Dirk Vlerick
– Is managing director van Vlerick NV, gespecialiseerd in de productie van jeanscollecties voor merken en grote ketens, hoofdzakelijk in het segment kinder- en herenkleding.
– Produceert ongeveer 3,5 miljoen kledingstukken per jaar in Bangladesh, Tunesië en India.
– Maakt jeans voor onder meer huismerk Brian & Nephew, Chips & Cheps, Bellerose, Terre Bleue, Stones and Bones, Marèse, Springfield, JBC en C&A.
“Vlerick NV is 46 jaar geleden opgericht door mijn ouders. Zij produceerden in hun eigen ateliers baby- en meisjeskleding voor grote distributiebedrijven als GB of C&A en de betere boetiek. Door de prijsdruk was het helaas onmogelijk om nog in België te blijven. Dus zocht ik eind jaren tachtig naar buitenlandse productiemogelijkheden. In Tunesië ontmoette ik iemand die daar voor Levi’s werkte. Met hem begonnen we jeansbroeken te maken. Eerst voor kinderen, later ook voor volwassenen.”
“Nu produceren we ongeveer drie miljoen jeansbroeken per jaar. Dat gebeurt samen met drie verschillende partners in Bangladesh. We moesten de productie van Tunesië naar Bangladesh verhuizen omdat enkele retailers de prijzen zo laag zetten dat de concurrentie moordend werd. Een broek kost nu in de winkel de prijs van een goede spaghetti op restaurant. De harde realiteit.”
“Van Oudenaarde verhuisden we de productie eerst naar Noord-Afrika, dan naar Roemenië, Turkije en nu Bangladesh. Dat land kwam natuurlijk tragisch in het nieuws met die ingestorte confectie- ateliers. Vreselijk was dat. We letten erop dat onze productie-units zo veel mogelijk gelijkvloers zijn. Onafhankelijke controleteams komen onaangekondigd binnen om onze infrastructuur, werkomstandigheden en verloning te checken.”
“Met al onze klanten spreken we wel een ethische code af die we respecteren. We willen een broek eerlijk in de markt zetten. De meeste stoffen zijn geselecteerd op ecologische basis, we gebruiken hoofdzakelijk organisch katoen zonder sproeistoffen. Alle andere chemische producten die we gebruiken, worden gecheckt door erkende organisaties. Van het hele productieproces pluizen we elk detail uit. Waar werd het garen gesponnen ? Waar komt de rits vandaan ? Waarmee is het katoen besproeid ? Met welke verfsoorten zijn de stoffen geverfd ? Zijn de wassingen wel gezond ? Zo kunnen we zo transparant mogelijk zijn voor de klant.”
“Met Vlerick willen we goede modieuze stuks maken die correct geprijsd én gemaakt zijn. Plus : ze moeten duurzaam zijn. Het blijft me onduidelijk hoe sommige retailers broeken aan dumpingtarieven kunnen verkopen. Hun retailprijs is onze productiekostprijs. Het gevolg: onze winstmarges zijn minimaal geworden. Goedkoper produceren lukt echt niet meer.”
“In Oudenaarde hebben we van alle types naaimachines uit het productieatelier in Bangladesh ook een exemplaar staan. We bereiden met ons Belgische team alles perfect voor : de prototypes, de patronen, de ingecalculeerde krimp, de afwerking. Ook ter plaatse in Bangladesh hebben we een 25-tal mensen van bij ons, die alles opvolgen. Vanuit België wordt al de logistiek strak getimed. Als ritsen, stoffen, knopen of patronen weken te laat aankomen in het atelier, loopt de levering vertraging op. Tien dagen te laat betekent verlies op de productie.”
“Ik ben al sinds halverwege de jaren tachtig geobsedeerd door jeans. Ik kon in de jeanswasserij uren vertoeven naast de industriële machines om de waseffecten op punt te stellen. Een zoektocht naar hoe je leven kunt brengen in een broek. Uit één jeansstof kunnen wij tot tien verschillende wassingen en effecten bedenken. Daardoor kunnen we grote hoeveelheden jeansrollen bestellen, soms tot 150.000 meter per order.”
“Nieuwe technologieën interesseren me enorm. De Jogg-jeans bijvoorbeeld is een jeans, gemaakt uit een denimstof met een sweaterachtige constructie : heel aangenaam om te dragen en mooi om mee te experimenteren. We volgen alle jeanstrends op de voet, doen alle grote beurzen en ontwikkelen innovaties met onze stoffenfabrikanten in India en Pakistan. Maar onze sector heeft het momenteel niet gemakkelijk. Voor het grote geld moeten we deze job niet meer doen, daarvoor is de prijsdruk te groot geworden. Maar zoals een echte flandrien het zou zeggen : ‘handen op het stuur, hoofd naar beneden en gewoon trappen’. Goed over de meet komen en niet al te veel omkijken, dat is de boodschap.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier