DE WERELD TELT DOOR

Kent u de Belty al ? Een broeksriem die het uitzetten en krimpen van uw buik meet. De Ralph Lauren smart polo registreert niet alleen de hartslag maar analyseert ook de armbeweging van een tennisser. En de Pavlok is een polsband die elektrische schokken geeft als je te lang stilzit. Welkom in de wereld van de meetbare mens.

Bovenstaande objecten zijn voorbeelden van een woord dat nog niet in Van Dale staat : wearables. Draagbare dingen die magische trucjes kunnen, zoals stappen tellen, temperatuur meten, hartslag registreren. De bekendste categorieën zijn smartwatches en polsbanden. Maar je kunt geen plek op je lichaam bedenken of er bestaat een wearable voor. De Bloom is een ring die in de vagina wordt geschoven en daar op basis van temperatuurschommelingen smartphone-alerts uitstuurt over de vruchtbaarheid.

Een nieuwe technologische revolutie, daar horen ook nieuwe toverwoorden bij. Een snelle cursus wearable-terminologie. Splashproof wil zeggen dat het toestel regenbestendig is en dat je ermee in de douche kunt, maar het zwembad niet zal overleven. Activity graphs zijn de grafieken die alle prestaties en analyses tonen op je smartphone. En chewproof wordt gebruikt bij wearables voor honden (ja, dat bestaat) met lange tanden. Relatief nieuw in de sector : de smart babywear. Er zijn sokjes die hartslag registreren, rompers die op je smartphone tonen of je baby al dan niet slaapt, of een armband als locatie-tracker, mét afluisteroptie.

PASTELKLEURIGE PLASTIC

De technologiesector heeft dus een nieuw buzzword, zeker nadat magazine Wired voorspelde dat wearables even groot gaan worden als de smartphone. Samsung, LG, Motorola,… allemaal smijten ze zich op draagbare technologie. Insiders spreken van een wearables war die op ontploffen staat. “Zo sterk zou ik het niet uitdrukken, maar iedereen is er wel mee bezig”, zegt Christophe Dejaeghere, business development manager wearables bij Samsung. De verklaring voor het naderend ontploffingsgevaar is niet ver te zoeken. Sinds Apple de lancering van een Watch in 2015 aankondigde, vertrappelen concurrenten elkaar om het designbedrijf voor te zijn. “Wij lanceerden al in 2013 een smartwatch”, nuanceert Dejaeghere terecht, zelf is hij fervent gebruiker van de smartwatch. “Als ik in Delhaize sta met mijn baby op de arm, kan ik makkelijk via mijn horloge de telefoon opnemen.”

Dan sta je daar tussen de rekken te praten tegen je horloge. De sector is er klaar voor, maar is de consument dat ook ? In 2014 werden in België vorig jaar amper 52.000 wearables verkocht, volgens cijfers van onderzoeksbureau GfK (18.000 smartwatches en 34.000 fitnesstrackers). Ter vergelijking : er gingen meer dan drie miljoen smartphones over de toonbank, dus het lijkt onwaarschijnlijk dat de voorspelling van Wired dit jaar zal uitkomen. Google Glass, misschien wel de allerbekendste wearable, mag de grootste flop van 2014 genoemd worden. Ook over het commerciële potentieel van smartwatches bestaan vragen. Groot uitgevallen polshorloges die ook nog eens om de haverklap moeten opladen. Hoe slim die ook zijn, ze hebben nog altijd een smartphone nodig om je fitnessstatistieken te tonen. En fabrikanten worstelen met de besturingssystemen. De meeste wearables zijn niet compatibel met iOS, het besturingssysteem van Apple. Samsung draaide vroeger op Android Wear, maar schakelde al over naar zijn eigen systeem Tizen. U leest het: chaos.

Een hype die het nooit echt zal waarmaken ? “Hét grote probleem met wearables vandaag, is dat ze lelijk zijn”, zegt bio- techondernemer Koen Kas. De Gentse doctor is ‘healthcare-trendwatcher’, ‘digitale bioloog’ en professor oncologie aan de UGent. Wearables zijn een specialiteit van Kas die met zijn bedrijf InBioVeritas de waarde wil aantonen voor de medische sector. “Wat heb je aan een wearable als die niet draagbaar is ? De schermen voor smartwatches bijvoorbeeld zijn groot, lomp, opzichtig. Het straalt nog te veel ’tech’ uit. Je wil er niet mee gezien worden.” Vooral wearables voor vrouwen zijn een grap. Wat krijg je als technoproducenten een polshorloge voor vrouwen maken ? Pastelkleurige plastic armbandjes.

Enter de fashionindustrie. Ralph Lauren, Swarovski, Mont Blanc, Guess, Tommy Hilfiger en Tag Heuer zijn slechts enkele van de modenamen die zich in het strijdgewoel gewaagd hebben. “Swarovski is een mooi voorbeeld”, zegt Kas. “Hun armband bezet met kristallen is misschien wel de eerste wearable die geen ’tech’ uitstraalt.” Het is geen toeval dat Apple topdesigner Marc Newson, ex-Burberry CEO Angela Ahrendts en ex-Yves Saint Laurent CEO Paul Deneve in de arm nam. Of dat Anna Wintour en Karl Lagerfeld op de foto gingen met een prototype van de Apple Watch tijdens de modeweken in Parijs. 2015 moet en zal het jaar zijn waarin wearables sexy worden.

THE QUANTIFIED SELF

“Wearables zijn een gadget waarvan u nog niet weet dat u het nodig heeft”, meent onze healthcare-trendwatcher Koen Kas, die gelooft dat de doorbraak voor de deur staat. “Het design van de huidige wear-ables is tijdelijk. Ze worden minder gekunsteld. Maar mensen gaan ook inzien dat de functies relevant zijn. Pas dan zal de klik komen. Een voorbeeld. Een horloge dat het zuurstofgehalte in je bloed meet. Wat ben ik daarmee, denkt de consument. Stel : je kijkt vanuit de zetel naar televisie. Als je in slaap valt, daalt het zuurstofgehalte. De start-up KipstR werkt aan een toestel dat je televisie pauzeert. Nog een tweede voorbeeld. Iedereen weet dat je niet te lang in de zon mag liggen. Maar hoeveel is ’te lang’ ? Er bestaat een armband die dat meet en vervolgens alarm slaat. Een grijpbare parameter waar je bovendien concreet iets aan hebt.”

Zowat alle wearables hebben iets met ons lichaam te maken. Fitheid in kaart brengen, daar draait het om. Daar bestaat eveneens een toverwoord voor, dat ook nog niet in Van Dale staat : the quantified self. We meten, analyseren en stockeren hoeveel stappen we zetten, calorieën verorberen, uren slapen en kilometers joggen. Die data verzamelen kan aan de hand van wearables, maar evengoed door middel van duizenden gezondheid-apps. Zo bestaan er intussen bijna honderd slaap-apps. Die werken zo : je legt je smartphone onder je matras en op basis van je gewoel ’s nachts, berekent de app hoeveel uur je al dan niet geslapen hebt. Maar ook andere toestellen helpen bij het quantified selfing, zoals weegschalen die je gewicht naar je smartphone sturen.

Fanatieke quantified selfers gaan nog een stap verder. Bij hen draait het niet alleen om data verzamelen, maar ook om demonstreren. Na het hardlopen posten ze via de app Biogram een foto met hun hartslag. Data-ervaringen delen, een nieuw fenomeen. Waarom zou je een selfie met je hartslag posten ? Je biomedische zelf uiten, heet dat dan. Zoals een selfie posten, maar dan met data. Bij sommige selftracking-apps deel je persoonlijke data niet alleen omdat je dat zelf wil. De app GymShamer bijvoorbeeld houdt bij hoe vaak je gaat fitnessen. Haal je je target niet, dan post de app een bericht op Twitter of Facebook. De weegschaal Withings plaatst om de zoveel dagen je gewicht online. De digitale schandpaal.

BLOED, ZWEET EN SPAARGELD

Maar worden we ook gezonder van die analyses van onze biomedische zelf ? Het is geen geheim dat de abandoning rate bij smartwatches en polsbanden hoog is. Eén op de tien Amerikanen heeft een stappenteller, maar de helft daarvan ligt stof te vergaren in de kast. “Stappen tellen alleen is niet voldoende”, legt Koen Kas uit. “Ofwel moet er sociale druk bij komen, ofwel een beloning. Zo geeft de Russische bank Alfa op basis van Fitbit- of Runkeepergegevens hogere intresten op spaargeld. In Frankrijk doet Axa hetzelfde met verzekeringen. Van nature zijn wij een gewoontedier. Om onze patronen aan te passen, zijn harde maatregelen nodig. De polsband Fitbit heeft een hele community rond stappentellen. Groepsdruk verhoogt het competitiegevoel waardoor je minder snel afhaakt.”

Sommige onderzoeken geven Kas ongelijk. Op Fitbitforums klagen gebruikers dat ze gewicht bijkomen, omdat ze het aantal verbrande calorieën overschatten en meer eten. In tegenstelling tot Koen Kas gelooft technologiesocioloog Ben Caudron niet in een positief effect van wearables. “Ze zijn gebaseerd op extrinsieke motivatie : een beloning van buitenaf. Vergelijken met anderen. Opscheppen op sociale media over je prestaties. Dat werkt zolang je goed scoort. Zodra je een dipje hebt, valt dat effect weg.”

Andere onderzoeken geven Kas dan weer gelijk. Het General Hospital in Massachusetts registreerde hoe diabetespatiënten met een Fitbit hun suikerniveau beter onder controle hadden. Vooruitgangsoptimist Koen Kas twijfelt geen seconde over het antwoord op de vraag ‘worden we gezonder van wearables en quantified selfing ?’ Kas is auteur van het boek Nooit meer ziek. We laten hem even dromen over de toekomst. “Vandaag gaat van de honderd euro die we uitgeven aan gezondheidszorg amper één euro naar preventie. In de toekomst bel jij niet naar de dokter als je ziek bent, hij belt jou nog voor je symptomen vertoont. Er bestaat bijvoorbeeld een pleister die uitdroging bij ouderen meet. Als ze te weinig drinken, krijgen ze daarover advies op hun televisie. Onderzoekers hebben een beha ontwikkeld die temperatuurschommelingen meet, en op die manier in een vroeg stadium een tumor kan detecteren.” An app a day keeps the doctor away ? “Nagel op de kop. Ja, dokters moeten in de toekomst apps voorschrijven. Of een hoesje voor je iPhone om zelf een ecg te maken.” Een echografische blik op jezelf werpen, het kan.

“Van een pakje dat je met Fedex van Brussel naar Tokio verstuurt, vind je het maar normaal dat je altijd weet waar het zich bevindt, maar als je bij de dokter binnenstapt, weet die niets over jou, dat is toch knettergek ?” gaat Kas verder. Medische info wordt vaak verzegeld meegegeven en o wee als de patiënt die zelf opent. “In de toekomst gaan we meer meten, en we gaan dat zelf doen. We worden geboren met een DNA-kaart in the cloud waarop data verzameld zal worden.” Loert bij zoveel info het spook van overdiagnose niet ? DIY-geneeskunde, de emancipatie van de patiënt. Hoe gaan we leren zwemmen door de zee van data ? De rol van de dokter zal veranderen, zegt Kas. Hij wordt data-interpreteur, en hij zal worden bijgestaan door een bio-informaticus. “Het hospitaal van de toekomst zal bij wijze van spreken leeg zijn.” Ziekenhuizen als kamerloze data surveillance centers, The Wall Street Journal voorspelde vorige maand exact hetzelfde. Wearables als het equivalent van een monitor op de spoedafdeling.

Technologiesocioloog Caudron heeft bedenkingen bij zoveel futuristisch optimisme. Caudron is auteur van het boek Niet leuk (een verwijzing naar de vind ik leuk-button op Facebook), en koele minnaar van nieuwe media. Quantified self is volgens Caudron een mythe die wordt opgeblazen door een sector die op zoek is naar een nieuwe bestseller. “Ik noem hen de evangelisten van de wearables. De markt van de smartphones is verzadigd en elektronicabedrijven zitten te wachten op the next big thing. Onzin dat we daar gezonder van zullen worden. Ze laten het woord gezondheid vallen, en wie kan daar nu tegen zijn ? Willen we niet allemaal gezonder worden ? Maar vraagt iemand zich af of we die evolutie naar de meetbare mens willen ? Ik wil toch helemaal niet dat mijn bank mijn verzekering aanpast op basis van mijn fitheidsgegevens. Ik vraag me af of de mensheid erop vooruitgaat nu we kunnen tellen ? Word ik gelukkiger als ik de hele tijd loop te meten hoe ongezond ik wel niet ben ? Ik leef dan misschien drie jaar langer, maar is mijn levenskwaliteit ook gestegen ?”

DOOR VEERLE HELSEN & ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE

Daar sta je dan in de supermarkt te praten tegen je horloge. De technologiesector is er klaar voor, maar is de consument dat ook ?

Relatief nieuw is de categorie smart babywear. Sokjes die hartslag registreren, of armbanden als locatie-tracker, mét afluisteroptie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content