Dol op water

Twintig jaar na zijn ingreep in de moestuin van Wespelaar, werkte Jacques Wirtz het geheel af door er nog een indrukwekkend deel vol planten en water, beelden en schelpen aan toe te voegen. De vrouw des huizes leidt ons rond.

De geschiedenis van deze tuin begint in de jaren zestig. Sybille en François d’Ansembourg besloten toen hun intrek te nemen in de oude bijgebouwen naast de moestuin van het familiedomein in Wespelaar. De woning is een aaneenrijging van een oranjerie, een schuur en een varkensstal, samen zestig meter lang en vier meter breed. Er werd jarenlang aan verbouwd en gerenoveerd. De tuin die bij dit gebouw hoort, ligt in wat vroeger de moestuin was. Het eerste wat de bewoners wilden, was intimiteit én uitzicht op het mooie achttiende-eeuwse park, eigendom van familieleden van Sybille.

In 1983 werd Jacques Wirtz erbij geroepen. Hij creëerde twee ensembles in de stijl die we van hem kennen : tuinkamers afgebakend met hoge taxushagen en beplant met struiken en een mengeling van doorlevende planten. De linkertuinkamer vormt, helemaal volgens de regels van de kunst, een halfgesloten geheel afgezoomd met taxushagen. Daarbinnen bevindt zich een rond waterbekken en een prieel van rozelaars. Wirtz bediende zich van sterke elementen, niet alleen om een stempel te drukken op het landschap, maar ook om enkele perspectieven te creëren, die loodrecht op elkaar staan. In 1987 beëindigde Jacques Wirtz zijn eerste ingreep met een kleine, gesloten, rechthoekige ruimte aan de westkant, naast de grachten die de grote waterpartij van het domein bevoorraden. De nabijheid van het water bepaalde het thema : een geheel van waterbekkens in baksteen, versierd met keien en hier en daar een afbeelding van waterspuwende vissen. De Italiaanse inspiratie is duidelijk.

Dromen van een waterval

François d’Ansembourg is dol op water en alles wat erin leeft : kikkers en kikkervisjes, watersalamanders, enzovoort. “We wilden ook iets grappigs en droomden van een waterval. Jacques Wirtz deed een eerste voorstel, dat ons wel beviel maar dat te gek was : ronde waterbekkens en in het midden een verhoging met daarop een klein tempeltje.” Het idee van Jacques Wirtz om met ronde vormen te werken, werd uiteindelijk geconcretiseerd : een opeenvolging van veertien waterbekkens, half in de grond en met kleine hoogteverschillen. Hun net niet gesloten cirkelvorm verleent het geheel een hortend ritme. Vijftien jaar later werd Jacques Wirtz opnieuw gevraagd. De eigenaars hadden intussen niet stilgezeten. Ze bouwden onder meer een paviljoen versierd met schelpen, een gaanderij-patio die een Zuid-Spaanse of Marokkaanse sfeer oproept, een klein Japans tuintje en een vierhoekige moestuin die bewondering afdwingt. Je zou hem een stijl-oefening op het thema van de siermoestuin van het kasteel van Villandry kunnen noemen.

Binnen een latwerk van teakhout dat heel mooi veroudert en een kantwerk van buxushaagjes staan bloemen en groenten broederlijk naast elkaar. Op het ritme van de seizoenen verschijnen de hoge stengels van artisjok, de bladeren van postelein, raketsla en basilicum, of de mooie witte struikrozen Schneewittchen. In het midden tronen imposante stenen Medici-vazen.

Het project dat verleden jaar het licht zag, vergde aanzienlijke werken. Het bevindt zich aan de overkant van de grachten. Jacques Wirtz tekende een parcours uit met kleine, nauwelijks waarneembare niveauverschilletjes, dat de wandelaar op natuurlijke wijze van de ene naar de andere kant van het water brengt. Op de paadjes ligt porfiergrind. Via een soort van waterval wordt een van de grachten in de nieuwe tuin geïntegreerd. De aanplantingen zijn nog jong nu. De tuin heeft dus nog enkele jaren nodig om volledig tot ontplooiing te komen. “Hij heeft een sterke structuur”, zegt Sybille. “We kunnen gerust een soort van onderhout laten groeien.” Als doorlevende planten staan er heel wat varens en helleborus.

De lijst van bomen en struiken is lang. Om er enkele te noemen : Pieris, Hamamelis, Styrax, azalea’s, Japanse esdoorns , Osmanthus x burkinais, Cornus kousa, Kalmia latifolia, Zelkova serrata, Hydrangea praecox, Sarcococca hookeriana en een hele mooie Camellia sasanqua die in oktober en november enkelvoudige witte bloemen draagt. “Ik heb het geluk dat ik mijn broer (Philippe de Spoelberch) als buurman heb. Hij is boomkundige en heeft me veel geleerd. In het begin was ik helemaal niet vertrouwd met planten. Ik heb echt de tijd genomen om ze te leren kennen en het beste plekje voor ze uit te zoeken. Ik vind het ook heel fijn om ze op te sporen. Je ziet ergens een soort die je interesseert, je noteert de naam en begint catalogi uit te pluizen. Je vindt de kweker die de gewenste planten kan leveren en je ziet ze groeien in je eigen tuin. Ik voel me een echte tuinierster. Zodra het moment aanbreekt om weer in de tuin aan de slag te gaan, is er geen houden meer aan. Dan wil ik planten, verplanten en snoeien van ’s ochtends tot ’s avonds. Vergeleken met andere mensen die zuidelijker wonen, hebben wij toch veel geluk dat wij nog echte seizoenen kennen.”

Hoewel de planten en de structuren de ziel van deze tuin vormen, kunnen we toch niet voorbijgaan aan de schoonheid van de aanwezige beelden in deze buitengewone omgeving. François d’Ansembourg is antiquair en hij heeft de tijd genomen om enkele opmerkelijke stukken uit te zoeken, die één ding gemeen hebben : het zijn allemaal bronzen met een natuurlijk grijsgroen patina. De meeste beelden dateren uit de negentiende eeuw, zoals die imposante fontein in de vorm van een vrouw met schelpen. Echt iets voor François, met zijn voorliefde voor alles wat met water heeft te maken. Uit diezelfde periode zijn ook de twee figuren die Henri IV en de hertog van Sully voorstellen. Het model van de beeldhouwer Bosio werd gegoten rond 1830 of 1840. Wat verder, omgeven door taxus, staat een Italiaans beeld dat om zijn as kan draaien. Een prachtig staaltje van verloren-wastechniek. Je ziet zelfs nog sporen van vingerafdrukken en kleine wassliertjes. Enkel het beeldje dat Jacques Wirtz er in 1983 heeft geplaatst op een verhoogje van lava, is van lood en werd gegoten in de zeventiende eeuw. Al twintig jaar lang gedijt het, net zoals de planten, heel goed in deze tuin die je in alle seizoenen van het jaar zou willen verkennen. n

J.-P. Gabriel

Wirtz bediende zich van sterke elementen, niet alleen om een stempel te drukken op het landschap, maar ook om enkele perspectieven te creëren.

“Vergeleken met mensen die zuidelijker wonen, hebben wij het geluk dat wij nog echte seizoenen kennen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content