Een ruime middenklasser

Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

De Mazda 3, die de 323 vervangt, sluit visueel helemaal aan bij de nieuwe lijn van het merk waarvan we eerder de 6 en de 2 zagen debuteren. Hoorde de 323 duidelijk in het C-segment thuis, waar de Opel Astra en de VW Golf de toon zetten, dan zit de nieuweling al bijna buiten die klasse. De vijfdeurs hatchback die een rechtstreekse concurrent wil zijn voor de Golf groeide met liefst 17 cm en is daarmee al zo’n 22 cm langer dan de populaire Volkswagen.

De vierdeurs sedan waarmee we op stap gaan, meet al 4,49 meter. Die groei maakt een ruimere wielbasis (2,64 m) mogelijk en dat is altijd goed nieuws voor het interieur, al valt die wielbasis maar 6 cm royaler uit dan bij de Golf. Toch is er achterin behoorlijk veel ruimte. Het onderstel is dat van de toekomstige Ford Focus en die aanpak past helemaal in de efficiënte kostenbeheersing die Ford zijn dochters wil opleggen. Mazda, nochtans maar een halve dochter, schikt zich naar de regels.

De Mazda 3 is voorlopig beschikbaar met drie benzinemotoren en een 1.6 turbodiesel. Zelf kiezen we voor de 1.6 benzine, een nieuwe aluminium krachtbron met zestien kleppen en twee bovenliggende nokkenassen. Die motor zit aan een wat korte vijfbak gekoppeld die hem nog wat extra pit wil geven. In de praktijk ontbreekt het de Mazda 3 immers laag in de toeren aan wat soepelheid en omdat de stroomlijn van de elegante vierdeurs beter had gekund, is het eindresultaat een levendig geheel dat evenwel in zijn categorie niet als een sprinter uitblinkt en enig schakelwerk vereist om wat pit aan te spreken. Die pit gaat gepaard met hoge toerentallen, extra lawaai en een flink benzineverbruik. Qua wegligging is de nieuweling van een geruststellende vergevingsgezindheid.

Binnenin overheerst een merkwaardige tweeslachtigheid : de middenconsole getuigt van soberheid en overzichtelijkheid, een beetje op zijn Duits. Maar de drie boven het stuur gemonteerde wijzerplaten lijken dan weer recht uit het Alfa-gamma geplukt en moeten allicht wat sportiviteit suggereren. De afwerking staat op een hoog niveau en de stoelen zorgen voor meer dan de gemiddelde steun, terwijl de rijdersstoel zelfs in de hoogte verstelbaar is – een zeldzaamheid in dit segment.

De TSi-versie waarmee we enkele dagen zoet zijn, krijgt een mooi basispakket mee : ABS en de frontale, zijdelingse en gordijnairbags komen bij alle versies standaard voor, in ons geval aangevuld met een met leder bekleed stuurwiel waarop de stuurwielbediening van het audiosysteem zit, elektrisch bediende ramen rondom, een manuele airco, een lendensteun voor de rijder, een centrale armsteun achterin en zelfs twee leesspots. Een veelzijdig geheel dat wat persoonlijkheid mist en 17.499 euro kost.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content