Depressief
Onlangs zag ik Gerty Christoffels een Limburgs-Iers koppel in tranen, onder valse voorwendsels, op een doordeweekse dag voor een verlaat kerkelijk huwelijk naar het altaar slepen. Toen nog de hele Ierse familie van de vrouw onverwachts uit de pastorie kwam gewandeld, stroomden de waterlanders helemaal. Doel bereikt: in de huiskamers bleven allicht weinig zakdoeken droog.
“Onze eigen familie, ons eigen dorp, onze eigen thuis zijn we kwijtgeraakt in de realiteit, maar we leven mee en identificeren ons met de hoofdpersonages in een soort subsituut-realiteit als Familie, Wittekerke of Thuis“, schrijft Bob Vansant in Depressie is geen ziekte (uitg. Scoop).
Het rommelig geschreven en opgebouwd boek legt een vinger op dé wonde van deze tijd. Depressie is geen taboe meer. Het is zo gemeenzaam geworden te horen dat iemand depressief is, dat het al snel overdreven lijkt. Cijfers uit recent onderzoek bewijzen dat het niét om een aangekaart probleem gaat. Bij een recent Europees onderzoek met 80.000 participanten blijkt bijna 1 op 5 van de ondervraagden in de 6 maanden voorafgaand aan de bevraging last te hebben gehad van depressiviteit, en 70% van hen raadpleegde een arts. De meerderheid van de ondervraagden zei ook niet te geloven in de klassieke medische behandeling van depressie: de nieuwe vrolijkmakers à la Prozac en Zoloft boezemen geen vertrouwen in. De meesten blijken ook niet veel te weten over psychotherapie. Volgens Vansant worden de resultaten van deze enquête een aansporing voor de farmaceutische industrie om nog agressiever de goedhumeurpillen te promoten dan voordien.
Als depressie, zoals deze therapeut het stelt, inderdaad voortkomt uit een teveel aan impulsen, een te grote load, te veel stress, waardoor mensen zich be-zwaar-d gaan voelen en niet meer in staat zijn alles te verwerken, dan is de kans groot dat zwaarmoedige mensen met een overvol leven met grage hand naar wonderpillen grijpen.
Therapie vraagt een inspanning, bereidheid tot confrontatie, tijd en vertrouwen. Allemaal dingen die zeldzaam geworden zijn in de relaties tussen mensen. Een langdurige therapie kost ook vaak veel geld, en wie het meest onder druk staat heeft dikwijls ook daaraan gebrek. Pillen zijn makkelijker in te passen in onze gehaaste levensstijl.
Vansant verklaart fenomenen als de Witte Mars en de golf van publieke rouw die Engeland overspoelde bij de dood van Diana vanuit de onbewuste hang om uit de grote eenzaamheid te breken die zoveel mensen depressief maakt. Tijd en menselijke warmte zijn schaarse goederen op dit moment, het gebrek eraan veroorzaakt grote verlorenheid. De illusie van menselijke warmte wordt meer en meer geschapen via het kille televisiescherm, door programmamakers die met geraffineerde technieken nonchalant grote emoties opwekken, om er dan ongeïnteresseerd van weg te wandelen.
Hoe kan het dat Bob Vansant als gevoelige, zorgende man toch weer het hele gewicht van de schuld over de depressieve jonge mensen in onze tijd op de schouders van de moeders laadt? Als moeders overbelast zijn door te veel werk, te veel zorg, te veel stress en daardoor depressief worden, zou je denken dat het alternatief is dat de last verdeeld wordt. Dat zowel mannen als vrouwen aangezet zouden worden om hun deel van de zorgtaak en de kansen op een maatschappelijke functie eerlijk te delen. Dat het misschien heilzaam zou kunnen zijn voor kinderen dat ook vaders wat meer gaan zorgen en wat minder opgefokt presteren. Maar neen, Vansant drijft het zo ver om de “tien verboden”, dingen die je nooit aan een kind mag zeggen, alleen tot moeders te richten. Het excuuszinnetje vooraan in zijn boek dat vrouwen maar zij en haar moeten lezen waar hij en zijn staat, is dus slechts een stoplap.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier