De nieuwe lijfstijl
Wat gebeurt er als de mooiste vrouw ter wereld in de spiegel kijkt? Een verhaal over het verlangen het lichaam te manipuleren.
Ze werd geboren op 30 mei 1947. In het Franse St.-Etienne. Nu streeft de Franse performance-artieste Orlan naar een totale zelftransformatie. “Narcistisch zijn is niet makkelijk wanneer het niet langer een kwestie is van verliefdheid op je eigen beeld, maar wel van het zich opnieuw creëren door steeds weer te vervreemden.”
Orlan is niet haar echte naam. Haar gezicht is niet haar eigen gezicht. Haar performances vinden plaats in het operatiekwartier. In 1990, op haar 43ste verjaardag, begon Orlan aan haar verandering. Nu, acht jaar later, heeft ze negen ingrepen achter de rug. Haar nieuwe medium werd haar eigen vlees. “Vleselijke kunst”, zo noemt ze haar werk. Via een serie nauwkeurig geplande operaties wil Orlan “reïncarneren” in een nieuw lichaam. Het idee om chirurgische ingrepen in de performancekunst te verwerken kwam er toen ze onder lokale verdoving geopereerd werd voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
“We moeten vechten tegen de dreiging om van ons allemaal modellen te maken met stereotiepe lichamen. In dit tijdperk van genetische manipulatie en kloning is dat gevaar groot.” Orlan vecht op een extreme manier. Als voorbeeld nam ze de antieke Griekse schilder Zeuxis, die rond 425 voor Christus leefde. Hij had de gewoonte de mooiste lichaamsdelen en gelaatstrekken van verschillende modellen te kiezen en die met elkaar te combineren om een ideale vrouw te maken. Orlan selecteerde gelaatskenmerken van bekende afbeeldingen van de geïdealiseerde vrouw in de renaissance- en postrennaissancekunst. Ze koos weloverwogen. Iedere schoonheidsoperatie die ze onderging moest een bepaalde gelaatstrek van haarzelf veranderen in die van een vreemde, van beeld uit de kunstgeschiedenis. Haar mooie neus werd vervangen door de puntige neus die een kunstenaar uit de school van Fontainebleau aan het beeld Diana gaf. Ze koos de mond van het portret van Europa van Boucher, het voorhoofd van Leonardo’s Mona Lisa, de kin van de Venus van Botticelli en de ogen van Gerome’s Psyche. Zo verloor ze haar eigen beeld. Ze componeert zichzelf opnieuw. Het plukken van de appel in de tuin van Eden is in verhouding een kwameisjesstreek.
De operaties van Orlan zijn gebeurtenissen. Ze worden opgenomen op video, gefilmd, gefotografeerd. De operaties/performances worden gechoreografeerd en geregisseerd door de artieste zelf. Daarom wil ze geen algemene anesthesie maar een epidurale verdoving. Ze wil de handeling blijven volgen. De steriele operatiekamer wordt versierd met steriele kruisbeelden, steriel plastic fruit en bloemen en steriele foto’s van vroegere operaties of reproducties van haar voorbeelden. Er is muziek, poëzie en dans. Bekende couturiers leveren de prachtige kostuums waarin Orlan onder het mes gaat. Paco Rabane leverde het kostuum voor de eerste operatie. Alleen erkende plastisch chirurgen voeren de operatie uit.
In India bestudeerde Orlan de cultus van Kali. Zij verzamelde heilige teksten die het lichaam beschrijven als een zak of een kostuum dat moet afgeschud worden. Tijdens haar operaties leest ze uit die teksten voor.
“Het idee van de metamorfose is zeer oud”, zegt Orlan. “Wij weten heel goed dat we alleen maar van huis, van kostuum veranderen als we ons lichaam manipuleren.”
Orlan streeft er niet naar haar lichaam te verbeteren of te verjongen. Ze wil geen facelift. Wat ze wel wil is kritiek leveren op de schoonheidsnormen van onze maatschappij. Dat wordt zo gesteld: “Indien de delen van zeven verschillende ideale vrouwen nodig zijn om te voldoen aan Adams verlangen naar een ideale Eva, dan zal Orlan zeer bewust de nodige mutilaties ondergaan om duidelijk te maken dat dat doel onbereikbaar is en het proces afschuwelijk.”
Orlan was voor mij een ontdekking”, zegt de Belgische modemaker Walter Van Beirendonck. “Omdat ze met haar lichaam een aantal doelstellingen betracht die ik met mijn mode probeer te bereiken. Doelstellingen zoals het afbreken van een aantal sociale codes over het uiterlijk, het drastisch relativeren van het huidige schoonheidsideaal, en een soort zoektocht naar een toekomstig schoonheidsbeeld.”
Reconstruct your face, zo luidde de naam van de make-upstijl die Van Beirendonck zijn modellen tijdens de modeshows voor de wintercollectie 1998-1999 meegaf. Modellen kregen kleine huidkleurige prothesen op hun gelaat geplakt, zodat het leek of ze knobbeltjes en welvingen onder hun huid hadden zitten. Van Beirendonck zocht “iets vernieuwend maar toch echt. Kleur in make-up voelde aan als iets dat voorbij was, leeggemolken en gebanaliseerd door tijdschriften”.
Het lichaam wordt als ornament gebruikt. Steeds meer. Niet dat dat zo nieuw is. In China werden bijna duizend jaar lang, tot aan het begin van de twintigste eeuw, de voeten van meisjes ingebonden. Alle tenen, behalve de grote, werden strak onder de voetzool geperst met een windel. Na enkele jaren leek de zool een hoef, een Gouden Lotus, die door de Chinese mannen werd gezien als het toppunt van erotische schoonheid. Volgens Desmond Morris in De andere sekse zogen en knabbelden de mannen heel graag aan die kleine voeten, het liefst namen ze hem volledig in de mond.
Soms komt het accent op de lippen te liggen. Bij sommige volkeren uit Afrika tot in de regenwouden van Zuid-Amerika zijn lipschijven erg gegeerd om vrouwen grote, vlezige lippen te geven. Jonge meisjes krijgen een snee in hun lip waarin een kleine schijf wordt gestoken om de lip op te trekken. Naarmate het meisje ouder wordt, krijgt ze steeds grotere schijven. Bij ons worden lippen vleziger gemaakt met siliconen. In Ethiopië geldt de regel: hoe groter de schijf van een ongehuwd meisje, hoe groter de bruidsschat.
Of neem de giraffenvrouwen stam in Myanmar (het vroegere Birma) stam waar een zeer lange hals als schoonheidsideaal geldt (zoals bij ons de zwanenhals). De meisjes krijgen steeds meer ringen rond hun hals zodat de schouders steeds verder naar beneden geduwd worden en hun nek steeds langer lijkt. Wie echt mooi wil zijn, moet 32 ringen rond de hals kunnen dragen.
Tatoeages en piercings zijn ook vormen van lichaamsverminking/manipulatie die zouden moeten bijdragen tot schoonheid of erotische aantrekkingskracht. Volgens Morris gelden ze in vele culturen nog als visuele kenmerken die aantonen dat iemand pijn kan verdragen en dus ook moedig gedrag zal vertonen indien nodig. Tatoeages en piercings, je kan ze bijna niet meer wegdenken uit ons straatbeeld. Maar het versieren/verminken van het lichaam gaat verder: scarving, zelfverminking door het snijden in het eigen vlees, een laten herstructureren van je gezicht door facelifting, of de nieuwste trends: branden en implantaten.
Bij het woord branden zegt de term het zelf al wat er gebeurt: mensen branden een soort waarmerk in hun lijf. Implantaten worden onderhuids geplaatst. Gouden balletjes of staafjes worden onder de huid ingeplant zodat die een structuur krijgt. In België en Nederland is de praktijk verboden omdat het een medische ingreep is, kregen we te horen van verschillende piercers en tatoeëerders. Rob, die in Rotterdam een tatoozaak heeft, doet het wel. “Ik heb zelf geen implantaten, maar de vraag wordt steeds groter. Populaire plaatsen voor implantaten zijn de armen, de rug en de geslachtsdelen. De klanten zijn toch nog vooral te situeren in het SM-milieu. Het implanteren is niet ongevaarlijk. Eigenlijk zou het in een operatiekamer moeten gebeuren. Maar sommige mensen willen het per se.”
De mens is altijd gefascineerd geweest door de maakbaarheid van zijn eigen lijf. Nog twee maanden en dan is het zover. Een Amerikaans bedrijfje heeft aangekondigd dat het rechtstreeks op Internet een geslachtsverandering zal tonen van een man die vrouw wordt. Op Internet is ook informatie te vinden over de eunuchenoperaties. Mannen die geslachtsloos willen worden. Alle operaties zijn mogelijk. Het lichaam wordt een assemblageplek. De tijd van de zuigvlek als statussymbool is al lang voorbij.
Je lichaam, daar sta je iedere morgen mee op, dat sleur je iedere dag mee. Daar moet je iedere dag opnieuw mee gaan slapen. Dat is zowel een vriend als een vijand. Ik stel me daar vragen over. Wat is dat lichaam? Hoe functioneert het? Hoe zit het in elkaar?”
Doorheen zijn werk heeft een kunstenaar als Jan Fabre een onderzoek ingesteld naar het lichaam. Nu eens stond het fysieke lichaam, dan weer het erotisch of het spirituele lichaam centraal. Ook het verlangen naar metamorfose is een constante in het werk van Fabre. “Ik geloof in de metamorfose. Op weg naar de verandering, daar gebeurt het, dat is het terrein dat me interesseert. Daar zie je het onvoorspelbare.”
Voor de voorstelling Lichaampje, lichaampje aan de wand met Wim Vandekeybus maakte Fabre een monoloog over het lichaam als beweging. In de tekst verwijst hij op een ironische manier naar elementen uit het werk van Orlan. Het werd een voorstelling over het lichaam dat opnieuw getekend wordt door het op verschillende manieren te manipuleren, te corrigeren en te modelleren. Fabre: “Ik probeer te analyseren hoe je je lichaam op verschillende manieren kan gebruiken. Het lichaam kan een kostuum zijn, een podium. Ik ben met verschillende types van lichaam bezig geweest. Het fysieke lichaam, het erotische lichaam en dan die nieuwe component: het spirituele lichaam dat geen vlees meer kent, het lichaam als omhulsel.
Het fysieke lichaam heb ik grondig onderzocht in mijn one-man-performances, eind jaren zeventig. Ik gebruikte mijn fysieke lichaam als een experiment. Ik tastte naar de grenzen van lichamelijkheid. Ik deed performances waarbij ik een half uur lang met mijn hoofd tegen een muur liep, tot ik helemaal bloedde. Op dat moment werd mijn lichaam mijn eigen podium.
We leven in een conflictsituatie van twee cultussen. Enerzijds is er de cultus van de stilstand, van het skelet, wat refereert aan de cultus van het verleden, iets dat vergaan is. Daarnaast heb je de cultus van de beweging, het dynamische. Er heerst een ontevredenheid over de dynamiek van die beweging. Alles wat beweegt, sterft, je bent van vlees en verandert in een skelet. Je gaat nadenken over de ziektes die er op dit moment heersen. Neem nu dat killervirus; het vreet je van binnenuit op en laat je achter als een soort omhulsel.
In mijn vroege performances experimenteerde ik met de uitputting van mijn lichaam. Ik maakte nogal wat gebruik van real action real time-elementen. In een voorstelling als Theater geschreven met de k van kater werd er geslagen, tot bloedens toe. Orlan nodigde me in 1982 uit op een festival dat ze organiseerde met mijn achturenvoorstelling Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was. Omdat ik toen met die materie bezig was. Nu heb ik daar nog weinig interesse voor. Ik ben die periode gepasseerd.
Wat er nu weer leeft bij jonge mensen, metaal onder de huid van hun armen steken, bulten op hun lijf maken, dat bestond vroeger in de beeldende kunst ook al. Het is zich nu aan het verspreiden bij de bredere lagen van de bevolking. Bodyverminking, je ziet het in de mode, je ziet het bij popsterren, je ziet het op MTV. Dan weet je dat het al zo goed als aanvaard is. Het subversieve karakter dat het vroeger had, is iets modieus geworden. Het gaat nu toch om een soort esthetica, terwijl het vroeger om een ethisch gevecht met de maatschappij ging.”
“Het verlangen om het lichaam te veranderen heeft altijd bestaan”, zegt France Borel. Zij is publiciste en directrice van l’Ecole nationale superieure des arts visuels de Bruxelles. Zij publiceerde een boek onder de titel Le vêtement incarné. Hierin verdedigt zij de stelling dat wij als menselijke soort al sinds eeuwen onze eigen anatomie verwerpen. “Wij willen ons lichaam veranderen om anderen te bekoren. Niet alleen vrouwen willen dat, ook mannen. In alle culturen. Het verlangen naar lichaamstransformatie in onze huidige maatschappij beschouw ik als een soort rite de passage.”
Ik vind dat deze borst beter bij mijn lichaam past”, zegt ze. Het is geen echte borst. “Ze is beter dan de echte die er eerst was.” Het is een borst die uit haar buik werd gesneden. “Ze hebben rekening gehouden met mijn lichaam. Ze hebben er geen klein ding opgezet.” Eerst werd de buitenste vetlaag van haar buik weggenomen. Daar werd een borst mee gemaakt. Nu is ook haar buik plat. “Het gaat allemaal nog goed komen.” De huid werd naar beneden getrokken en er werd een nieuwe navel gemaakt. De borst heeft nog geen tepel. Die komt er in de tweede fase op. “Een tatoeage. Of soms nemen ze vlees vantussen je benen.”
“Ik voel me nu weer compleet”, zegt ze. Daarvoor zat er geen borst. Drie jaar lang liep ze rond met een siliconenprothese in haar beha. Kanker. Borst weg. Lichaamsbesef? “Als je kanker hebt, wil je eerst alles regelen voor het geval je toch dood zou gaan. Ik was al in de veertig. Ik dacht dat ik kon leven met die amputatie. Ik vond het niet zo erg. Ik dacht: ik heb mijn mooiste jaren gehad.” Tot… “De man verdwijnt, want die heeft een vrouw met tw… De man die altijd zegt: “Een vrouw? Dat moet twee handen vol borsten zijn. En dat was bij mij dus niet meer. Kinderen die op school geplaagd worden met de mama met haar ene borst. Je eigenbeeld is geraakt. Je leeft nog en alles is terug oké, maar toch. Nu hebben ze er weer een borst aangezet. Ik heb het gevoel dat mijn gevoel van eigenheid, mijn identiteit al aan het veranderen is. Eindelijk terug een beha kopen, eindelijk terug gaan zwemmen. De toekomst ligt weer open. De andere borst, mijn eigen borst gaan ze nu ook corrigeren. Zodat de twee identiek zijn. De dokter had maar een bepaalde hoeveelheid vlees en daar moest hij het mee doen.
Ik heb nooit een hoge dunk van mijn borsten gehad. Ik was er niet zo gelukkig mee. Ik heb de indruk dat deze nieuwe mij meer gaan bevallen dan de vorige. Maar moest ik die amputatie niet gehad hebben, ik zou nooit een plastische ingreep overwogen hebben. Moest het niet terugbetaald worden door het ziekenfonds, dan had ik het ook nooit kunnen laten doen. Ik ben waarschijnlijk niet zo modebewust.”
Als ze mocht kiezen tussen haar echte borst van vroeger, of die nieuwe? Dan kiest ze “voor deze”. Ze wijst. “Voor de nagemaakte. Dat heeft te maken met een heel proces. Ik ben door die kanker en alles wat daarna gebeurd is een heel ander mens geworden. Ik ben veel sterker geworden. Die borst gaat mij nu fysiek geven wat ik in mijn hoofd voel. Zekerheid. Natuurlijk wordt mijn persoonlijkheid niet gedragen door mijn lichaam, maar ze wordt er wel door ondersteund. Eindelijk ben ik terug een geheel. Geen gehandicapte meer. Ik moet er nog wel aan wennen, aan mijn nieuwe lichaamsdeel. Het komt allemaal nu pas terug tot leven. De bloedvaten zijn verbonden met elkaar. Er stroomt bloed door die borst. Ik heb eindelijk mijn lichaam teruggevonden. Beter dan voorheen.”
“De dokters kunnen veel”, zegt ze. Maar sommige mensen kunnen ver gaan. “De verpleger vertelde mij het verhaal. Op de ziekenhuisafdeling was er een vrouw die een borstverkleining had gehad omdat haar partner haar borsten te groot vond. Na enkele maanden kwam ze terug. Ze had een nieuwe partner die dikke borsten wilde. Dat kan toch niet. Dat is zich altijd maar opnieuw op de kosten van de sociale zekerheid een ander lijf aanmeten.”
Anna Luyten / Collage Tom Hautekiet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier