En heb je meubelen

Half april was het weer druk in Milaan. De Salone Internazionale del Mobile lokte ongeveer een driehonderdduizend bezoekers, van wie meer dan vierduizend journalisten. Deze Milanese hoogmis van het design is immers het jaarlijks rendez-vous van de meubelsector. Alle merken die meetellen zijn er en stellen daar hun nieuwigheden voor.

De taxichauffeur die onze reporters Leen Creve en Jesse Brouns naar hun hotel brengt, zucht diep als het verkeer weer vastloopt. Volgens hem is het in de stad al lang veel drukker tijdens de designweek dan tijdens de modeweken die twee keer per jaar Milaan domineren.

De aandacht voor design en voor interieurs is de afgelopen jaren sterk gestegen. Designers zijn, net als modeontwerpers, sterren geworden en de fabrikanten hebben de marketing ontdekt. Nieuwe collecties volgen elkaar ook sneller op dan vroeger, alweer een vergelijkingspunt met de modewereld. En dan zijn er natuurlijk nog de modemerken als Armani, Versace, Missoni en nu voor het eerst Diesel, die uitpakken met design.

Die aandacht voor design heeft volgens trendwatcher Herman Konings te maken met nieuwe statussymbolen. Van kleding en auto’s naar een keuken en een tuin. “Het is moeilijker geworden om iemands status af te lezen aan de kleren. Je hebt outlet stores en je kunt modieuze avondkledij of handtassen huren. In de meubelsector is dat minder evident.”

De designmania past ook in de trend die omschreven wordt als ‘de nieuwe intimiteit’ – waarbij mensen zich richten naar familie en vrienden en die graag thuis ontvangen. “De veel geplaagde generatie, mensen tussen 25 en 40, heeft weinig tijd en weinig centen. Ze gaan minder uit en omdat een etentje thuis minder duur is dan in het restaurant, nodigen ze vrienden uit. Wat betekent dat hun woonomgeving prioritair wordt”, aldus Konings. Ook de grote groep medioren (tussen 55 en 65) kiezen voor hun huis. “Ontwerpersmode is op je vijftigste niet vanzelfsprekend. Bovendien zie je vaak dat medioren die met pensioen gaan, hun nieuwe levensfase inzetten met een nieuw interieur. En behalve veel reizen, houden de medioren eraan tijd door te brengen thuis, met hun vrienden.”

Op de Salone Internazionale del Mobile trotseerden onze reporters alle drukte en brachten een compleet verslag mee. Uit het grote aanbod selecteerden ze een eigenzinnige top 10 (“Wildgroei”, pagina 39) en stelden ze een klein trendhandboek voor 2008 samen. Maar Jesse Brouns zag in de eerste plaats toch een beweging die hem niet zinde : design als statussymbool, onbetaalbaar en vaak in beperkte oplage. “Wie tot kort geleden de term design in de mond nam,” schrijft hij, “die had het over industrieel vervaardigde producten voor een zo groot mogelijk publiek. Design, dat was streven naar een betere wereld.”

Trui Moerkerke – trui.moerkerke@knack.be