De pittige coupé is terug

Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

De geschiedenis van Alfa staat bol van pittige, welgevormde coupés en met de GT knoopt het Milanese merk opnieuw aan met die traditie. Al is elegant dit keer niet het juiste woord, en is het telkens weer wennen aan een diesel in een Alfa. De GT die op het onderstel van de 156 staat, is met zijn hoge flanken, kleine zijruiten en stompe derrière een beetje massief uitgevallen en daardoor krijgen de inzittenden achterin een claustrofobisch gevoel, zeker omdat ook de ruitjes niet open kunnen. Anderzijds gaf de oplopende lijn de gelegenheid om de koffer behoorlijk uit te bouwen en met het skiluik en de neerklapbare achterstoelen (die echter niet horizontaal kunnen) is hij nog praktisch ook.

Voorin krijgen de inzittenden sportief gesteunde stoelen met wel zeer hoog oplopende zijkanten, wat een beetje ongemakkelijk zit voor wie de stoel niet ‘vult’. Het instrumentenbord is met zijn diepliggende wijzerplaten zéér Alfa en toch overzichtelijk. De schakelwegen zijn voor een sportief gezinde auto wel iets te lang en over het gezicht naar achteren kunnen we kort zijn : dat is ronduit slecht en daar helpt alleen een parkeerhulp (een optie van 400 euro) bij. Ook het instappen van de passagiers achterin gaat moeilijk.

Een turbodiesel in een Alfa klinkt nog altijd niet overtuigend, maar over de 1.9 JTD die we uit andere modellen van de groep kennen, kunnen we niets dan goeds zeggen. De motor, die voor de gelegenheid 150 pk meekrijgt, is vooral uitermate soepel en krachtig, terwijl zijn geluid nooit stoort. Al vanaf 1500 toeren is er voldoende trekkracht om fors vooruit te komen en die kracht blijft aanwezig tot 4500 toeren : ideaal om in te halen. Ook de wegligging is meer dan behoorlijk, zoals we die van Alfa gewoon zijn. Toch betreuren sommige zogenaamde puristen dat de stabiliteitscontrole niet kan worden uitgeschakeld. We begrijpen dat échte Alfista (net als echte BMW-rijders) ervan houden om zonder hulpmiddelen een ontspoorde auto zelf terug in het goede spoor te leiden. Of ze daar met hoge snelheid toe in staat zijn, is andere koek, maar het staat stoer om daar even over te dromen.

Een extra troef van die motor is zijn zeer redelijke verbruik. Wie er echt hard tegenaan gaat, komt op 7,5 liter/100 km uit, wie in draf door het landschap gaat, blijft gemakkelijk onder de 6,5 liter. Ook indrukwekkend is het basispakket dat elke koper meekrijgt. Dat omvat naast een automatische airco, ook cruise control, een cd-speler, frontale, laterale en gordijnairbags. Terwijl die aantrekkelijke cocktail toch ‘maar’ 26.800 euro kost.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content