Raheeb en Trees ontmoetten elkaar in 1970 in Washington en werden verliefd. Vandaag wonen ze in Schaarbeek, Karim is hun oudste kind: “Palestijnen zijn warmer.”

Nog altijd getrouwd”, lacht Karim. “Dat romantische verhaal hoorden mijn twee zussen en ik graag vertellen. Mijn moeder was op weg naar België, het leek niets te worden. Maar een bijzonder cadeau, dat ze pas mocht openen in het vliegtuig, deed haar besluiten rechtsomkeert te maken. Ze maakte van de tussenlanding in New York gebruik om nog dezelfde dag terug te vliegen naar mijn vader.”

Karim Higazi is 23 jaar oud. Hij draagt een van de 99 namen van Allah, Karim betekent de vrijgevige. “Ik heb zeven tantes, vier ooms en wel honderd neven en nichten in Tamra in Palestina. En ik heb de familie van mijn moeder in West-Vlaanderen. Het verschil is enorm. Ze zien er anders uit, spreken een andere taal, hebben een andere godsdienst en koesteren andere verwachtingen van het leven. Belgen zijn afstandelijker. Ik zeg niet dat ze niet hartelijk zijn, maar het verschil met het land van mijn vader is groot. Palestijnen zijn warmer, ze tonen hun gevoelens zonder nadenken. Ze glimlachen meer, nemen elkaar vaker vast, er is een groter gevoel van intimiteit.

Ik volg tot in de kleinste details wat in het Midden-Oosten gebeurt. Niet alleen omdat mijn familie daar woont. Hier veroordelen velen de Palestijnen die hun kinderen zomaar in de vuurlinie met stenen laten gooien. Maar zo eenvoudig ligt het niet. De situatie is ongelooflijk frustrerend. Het leven in de vluchtelingenkampen is mensonwaardig. Na jarenlange bezetting en onderdrukking denken velen dat het beter is rechtop te sterven dan te leven op hun knieën. Ik voel mee met die mensen. Ik zou ook met stenen gooien, al was het maar om mijn waardigheid terug te winnen.

De buurt waarin ik ben opgegroeid, heeft mijn visie op de wereld grondig beïnvloed. Aanvankelijk een verloederde migrantenwijk in Schaarbeek, zijn we nu een initiatiefwijk. Het Brussels Gewest geeft alles een flinke beurt, dat is mooi meegenomen. Voor zover ik me herinner, was mijn moeder hier altijd de enige Belgische. Ik speelde op straat met migrantenkinderen, ik was zelf een migrantenkind. Wat een contrast met de Vlaamse katholieke school, waar ik als een vreemdeling beschouwd werd, als het buitenbeentje. Ik vond het helemaal niet prettig om anders te zijn dan de anderen. Ik heb er een dikke huid van gekregen.

Wat ik heb meegekregen door mijn gemengde afkomst, en wat ik vroeger als een belemmering ervoer, biedt vandaag juist een waaier van mogelijkheden. Thuis werd ik niet in een bepaalde richting geduwd. Ik heb mijn ideeën en mijn visie op de wereld door eigen ervaringen kunnen vormen. Ik werd als kind met complexe dingen geconfronteerd. We reisden veel, en van Tielt naar Tamra is een indrukwekkende oversteek. Ik heb ook uitgebreid kunnen experimenteren met alles wat de alternatieve jeugdcultuur in Brussel te bieden had. We spoten graffiti, we maakten muziek.

Ik ben zelf gaan zoeken welke religie me het meest aansprak. Mijn moeder komt uit een katholiek milieu, mijn vader is een moslim. Ik las de bijbel en de koran. Dit laatste boek is authentieker en spreekt me meer aan. In de bijbel vond ik veel tegenstrijdigheden. Veel zaken die ik op school leerde over God en de Kerk leken me onlogisch. Ik ben als moslim uit die tweestrijd gekomen.

Mijn kandidaturen vertaler-tolk deed ik in Antwerpen, ik zat er drie jaar op kot. In Brussel had ik voornamelijk migrantenvrienden, in Antwerpen maakte ik Vlaamse vrienden. Ik had net zoveel vooroordelen tegenover Belgen als zij tegenover mij. Antwerpen opende nieuwe deuren voor mij. Daar begreep ik ook beter de wederzijdse achterdocht en de fundamentele denkfouten daarin. Ik kan me behoorlijk opwinden over racisme. Ik heb er vaak genoeg mee te maken gehad. Het stoort me mateloos dat veel mensen willen dat migranten zich assimileren. Ze moeten zich aanpassen, ze moeten denken en handelen als Belgen, ze moeten hun godsdienst overboord gooien, hun tradities en hun taal vergeten. Kortom, ze moeten hun afkomst verloochenen. Maar cultuur is rijkdom, dat gooi je niet zomaar weg.

Mijn ouders spreken Engels met elkaar. Met mijn moeder spreek ik Nederlands en ik studeer ook in die taal. Van mijn vader heb ik Arabisch geleerd en van mijn vrienden Frans. Ik ben dus viertalig, dat is toch belangrijk. Maar ik word wel altijd en overal als vreemdeling beschouwd. Mijn uiterlijk laat nog twijfel toe, maar mijn naam niet. Ik ben al geweigerd voor jobs door die Arabische naam. Onwettig? Ach, iedereen weet toch dat het gebeurt.

Ik beschouw mezelf gemakshalve als een wereldburger. Want ik ben geen volledige Palestijn en ook geen volledige Belg. Ik heb geen vaderland. Maar als ik zou moeten kiezen, dan beschouw ik mezelf liever als Palestijn. Ik voel me beter in de Arabische cultuur. Na mijn studie wil ik een tijdje in Egypte gaan wonen om mijn taal te perfectioneren. Waar ik daarna terechtkom, weet ik niet. Alles ligt nog open.”

Marianne Meire / Foto Lieve Colruyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content