‘DRESSY, MAAR MESSY’
Gant Rugger, de in ‘preppy chic’ gespecialiseerde lijn van Gant, introduceert dit seizoen een vrouwencollectie. “Omdat we zoveel meisjes zagen in onze mannenkleren.”
Moederhuis Gant is van overal en nergens – eigendom van het Zwitserse gigant Maus Frères (zie ook Lacoste), met hoofdkwartier in Stockholm – maar toch vooral van de Amerikaanse Oostkust. Bernard Gantmacher emigreerde in 1914 naar New York, en vond daar bijna onmiddellijk werk in een textielfabriek. Hij naaide er kragen aan hemden (en ontmoette er zijn vrouw, Rose, gespecialiseerd in knoopsgaten). In 1927 verhuisden de Gantmachers naar New Haven, Connecticut, waar ze een eigen hemdenfabriek begonnen. Het bedrijf had prestigieuze, preppy klanten als Brooks Brothers en J. Press. In 1949 begonnen de zonen Marty en Elliott hun eigen label, Gant of New Haven. Met succes : op een bepaald moment in de jaren zestig was Gant de op een na grootste hemdenmaker ter wereld (onder meer dankzij het buttondown shirt, dat door Gant in de Verenigde Staten werd geïntroduceerd). De familie verkocht het bedrijf in 1967. Na verscheidene omwegen werd Gant in 1999 Zweeds, en nog zeven jaar later werd het overgenomen door Maus Frères, de Zwitserse eigenaars van Lacoste.
Gant Rugger, de meer avontuurlijke lijn van het merk, werd pas in 2010 opgericht (de naam verwijst naar de Rugger, Gants versie sinds 1973 van het rugbyshirt).
Filippa ‘Fifi’ Hallstensson, de artistiek directeur van Rugger, begon zelf als hemdenmaker bij Gant. “Het was mijn eerste baan”, vertelt ze aan de vooravond van de Ruggershow in New York. “Ik was ontwerpassistent en ik wist toen nog niet dat Gant een verleden had als hemdenmerk. Maar intussen ben ik een echte geek, gefascineerd door onze geschiedenis.”
Hallstensson maakte al na enkele maanden de overstap naar het pas opgerichte Rugger (“perfecte timing”, lacht ze), nadat haar voorganger Christopher Bastin werd gepromoveerd tot artistiek directeur van de hoofdlijn.
Gant Rugger is voor Hallstensson “de denktank van Gant, een laboratorium waar we net iets verder kunnen gaan. We zijn het ondeugende broertje, en nu ook het ondeugende zusje. En omdat het een denktank is moeten we ons ook niet zoveel zorgen maken over wat vorig seizoen goed verkocht heeft, en wat niet. En dat is plezierig.” Rugger doet het goed – zeker in New York, waar de lijn intussen een handvol eigen winkels heeft.
Dat doet Hallstensson plezier, omdat Gant Rugger voor haar in wezen een Amerikaans merk is. “De Oostkust, daar komen we vandaan. Ik denk dat het er echt niet toe doet dat ons hoofdkwartier gebaseerd is in Stockholm of dat het moederbedrijf Zwitsers is. Ik geloof dat we als Zweden misschien nog meer respect hebben voor de traditie van Amerikaanse sports-wear dan de Amerikanen zelf. Omdat wij het allemaal misschien wat romantiseren. Nu, als ze me zouden vragen om naar New York te verhuizen zou ik geen minuut twijfelen.”
De ontwerpster laat zich niet alleen beïnvloeden door traditie (“Terwijl andere mensen op zondagavond naar een film kijken op televisie zoek ik op eBay naar vintage hemden van Gant”), maar ook door het New York van 2015. “Sportswear wordt hier naar een ander niveau getild, en dat is inspirerend. Ontwerpers als Public School, maar bijvoorbeeld ook Thom Browne. Het gaat vaak over tweaking. Als je vertrekt van een in wezen perfect kledingstuk, zoals het oxfordhemd, dan moet je spelen met textuur, met snit. Dan moet je manieren zoeken om zo’n hemd moderner te maken.”
Het hemd dat ze vandaag zelf aanheeft, is geïnspireerd door een vintage exemplaar uit de archieven van Gant, zegt ze. “Het heeft een vouw achteraan, zodat er vooraan geen nepen nodig zijn. Dat was destijds typisch voor de hemden van Gant, en dat is het nog steeds. We putten veel inspiratie uit de archieven, maar dat is niet genoeg. Je kunt niet gewoon een vintage stuk opnieuw maken. Een moderne invalshoek is essentieel.” Haar belangrijkste inspiratiebron, vertelt ze, zijn gepassioneerde mensen, eerder dan boeken of films. “Mensen die ik ken, of mensen die ik graag zou willen kennen – dat kan een chef zijn of een student, of iemand die in een bloemenwinkel werkt.”
Fifi Hallstensson presenteert daags na ons gesprek de eerste volledige damescollectie van Rugger, na een capsulecollectie vorig seizoen. “We zijn ermee begonnen omdat we zoveel meisjes onze mannenkleren zagen kopen. We zijn begonnen met enkele basisstukken die ik absoluut in de collectie wou – het perfecte hemd, de perfecte jeans – aangevuld met wat meer luxueuze items. Ik wou een mix. Ik zie de Gantvrouw als dressy, maar messy. Elegant, maar niet stijf. Ze draagt net zo graag een jeans, een T-shirt en versleten sneakers als een fijne jurk en hoge hakken. Ik wilde de juiste balans vinden, de perfecte garderobe samenstellen. Ik ontwerp de collecties voor vrouwen en mannen door elkaar. Ze zijn niet bewust op elkaar afgestemd, maar op een bepaalde manier toch gelinkt.”
Fifi straalt. Ze ziet elke collectie als een verhaal, en de zomercollectie gaat over een groepje vrienden dat beslist om voor één keer geen verre reis te maken, maar in eigen stad op staycation te gaan.
“Opnieuw verliefd worden op je eigen stad, dat is toch mooi ? Dat kan om het even welke stad zijn. Ik heb onlangs in Stockholm nog zo’n vakantie genomen, twee dagen in het midden van de week. Toerist in eigen stad, heel bijzonder was dat.” Maar toen ze daarna opnieuw achter de computer ging zitten, dwaalden haar gedachten toch weer af naar die andere stad, dat absolute ankerpunt, New York.
DOOR JESSE BROUNS
“De Gantvrouw draagt net zo graag een T-shirt en sneakers als een fijne jurk en hoge hakken”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier