DENZEL WASHINGTON

Hij is misschien wel de eerste zwarte akteur in Hollywood wiens kleur er niet toe doet. Maar is er werkelijk zo veel veranderd ?

Patrick Duynslaegher

Sommige vrienden waar hij mee opgroeide in Mount Vernon, New York, zijn dood of in de gevangenis beland. Zijn beste maat uit zijn kwajongensjaren ligt door overmatig drugs- en drankgebruik met een kapotte lever en beschadigde nieren in het ziekenhuis. Denzel Washington woont echter met de vrouw met wie hij al twaalf jaar getrouwd is, de aktrice Pauletta Pearson, en zijn vier kinderen in een residentiële wijk in Los Angeles, in het huis dat vroeger aan William Holden toebehoorde. Hij ontvangt maandelijks minstens veertig scripts en strijkt 10 miljoen dollar op voor zijn eerstvolgende film, het militaire drama ?Courage Under Fire”. Met dat geld kan hij naar hartelust genieten van zijn enige luxe, zijn liefde voor snelle wagens hij rijdt met een Porsche, een Mercedes en een Ferrari. Maar hij schroomt ook de milde schenkingen aan de goede zaak niet, zoals de één miljoen dollar die hij gaf aan het Nelson Mandela Children’s Fund.

Washington behoort tot een hele nieuwe generatie Afro-Amerikaanse akteurs in Hollywood, samen met talenten als Laurence Fishburne, Wesley Snipes en Samuel L. Jackson. Maar hij is de enige van die akteurs die voor elke studio en producer hoog op de A-lijst prijkt. Om precies te zijn de eerste zwarte akteur sinds Sidney Poitier in 1967 in ?Guess Who’s Coming to Dinner ?” bij zijn blanke aanstaande schoonouders kwam dineren.

Wat Washington (40) in een industrie waar het gerinkel van de kassa altijd het laatste woord heeft, van zijn rasgenoten onderscheidt, is wat in Hollywood-jargon de crossing-over-faktor heet. Als de zwarte die het gemaakt heeft is hij niet alleen de held waar in de zwarte getto’s en verpauperde binnensteden naar opgekeken wordt. Hij heeft ook het sex-appeal, de romantische uitstraling en de ster-kwaliteit om in de smaak te vallen bij de tweehonderd miljoen blanke Amerikanen.

Zijn veelzijdigheid zal ook wel geholpen hebben. Van Poitier die meestal te zien was in moralizerende drama’s waarin de integratie gepredikt werd tot Eddie Murphy die nooit verder geraakt dan komische formulefilms, worden zwarte akteurs nog meer getypecast dan hun blanke kollega’s. Anders dan de meeste zwarte akteurs die doorgaans één typetje mogen spelen of in karakterrollen worden geduwd, mag Washington een breed scala aan rollen tentoonspreiden, van de voortvluchtige slaaf in ?Glory” tot de gelijknamige zwarte radikale leider in ?Malcolm X”, van Shakespeare (?Much Ado About Nothing”) tot John Grisham (?The Pelican Brief”). Of om bij twee recente rollen te blijven : van de onderbevelhebber van een atoomduikboot in ?Crimson Tide” tot een privé-detective tegen-wil-en-dank in ?Devil in a Blue Dress” (vanaf 24 januari in de bioskoop). Washington die drie Academy Awards nomimaties kreeg en voor het Burgeroorlogepos ?Glory” de oscar voor de beste bijrol won, is misschien de eerste zwarte ster die rollen krijgt waarin zijn huidskleur niks uitmaakt, zoals zijn rol in ?Philadelphia” van de advokaat die toevallig zwart is.

Volgens Spike Lee die hem regisseerde in ?Malcolm X” en ?Mo’Better Blues” had hij het al veel verder moeten schoppen : ?Hollywood staat nu eenmaal niet te trappelen om sterke zwarte akteurs te aanvaarden die zich niet gedragen als de onderdanige neger en breedgrijnzend hun parelwitte tanden laten zien. Racisme dringt door tot elke vezel van de Amerikaanse samenleving, ik zie dus niet in waarom het ook niet in Hollywood de kop zou opsteken.”

Washington groeide op in een gezin met drie kinderen. Zijn vader was predikant, zijn moeder runde een beauty shop. Hij had zijn eerste job manusje van alles in een kapperszaak toen hij amper elf was ; enkele jaren later gingen zijn ouders uit elkaar. Washington studeerde korte tijd journalistiek voor hij de mikrobe van het akteren te pakken kreeg. Hij deed een eerste keer van zich spreken met een opvoering van ?Othello” op de Newyorkse Fordham universiteit. Optredens in off-Broadway-produkties en in tv-films effenden de weg naar een filmcarrière.

Washington speelt een van zijn beste en meest genuanceerde rollen in ?Devil in a Blue Dress”, de verfilming van de debuutroman van Walter Mosley, die daarmee een reeks aanvatte (er zijn inmiddels vier delen verschenen) over de belevenissen van een zwarte detective in naoorlogs Los Angeles. Easy Rawlins is een fabrieksarbeider die de bons krijgt en drie dagen de tijd heeft om zijn hypotecaire schulden af te lossen, zoniet verliest hij het huisje van zijn dromen. Hij denkt dat hij van zijn problemen is verlost als hij 100 dollar aangeboden krijgt om een verdwenen jonge vrouw op te sporen die verzot is op black meat. Zijn perikelen als privé-detective brengen hem niet alleen in aanvaring met boeven maar ook met korrupte politici en racistische flikken.

?Devil in a Blue Dress” werd gefinancierd door TriStar en gezamenlijk geproduceerd door Clinica Estetico, de maatschappij van Jonathan Demme en Mundy Lane Entertainment, de maatschappij van Washington.

Alle regisseurs met wie Washington ooit werkte, prijzen zijn intelligentie, maar dat is niet meteen wat tijdens interviews opvalt. De akteur is altijd op zijn hoede, defensief en lichtgeraakt bij vragen over zijn status als zwarte akteur. Hij lacht luid en vaak en vertoont de neiging om over alles te grapjassen altijd een goede techniek om je niet te moeten blootgeven.

De weinige keren dat hij toch wat openhartiger was, is het hem zuur opgebroken. Zoals tijdens dat interview in 1993 met de Amerikaanse tv-journaliste Barbara Walters. Hij bekende toen dat hij nooit zijn vrouw zou verlaten, maar hij haar misschien wel een reden zou geven om hém te laten zitten. Als ster, vervolgde hij, word je voortdurend in bekoring gebracht. En, wat wil je, zijn gedrag was niet altijd onberispelijk geweest. Na die ontboezeming stortte de roddelpers zich als een sprinkhanenplaag op zijn privé-leven. ?Je probeert dan eens eerlijk te zijn en wat doen ze ? Ze vegen met je de vloer aan.”

U bent snel na elkaar te zien in drie films : ?The Crimson Tide”, ?Virtuosity” en ?Devil in a Blue Dress”.

Denzel Washington : Er zijn drie nieuwe films met mij uitgekomen in zes maanden, maar ik heb ze gemaakt over een periode van twee jaar. Dus zo vermoeid ben ik nu ook weer niet.

Natuurlijk ben ik niet gelukkig dat die films zo snel na elkaar uitkomen. Maar wat doe je eraan. Hopelijk reageert het publiek niet van : weer een film met Denzel Washington !

Was u vertrouwd met de romans van Walter Mosley ?

Washington : Een drietal jaren geleden las ik zijn eerste roman, ?Devil in a Blue Dress”. Regisseur Ed Zwick (?Glory”) gaf me het boek. De rechten zaten toen bij Universal, maar het projekt werd op de lange baan geschoven. Jonathan Demme en ik gaven niet op en bleven naar de boeken hengelen. We hebben beiden onze produktiemaatschappij bij TriStar. En TriStar kocht uiteindelijk de rechten voor ons. Eerlijk gezegd weet ik niet of Jonathan ooit van plan was zelf te regisseren, wij hebben er in ieder geval nooit over gepraat.

Denkt u dat het blanke publiek een zwarte detective gaat bekijken ?

Washington : Ik heb me daar nooit zorgen om gemaakt. Ik beoordeel mensen niet op grond van hun huidskleur en zit dus ook nooit te piekeren over wat het blanke publiek wil. Ik weet trouwens niet wat dit wil zeggen, want dat zou betekenen dat iedereen precies hetzelfde denkt. Ik ga er niet vanuit dat ik weet hoe mensen denken. Ik maak gewoon films, zonder dat ik een of andere bevolkingsgroep voor ogen heb.

De film speelt in een tijd dat het racisme sterk geprononceerd was. Was het pijnlijk om terug te keren naar een periode waarin het leven voor zwarten weinig rooskleurig was ?

Washington : Terugkeren zegt u ? Uw vraag veronderstelt dat het nu allemaal anders is. Is er zo veel veranderd ? Vraag het maar aan Mark Fuhrman (de racistische politieman uit Los Angeles die zou geprobeerd hebben de moord in de handschoenen te schuiven van O.J. Simpson, red.). Het is niet alleen in onze film dat de politie van Los Angeles zich racistisch gedraagt !

U zegt dat u mensen niet in kategorieën opsplitst, maar in Hollywood doen ze toch niets anders ?

Washington : Nee, ik word daar niet mee gekonfronteerd. Niemand in het filmbedrijf stelt me zulke vragen, het zijn van die typische vragen van journalisten.

Als dat zo is, waarom bent u dan al geen jaren een grote ster ? U gaat toch niet beweren dat er voor zwarten geen barrière is ?

Washington : Dat heb ik nooit beweerd, je moet me geen woorden in de mond leggen. Racisme maakt deel uit van de wereld en duikt in elke sektor op, van journalistiek tot hotelwezen, van sinaasappelkweek tot akteren. Ik geef Hollywood niet de schuld. Ik beweer niet dat het erger is in Hollywood dan elders.

Wat zette er u toe aan journalistiek te studeren ?

Washington : Het feit dat ik niet geslaagd was in mijn eksamens biologie en scheikunde ; dus gooide ik het maar over een andere boeg en probeerde ik journalistiek.

Wat boeit u in akteren ?

Washington : De mogelijkheid om karakters te exploreren, het is altijd iets nieuws. Je krijgt de kans om de ene dag een onderzeebevelhebber te portretteren, de andere dag Easy Rawlins. In zekere zin lijkt akteren op investigative journalism. Voor elk personage dat je speelt, stel je een onderzoek in.

Er zit een scène in ?Devil in a Blue Dress” waarin u op heterdaad wordt betrapt met aktrice Lisa Carson. Was het moeilijk om die scène te doen, u hebt de reputatie problemen te hebben met het filmen van seksscènes ?

Washington : Ik heb er niet over getwijfeld en heb er me nooit onwennig bij gevoeld. Ik herinner me dat ik een keertje, met ?Mo’ Better Blues”, liet verstaan dat ik me onwennig voelde en dat werd opgeblazen tot : ik voel me niet lekker bij seksscènes, en dan tot : ik wil geen seksscènes doen, en dan tot : ik zal nooit seksscènes doen. Dat heeft niks met mij te maken maar met uw kollega’s die de zaken uit hun verband rukken.

In ?Philadelphia” speelde u de advokaat die de verdediging opneemt van een man die omwille van aids ontslagen wordt. Bij de aanhef is hij zelf erg bevooroordeeld, maar geleidelijk gaan zijn ogen open. Werd u tijdens het maken van de film met uw eigen vooroordelen gekonfronteerd ?

Washington : Natuurlijk, we zijn allemaal bevooroordeeld. Om dat te ontdekken, moet je niet iemand naar zijn mening vragen, want dan zegt hij toch hoe hij zou willen dat hij denkt. Nee, de beste manier is gewoon naar terloopse gesprekken te luisteren, beuzelpraatjes die heel onthullend kunnen zijn over hoe mensen werkelijk denken. Veel mensen zullen zeggen dat ze heel ruimdenkend zijn, geen problemen hebben met homo’s bijvoorbeeld, maar zes martini’s later zijn die jongens onder elkaar bezig om af te geven op de vuile flikkers die ze niet kunnen uitstaan. Dat hebben we goed gevat in ?Philadelphia”.

Ik heb heel veel homovrienden, ik heb vrienden en verwanten die aan aids zijn gestorven, dus ik heb echt die rol van Joe Miller moeten spelen, hij vertolkt zeker mijn gevoelens niet.

Er waren mensen van de cast en crew die ziek waren, aan het doodgaan waren tijdens het maken van de film. We spraken daar niet over ik had niet de indruk dat ze daar met mij over wilden praten maar het woog zeker door op de produktie. Mijn personage sympatizeerde niet met aids-lijders of homo’s, dus ging ik tijdens de opname niet speciaal dat soort kontakten onderhouden, omdat ik me niet telkens wilde losmaken van mijn personage. Joe Miller denkt niet van zichzelf dat hij homofoob is, zijn vrouw wijst hem daarop. Hij wil het eerst niet toegeven, maar even later moet hij haar wel gelijk geven. Ik besef dat dit de overweldigende meerderheid voorstelt van de heteroseksuele puriteinse Amerikaanse mannen. Hopelijk zijn zij het die de film komen bekijken. Daarom was het ook belangrijk dat Joe Miller geen ommezwaai van 360 graden maakte. We wilden vermijden dat hij op het eind op Santa Monica Boulevard de Lesbian and Gay parade aanvoert, want dat zou alle potentiële Joe Millers de kans geven om zich niet gevizeerd te voelen.

Waarom wachtte Hollywood zo lang om een film over aids te maken ?

Washington : Omdat het maken van een film veel geld kost en ze niet denken dat ze hun geld kunnen terugverdienen. ?Philadelphia” kostte bijna dertig miljoen dollar om te maken en het was een erg moeilijke film om te verkopen. Het was een riskante investering voor de studio, het was een risico voor Tom Hanks. Van ?Big” en ?Sleepless in Seattle” naar ?Philadelphia” is een grote sprong.

Er werd ook gemopperd dat we niet veel zagen van de relatie tussen Tom Hanks en Antonio Banderas. Da’s juist. Niet dat dit er allemaal werd uitgeknipt, maar sommigen zeggen dat het wat explicieter kon. Wat ik niet geloof, het was zo al moeilijk genoeg om een groot publiek te bereiken. We probeerden niet te prediken voor degenen die al bekeerd zijn. Het is natuurlijk jammer dat we moeten toegeven dat het iets uitmaakt of je die twee nu al dan niet ziet vrijen, maar de realiteit is dat dit in puriteins Amerika inderdaad een diskussiepunt is. Je kan natuurlijk de meest integere en meest eerlijke film maken waar geen kat naartoe komt. Wat heb je daaraan ? Het belangrijkste is dat je een film maakt waar mensen naar komen kijken. Jawel, dat ruikt naar dat vieze woord, kompromis. Maar in dit geval was het ook gewettigd.

Hoe was het werken met Jonathan Demme ?

Washington : Jonathan is een uitmuntend regisseur, een van de beste met wie ik ooit heb gewerkt. Wat hem zo geweldig maakt ? Ten eerste dat hij een goed mens is : hij geeft om je. Hij is heel precies, aandachtig voor details, hij schept een environment voor de akteur waarin je je naar believen kunt uitleven. De helft van wat mijn karakter doet, hebben we tijdens de opnamen verzonnen, geïmprovizeerd. Jonathan stimuleert je, geeft je de vrijheid om alles uit te proberen. Dat werkt heel bevrijdend. Bij sommige regisseurs mag je helemaal niet afwijken van wat er op papier staat.

Wat is uw favoriete film ?

Washington : Ik heb er geen. Mijn favoriete film is altijd de volgende. Wat telt voor mij is het proces, niet het resultaat. Ik hou van de voorbereiding, het opzoekingswerk, de opname. Eens de film voltooid is, is hij niet meer van mij. Ik kijk er een keertje naar, en dan moet het publiek maar beslissen en doet mijn mening niet ter zake.

Denzel Washington als privé-detective in Devil in a Blue Dress : sterke rol.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content