommigen hoeven daarvoor niet eens te hebben gestudeerd, ze hebben dat gewoon. Het is een gevoelig onderwerp geworden. Het is vulgair om iets moois te maken. Onze natuurlijke schoonheidsbeleving wordt tegengewerkt. Alsof mooie meisjes dan ook vulgair zijn. Van mensen denkt men dat natuurlijk niet, een mooie man is een mooie man, zo simpel. Maar waarom geldt dat voor de mensen en niet voor de dingen die ons omringen. Toch is dat altijd zo geweest. In de hedendaagse kunst adoreert men wat lelijk is, maar dat heeft iets pervers. Misschien leven we in een te grote luxe.

Verkiest u perfectie of mysterie ?

Perfectie kan vervelend zijn, mysterie is van fundamenteel belang. Zonder is er geen ziel. Wat onperfect is, kan ook mooi zijn, de mooiste mens is onvolmaakt. Dat geldt ook voor objecten, interieurs en gebouwen. Ruimtes moeten zeker mysterieus zijn. Daarbij hecht ik veel belang aan licht. Toen in de jaren tachtig alles grijs, beige of wit werd geschilderd, greep ik naar gedempt licht en donkere kleuren. Daardoor kwamen de mensen direct in een andere wereld terecht.

Er is een gevoel in het leven dat je nooit mag vergeten en dat je ook levendig moet houden : denk er steeds aan dat achter een deur de man of vrouw van je leven kan staan. Zoals de Franse cineast Sacha Guitry zei : het beste moment voor de liefde is als je de trap opgaat naar boven, het moment van de spanning en de verwachting. Daarmee is alles gezegd : dat is mysterieus en erotisch. Achter de deur zit dus het onbereikbare. Dat geeft een spanning aan een interieur en kan zelfs worden opgewekt in een studio van tien vierkante meter, het hoeft geen paleis te zijn.

Verkiest u artisanale of machinale bouw- en decoratietechnieken ?

Ik ben hevig pleitbezorger voor artisanale technieken. Ik heb er heel wat opnieuw tot leven gewekt die bijna waren afgeschreven. Sinds vijftien jaar is er veel verloren gegaan. Neem nu staff, Parijs had ooit 130 staffateliers, nu nog 10. Ooit waren er hier 200 vergulders, nu nog 5. Toen we de Mamounia in Marrakech renoveerden, stelde ik voor om alles artisanaal af te werken. We hebben daar drie jaar met 600 man gewerkt, jong en oud door elkaar, van 16 tot 70 jaar. Het resultaat was fenomenaal. In Frankrijk hadden we eeuwenlang de beste ambachtslui van de wereld. Ik doe er alles aan om zo weinig mogelijk verloren te laten gaan. Daarom heb ik ook de projecten in het Louvre en Versailles geaccepteerd.

Hoe belangrijk is harmonie voor architectuur ?

Heel belangrijk, want dat is ook de reden waarom Parijs beter is bewaard dan Londen. De Franse geest heeft een zin voor harmonie. De bouwstijlen worden minder gemengd dan in Londen of Brussel, waar er onmogelijke hoekjes zijn. In Parijs werden ook een aantal belangrijke projecten verhinderd, zoals de toren die op de plaats van het MusĆ©e d’Orsay gepland was. Giscard d’Estaing heeft op het laatste moment beslist dat het oude stationsgebouw bewaard bleef. Gelukkig. Hij was bang dat er een misbaksel Ć  la Tour Montparnasse zou komen. We hebben het geluk gehad dat die zo lelijk is, waardoor iedereen meteen zei : dat nooit meer. Daardoor zijn er in Parijs geen torens bijgekomen. Nu wel rond de stad, maar niet erin.

Bent u tegen reconstructies van oude gebouwen ?

Helemaal niet, altijd al werden gebouwen of decors gereconstrueerd. Daar tegen zijn is absurd. Ik geef je een voorbeeld. Neem een volledige straat in ƩƩn stijl, met een vervallen pand dat lelijk is en er later aan werd toegevoegd. En je moet dat gebouw vervangen. Het ligt voor de hand dat je de harmonie, de eenheid herstelt en wat er verloren ging reconstrueert. Daar pleiten voor een hedendaagse invulling is een stommiteit. Ontbreekt de helft van de straat, dan kun je er iets anders bouwen. Met een mooi geheel speel je niet, dat herstel je. Mag ik het zo vergelijken : ik vind fotokopieƫn van de Mona Lisa met een bril en sigaar heel leuk, maar in het Louvre wil ik haar zonder bril zien.

Maar architectuurcritici zijn tegen reconstructies. Van een gebouw van Le Corbusier vinden ze normaal dat je het zelfs heropbouwt, maar niet van een oud pand. Dat is ook weer een vorm van cultureel racisme. Je moet niet bang zijn om dat te zeggen. Ik ben tegen dat soort keuzes. Alsof wie voor hedendaagse kunst is, tegen oude kunst moet zijn. Ik ben in alles geĆÆnteresseerd. Mag ik nog een vergelijking maken ? Je kunt je toch geen grote chef indenken van een driesterrenrestaurant die alleen voor de moleculaire keuken is. Hij moet net zo goed een poule au pot als een boeuf miroton kunnen klaarmaken, niet ?

Door Piet Swimberghe

“Je hebt mensen nodig die het verleden herstellen en er zich op inspireren. Anders verliezen we ons cultureel geheugen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content