Een neus voor zaken

Als biofysicus en schrijver van een succesvolle parfumgids daagt hij de wetenschap uit met een nieuwe theorie die het mysterie van de reukzin ontrafelt. Luca Turin heeft iets van Jean-Baptiste Grenouille, het hoofdpersonage uit Patrick Süskinds ‘Het Parfum’, maar is gelukkig een pak charmanter.

:: ‘ Pionier in het imperium van de geur’,

door Chandler Burr. Uitgegeven bij

De Arbeiderspers. 21,95 euro.

Zijn passie voor oude parfums en het vermogen om alle componenten in een geur te identificeren, resulteerden in een onconventionele parfumgids, Parfums : Le Guide. Het werd een bestseller in Frankrijk, die de deuren van de anders zo gesloten parfumeursgemeenschap voor hem opende. Daar ontdekte hij tot zijn verbazing dat men miljoenen spendeert aan een grove trial and error-werkwijze om nieuwe moleculen te vinden. Luca Turin combineerde zijn uitmuntende reukzin en kennis van parfum, biologie, chemie en fysica in een nieuwe theorie over de menselijke reukzin, waarmee hij geuren kan voorspellen aan de hand van moleculaire trillin- gen. De Britse wetenschapsjournalist Chandler Burr beschrijft in het boek Pionier in het imperium van de geur Turins kruistocht om gehoor te vinden voor zijn theorie, die de wetenschappelijke wereld en geurindustrie op zijn kop zet. Maar het onvermogen van de wetenschappers om de multidisciplinaire theorie naar waarde te schatten en de oogkleppen van een zelfbeschermende industrie maken het hem niet gemakkelijk. Al enkele jaren werkt hij voor een onafhankelijk bedrijfje met privé-investeerders, waarbij zijn methoden gebruikt worden om nieuwe geurmoleculen te berekenen.

Kunt u uitleggen wat uw theorie betekent voor de geurindustrie ?

Luca Turin : We kunnen nieuwe geuren zeer efficiënt ontwerpen. In de traditionele manier van werken maak je eerst duizenden moleculen voor je iets interessants vindt. Wij kunnen dat met twintig. Zo besparen we niet alleen veel geld, maar ook tijd. Wanneer de Europese Unie sommige moleculen bant of beperkt omdat ze allergieën opwekken, dan heb je geen tien jaar de tijd om te zoeken naar alternatieven.

U werd vroeger al benaderd door grote parfumbedrijven. Als ze u toen hadden aangenomen zou u hen een fortuin hebben bespaard.

Tja, de geurindustrie is niet erg onderzoeksgedreven. Ze brouwen al eeuwen hun dingen op dezelfde manier en zijn niet erg gehaast. Er is een natuurlijke inertie in die wereld. Geuren voorspellen is zo lang onmogelijk geweest, dat men na een tijd niet meer geloofde dat het kon. Als er dan plots iemand beweert dat hij het raadsel heeft opgelost, dan vinden ze dat onzin. Bovendien is de beslissing om met ons samen te werken niet wetenschappelijk, maar puur zakelijk. In onderzoeksgedreven industrieën, zoals de farmacie, zijn de managers ingenieurs. Maar in de geurindustrie heb je een chefparfumeur die geen managementbeslissingen kan nemen en een manager die niets van chemie begrijpt. Tegenwoordig is dat aan het veranderen : de mensen die we vandaag spreken kennen chemie en kunnen dus afwegen hoe interessant een idee is.

Hebt u een haat-liefderelatie met de par-fumindustrie ?

Het is een zeer vreemde industrie, zeker qua kostenpatroon. De grondstoffen van parfums zijn de goedkoopste chemica- liën in de wereld, in vergelijking met medicijnen bijvoorbeeld. Het is een zeer competitieve industrie in termen van prijs, terwijl men tegelijkertijd dat imago van luxe verkoopt. Er zijn veel lagen van rook, spiegels en marketing. Het is niet zoals bij een computer, dat is een eerlijk product dat doet wat het zegt en zegt wat het doet. Parfum doet niet echt iets, het is gewoon een droom. Er zit een hoop gebakken lucht tussen de chemie en de droom, om de prijs te rechtvaardigen.

Hebben parfumeurs minder vrijheid als ze werken voor grote internationale huizen dan voor de kleine (niche)merken ?

Een bedrijf dat veel winst wil maken, verkoopt wat mensen bevalt in tests. En dat lijkt meestal vrij sterk op iets wat ze al kennen. Het is zeer moeilijk om een testpubliek verliefd te laten worden op iets volledig nieuws. Met als resultaat dat de parfumindustrie slechts met zeer kleine pasjes evolueert. Het is vrij uitzonderlijk dat er een geur uitkomt die vernieuwend is. In die zin zijn parfumeurs beperkt. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde : een frisse bloemengeur voor een dynamische vrouw die tegelijkertijd astronaut is en moeder van zes kinderen. Zo’n briefing is absolute onzin, dus probeer je gewoon een goed parfum te maken dat de marketing en het testpanel hopelijk zal bevallen. Wat er overblijft na die hele procedure is meestal niet meer interessant, het leven is eruit geknepen. Maar het valt me op hoe saai de parfums van die kleinere firma’s zijn. Ze doen veel schattige dingetjes met mooie namen, maar het is zoals met moderne kunst, het is een concept.

Ze zweren bij natuurlijke ingrediënten.

Natuurlijke ingrediënten garanderen niets. Grote parfumerie startte wanneer de chemie begon. Alle grote parfums zijn het resultaat van 50-50 of 75-25 procent chemie versus natuur. Ik geef er geen moer om dat iets natuurlijk is. Alle moleculen zijn natuurlijk, zelfs de synthetische. De kleine parfumeurs zullen wel wat meer natuurlijke dingen gebruiken, maar uiteindelijk doet dat er niet toe : zolang het eindresultaat maar fantastisch ruikt.

Hoe weet je of een parfum goed is of niet ?

Hoe weet je of je een goede film ziet ?

Is het subjectief, een kwestie van smaak ?

Ja en nee. Ooit raakte ik in gesprek met een dame die al dertig jaar op de parfumerieafdeling van de Galeries Lafayette in Parijs werkte. We deden samen de toer en vertelden wat we goed vonden en wat slecht. Op meer dan tweehonderd parfums waren we het slechts over twee niet eens. Iedereen weet wat een goed parfum is.

Wordt een goed parfum een klassieker ?

Ja. Wanneer je het twintig jaar later ruikt, is het nog steeds goed. De meeste creaties zijn gewoon om zo snel mogelijk te vergeten. Maar dat is niet typisch voor nu, in de jaren vijftig zijn er honderden parfums gemaakt die absolute rommel waren en vandaag godzijdank niet meer bestaan. Creatie is altijd hit & miss !

U beweert dat verscheidene grote klassiekers gerestyled werden door boekhouders, dat dure ingrediënten vervangen werden door goedkopere alternatieven. Hoe kunnen mensen dat beoordelen wanneer ze niet veel van parfums kennen ?

Heel gemakkelijk : als je een geur die je goed kent van vroeger, na lange tijd opnieuw ruikt en hij anders lijkt dan je je herinnert. Alle grote klassiekers zijn aangepast, op enkele uitzonderingen na. Ik heb ooit een anekdote gehoord over Chanel N°19, waarvan op een bepaald moment een ingrediënt niet meer in de vereiste hoeveelheid en kwaliteit beschikbaar was. Iemand stelde toen voor om de formule lichtjes te wijzigen, wat botste op een veto. Chanel heeft N°19 tijdelijk teruggetrokken, tot de juiste kwaliteit er weer was. Dat is uitzonderlijk, hoeveel bedrijven doen dat ? Dat heeft veel te maken met het feit dat het privé-eigendom is. Uiteindelijk moet er iemand zijn met de integriteit om dat te beslissen.

Worden mensen beroofd van hun herinneringen door die restyling ?

Absoluut. Het is zoals de sleutels verliezen van je auto, zodat je de deur niet meer kunt openen. Het is crimineel, in termen van herinneringen. Ik heb er geen probleem mee als ze een eau légère of een afgeleide versie uitbrengen. Maar ik verafschuw het als ik dezelfde naam en fles zie en vaststel dat de inhoud niet klopt ! Vooral als het origineel nergens meer te krijgen is.

Tegenwoordig lanceren veel merken bijna elk jaar een nieuw parfum. Is dat een slechte evolutie of juist niet ?

Hoe meer je uitbrengt, hoe groter de kans dat er iets interessants tussen zit. Ik vind het niet erg dat een merk veel parfums lanceert, zolang het de goede maar behoudt. Maar soms komen er fantastische geuren uit als gelimiteerde editie, die dan ook verdwijnen na een tijdje. Het is verbijsterend dat meesterwerken zoals Chiffon Sorbet van Escada en Guet-Apens van Guerlain niet meer bestaan.

Is een parfum geëvolueerd van een kunstwerk naar een wegwerpproduct ?

Een parfum is nog altijd een kunstwerk, het zijn creaties die onafhankelijk zijn van de personen die ze dragen. Vroeger heerste het idee dat je trouwde met een parfum, daar ben ik nooit een grote fan van geweest. Het is net zoals met kleren : de ene dag draag je dit en de andere dag iets anders.

Is er een verschil tussen oude en nieuwe parfums ?

Elke periode in de parfumerie is gedomineerd door een of meer klassen van moleculen, zodat je sommige ingrediënten kunt dateren. Bovendien werkte men vroeger veel meer met vooraf samengestelde basissen. Het is een vorm van prefab, waar wat natuurlijke en synthetische elementen werden aan toegevoegd. Nu gebruiken parfumeurs meer puur natuurlijke ingrediënten en zijn de formules eenvoudiger, minder rijk en complex dan vroeger. Maar dat is geen slechte zaak : het is zoals wanneer je luistert naar een stuk van Brahms, dat nu door een klein orkest wordt uitgevoerd : je hoort hetzelfde, maar de textuur voelt anders. Parfums van de jaren vijftig voelen zwaar aan, het is een periode die uit de mode is gegaan.

De jaren negentig werd volgens u gekenmerkt door een anorectische golf, van vrouwenparfums die geïnspireerd zijn door eetstoornissen. Wat bedoelt u daarmee ?

Dat zijn geuren die worden bepaald door wat je er niet in stopt. Vandaag is het een trend om uit vele parfums de dierlijke noten te halen, zodat er iets overblijft wat gewoon te helder is. Het mist diepte, duisternis. Bij l’Eau d’Issey van Issey Miyake bijvoorbeeld is er geen enkele food reference, niets dierlijks.

Is dat essentieel voor u ? De favorieten uit uw parfumgids zijn bijna allemaal van het gourmandische type.

Ja, ik vind dat de reukzin om eten draait. Niet helemaal, maar toch. Als je Coty’s Chypre vergelijkt met Guerlain’s Mitsouko. Jacques Guerlain was een chef zonder eten : zijn composities zijn altijd op het randje van het culinaire. Coty was een van de beste parfumeurs ooit, hij vond met Chypre het ‘abstracte parfum’ uit. Guerlain speelde graag met Coty’s ideeën en voegde er altijd iets culinairs aan toe : kruiden, specerijen, vanille,… De beroemde parfumeur Guy Robert vertelde me ooit dat Chypre zo’n succes was omdat het samengaat met wijn en eten. Daar zit iets in : er zijn tegenwoordig veel parfums die absoluut niet samengaan met eten.

Zoals parfums die naar propere was en water ruiken ?

Calone-geuren of parfums met een waternoot zoals Escape van Calvin Klein, New West van Aramis en L’eau d’Issey van Miyake zijn een goed idee. Het is niet mijn ding, maar het zijn meesterwerken in hun genre. Ik denk dat het mogelijk is om meesterwerken te maken in élke stijl. Zo zijn er ook schitterende waspoedergeuren. Er is veel creativiteit en uitmuntendheid in de goedkope parfumerie. De chefparfumeur van Patou maakte vroeger wasmiddelen, bijvoorbeeld. Het is ongewoon voor een parfumeur om van de functionele naar de fijne parfumerie over te stappen.

Is er zo’n strikte scheiding tussen prestige en functionele parfumerie ?

Absoluut. Maar het budget voor functionele parfumerie is hetzelfde gebleven, die voor de verfijnde is sterk verminderd. Honderd dollar per kilo is tegenwoordig een dure formule, vijf jaar geleden was dat nog redelijk goedkoop. Alles wordt almaar functioneler : dat is de reden waarom die ‘cleane’ parfums steeds meer lijken op wasmiddelachtige geuren, want dat zijn goedkope formules.

Is het mogelijk om nieuwe stijlen uit te vinden wanneer de zes grote firma’s elk slechts een drietal nieuwe moleculen per jaar voortbrengen en elke nieuwigheid onmiddellijk patenteren ?

Ja, maar die nieuwe moleculen zijn niet zo belangrijk als de mensen denken. Ze zijn een verkoopargument en hebben meer te maken met marketing. Artistiek gezien zijn ze niet zo belangrijk. Ook zonder kun je geweldige parfums maken, zoals Tocade van Rochas bijvoorbeeld.

Succesvolle parfumeurs, als Jacques Cavallier, hebben inderdaad een herkenbare stijl, maar hier werkt vooral een zeer Amerikaans principe. Als je voor een groot merk werkt, bestel je een nieuw parfum veiligheidshalve bij Cavallier. Als het een commerciële flop wordt, dan kun je de schuld afschuiven door te zeggen dat je bij Cavallier bent geweest en je zult je baan niet verliezen. Maar als je een onbekende naam hebt gevraagd, dan ben je ontslagen. Succes voedt succes.

Vindt u dat het succes van een parfum alleen maar te maken heeft met de geur op zich ?

Ja, op lange termijn wel. Het succes van een parfum meet je aan de herhalingsaankopen, want die zijn enkel te danken aan de geur. Al de rest – designer, naam, flacon, reclame – bepaalt het kortetermijnsucces.

Hebben feromonen enig nut in parfums ?

Wat mij betreft is het bestaan en het belang van feromonen aangetoond, maar of ze enig nut hebben in parfumerie ? Dat weten we gewoon niet. Er zijn redenen om aan te nemen dat, als je in de fe- romoontheorie gelooft, feromonen worden opgespoord in het vomeronasale orgaan. Dat is niet op dezelfde (rechtstreekse) manier geïntegreerd in de hersenen als de neus dat is. Feromonen gaan naar een ander deel, en bijgevolg krijg je geen geursensatie. Dus als je parfumerie als geurkunst omschrijft, dan maken feromonen er per definitie geen deel van uit. Je kunt ze op een dag misschien op je deur sprayen, zodat er een rij mannen staat aan te schuiven, maar ik wed erop dat ze niet zullen weten waarom ze daar staan. Wat parfums ook mogen zijn, ze draaien niet om seks. Dat geleuter over seksuele aantrekkingskracht is nonsens. Het is eten, daar dienen onze neuzen voor.

Tekst Sofie Albrecht I Foto Elisabeth Scheder-Bieschin

“Een goed parfum is een blijver. Wanneer je het twintig jaar later ruikt, is het nog altijd goed.”

“Het valt me op hoe saai de parfums van kleinere firma’s zijn. Ze doen veel schattige dingetjes met mooie namen, maar het is zoals met moderne kunst, het is een concept.”

“Wat parfums ook mogen zijn, ze draaien niet om seks. Dat geleuter over seksuele aantrekkingskracht is nonsens. Het is eten, daar dienen onze neuzen voor.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content